Akkoord helpt Vietnam richting CO2-neutraliteit

Vietnam heeft een akkoord gesloten met rijke landen om af te kicken van steenkool en CO2-neutraal te worden. Lego is al gestart met de bouw van een baanbrekende fabriek, maar het pad naar een rechtvaardige transitie belooft hobbelig te worden.

Speelgoedgigant Lego bouwt een nieuwe fabriek van 1 miljard dollar in Vietnam om dicht bij zijn belangrijkste markten in Azië te zijn. Opmerkelijk is dat het de eerste koolstofneutrale fabriek van het bedrijf wordt.

Daarvoor komen zonnepanelen op het dak en een zonnepark op een naburig terrein. Die moeten samen evenveel groene energie produceren als de fabriek nodig heeft, zegt Lego. De fabriek zal ook energiezuinige machines gebruiken en een wereldwijd erkende certificering voor groene gebouwen krijgen.

Klimaatfinanciering

De G7-landen hebben deze week samen met Noorwegen, Denemarken en de Europese Unie een “just energy transition partnership” (JETP) met Vietnam aangekondigd. Ze hopen het Zuidoost-Aziatische land zo te helpen om meer koolstofarme buitenlandse investeringen aan te trekken zoals de Lego-fabriek.

Het akkoord met Vietnam is het derde dergelijke akkoord om opkomende economieën te helpen de broeikasgasemissies van hun energiesector te verminderen, na partnerschappen met Zuid-Afrika en Indonesië.

Vietnam wil een regionale productiehub worden, en het is de bedoeling om te voorkomen dat de economische groei een ongecontroleerde toename van de emissies in de energiesector van het land veroorzaakt. Dat zegt John Murton, de Britse COP26-gezant die aan de JETP’s werkt.

In de komende drie tot vijf jaar zal het partnerschap minstens 15,5 miljard dollar verstrekken – de helft door donorregeringen en de helft door commerciële banken – om de overgang van Vietnam van steenkool naar schone energie zoals zonne- en windenergie te versnellen en banen te creëren.

Volgens Murton zal de overeenkomst “een resem substantiële veranderingen” in het energiebeleid in gang zetten. Die moeten Vietnam op weg helpen naar zijn doel van netto nul-emissies tegen 2050.

“Binnen het Vietnamese systeem groeit het besef dat werken aan een koolstofarme economie en een rechtstreeks traject naar netto nul tegen 2050 in het economisch belang van het land is.”

Vietnam is momenteel nog een van de twintig grootste steenkoolverbruikers ter wereld. Volgens het nieuwe energieakkoord zal de uitstoot in 2030 al haar piek bereiken, in plaats van in 2035, door de steenkoolcapaciteit te beperken en in dit decennium bijna de helft van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen te halen.

Rechtvaardige transitie

“Dit is een stap in de goede richting voor de geleidelijke afschaffing van steenkool in Vietnam en de rest van het Aziatische continent”, zegt Sisilia Dewi, directeur Azië bij klimaatgroep 350.org.

Maar klimaatactivisten waarschuwen dat de Vietnamese bevolking niet uit de boot mag vallen. De Vietnamese overheid krijgt ook kritiek voor haar bestraffende houding tegenover milieuactivisten.

“Energie is een basisbehoefte – daarom moet de bevolking echt worden betrokken bij de manier waarop deze enorme bedragen aan klimaatfinanciering worden gebruikt”, zegt Dewi.

Volgens de Wereldbank slaagt Vietnam erin om de hele bevolking van stroom te voorzien. Maar de vrees bestaat dat de extra investeringen die nodig zijn voor nieuwe infrastructuur voor schone energie de prijzen de hoogte in kunnen jagen.

“Rechtstreekse subsidies voor de armen zijn essentieel om gelijke toegang tot elektriciteit te creëren”, zegt een klimaatdeskundige in Vietnam, die om veiligheidsredenen anoniem wil blijven.

Hobbelig pad

Volgens Nithi Nesadurai, directeur van de belangenorganisatie Climate Action Network Southeast Asia (CANSEA), verliepen de JETP-besprekingen verre van soepel. Er waren meningsverschillen over de grootte van de financiering en het grote aandeel leningen daarin, en zorgen over het hardhandige optreden tegen prominente groene activisten.

Eerder dit jaar werd de bekende Vietnamese milieuactiviste Nguy Thi Khanh veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar – net zoals een aantal van haar collega’s werd ze veroordeeld op beschuldigingen in verband met belastingen.

Tijdens de ontwikkeling van het akkoord hebben Britse ambtenaren ontmoetingen gehad met burgerorganisaties in Vietnam en de regering aangemoedigd hun aandeel in een eerlijke energietransitie te erkennen.

“Het grootste risico is misschien wel dat de overgang door bepaalde delen van de samenleving niet als ‘rechtvaardig’ wordt gezien”, zegt Sandeep Biswas, partner bij het in Singapore gevestigde managementadviesbureau Kearney. Volgens hem is een “voortdurende transparante dialoog” de sleutel tot het succes van het plan.

In de JETP-verklaring staat ook dat “voor een rechtvaardige en billijke overgang regelmatig overleg nodig is” – ook met de media, niet-gouvernementele groepen en andere actoren – “om een brede maatschappelijke consensus te verzekeren”.

Het Vietnamese ministerie van Buitenlandse Zaken heeft niet gereageerd op een verzoek om commentaar.

Kwalitatieve banen

Nesadurai van CANSEA zegt dat er op federaal, provinciaal en lokaal niveau besprekingen nodig zijn om uit te zoeken hoe het beleid inzake groene energie “een win-win voor iedereen” kan zijn.

Net als bij de andere twee JETP-akkoorden is de Vietnamese overeenkomst bij de aankondiging weinig gedetailleerd. Er is wel voorzien in een “plan voor de inzet van middelen” tegen 2023, waarin onder meer de opleiding van arbeidskrachten en werkgelegenheid zal geregeld worden.

De snel dalende kosten van hernieuwbare energie bieden een kans om duurzame ontwikkeling na te streven en uitdagingen als armoede, ongelijkheid en werkloosheid aan te pakken, merkt Nesadurai op.

Maar er zijn ook sectoren die door de energietransitie kunnen worden getroffen, zoals de stroomproductie met fossiele brandstoffen, de steenkoolwinning, de zware industrie en het vervoer.

De groene overgang moet gepaard gaan met opleiding in nieuwe vaardigheden en de creatie van banen en andere steun voor werknemers in die sectoren “zodat zij kunnen profiteren van de industriële innovatie en de creatie van groene kwaliteitsbanen”, staat te lezen in de overeenkomst.

De Lego-fabriek bijvoorbeeld is van plan de komende vijftien jaar vierduizend mensen in dienst te nemen en zal lokale werknemers opleiden om hightechapparatuur te bedienen, aldus het bedrijf.

De JETP-verklaring legt de nadruk op de zakelijke kansen in de ontwikkeling en uitbouw van wind- en zonne-energie, transmissie, energie-efficiëntie en -opslag en elektrische voertuigen, evenals landbouwproducten in plattelandsgebieden.

Volgens Thang Do, doctoraatsstudent aan de Crawford School of Public Policy van de Australian National University, heeft Vietnam een enorm potentieel aan zonne-energie. Ook windenergie is een veelbelovende optie om de overstap van steenkool naar hernieuwbare energiebronnen te bevorderen.

Het land moet nu een investeringsplan ontwikkelen dat de projecten identificeert en aangeeft hoe ze zullen worden gefinancierd uit de totale pot, zegt Sandeep Pai, een onderzoeker bij het Center for Strategic and International Studies. “Duidelijkheid over waarvoor het geld zal worden gebruikt, ontbreekt”, zei hij.

Hij waarschuwt dat het jaren kan duren voordat er echte projecten op het terrein komen, en “het is ook niet duidelijk of de dollars uiteindelijk naar arbeiders en gemeenschappen in transitie zullen vloeien.”

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.