Onderzoekers aan de Universiteit Stuttgart hebben een methode ontwikkeld om beton te maken met menselijke urine als grondstof. Het project krijgt nu steun van de Duitse overheid voor verdere ontwikkeling en praktijkproeven.
Bacteriën zetten afval om in bouwmateriaal
Betonproductie is wereldwijd verantwoordelijk voor aanzienlijke CO₂-uitstoot, vooral door het energie-intensieve proces om cement te maken. De Universiteit Stuttgart zoekt daarom alternatieven en test momenteel een biobased beton dat ontstaat via biomineralisatie — een proces waarbij bacteriën samen met zand en verrijkte urine calciumcarbonaat vormen.
Het resultaat is een bouwmateriaal dat chemisch gelijkt op kalkzandsteen. Voorlopige tests tonen aan dat het beton met synthetisch ureum al druksterktes tot 50 megapascal haalt. Bij gebruik van echte urine ligt dat cijfer voorlopig lager, maar onderzoekers hopen snel een sterkte van 30 tot 40 megapascal te bereiken, genoeg voor gebouwen van meerdere verdiepingen.
Het proces is minder energie-intensief dan klassieke cementproductie en veroorzaakt ook minder broeikasgassen. Bovendien kan het systeem worden ingezet op locaties met veel bezoekers, zoals treinstations, waar de urine lokaal wordt opgevangen en verwerkt.
Dubbele winst: bouwen én meststoffen produceren
Naast bouwmateriaal levert het proces ook grondstoffen op die kunnen dienen als meststof voor de landbouw. De combinatie van materiaalhergebruik en grondstoffenterugwinning maakt het systeem bijzonder interessant vanuit milieuoogpunt. Volgens de onderzoekers biedt dit potentieel voor circulaire toepassingen waarbij afvalstromen een tweede leven krijgen.
De Duitse overheid heeft het project voor drie jaar verlengd. In die periode willen de onderzoekers verdere testen uitvoeren om de negatieve invloed van bepaalde stoffen in menselijke urine op het productieproces beter te begrijpen. Zo hopen ze het biobetonproces te optimaliseren en op termijn op te schalen naar toepassingen in de bouwsector.
lees ook
Bouwmaterialen kunnen miljarden ton CO2 opslaan