Door ecologische rentetarieven in te voeren, kunnen we voorkomen dat financiële instellingen nog geld investeringen in fossiele brandstoffen. “Zo wordt het monetaire systeem afgestemd op de draagkracht van de aarde”, schrijft Andrew Simms, medeauteur van de Green New Deal.
We hebben een nieuwe wereldwijde economie nodig. Die economie moet de steeds dieper wordende crisis waarmee het leven op aarde te maken heeft, erkennen en helpen oplossen. Een goede manier om zo’n economie op te bouwen, is de introductie van een ecologische rente.
Bij het woord rente denken mensen vaak alleen aan hun spaargeld, waar de lage rente een probleem is. Of ze denken aan een hypotheeklening, en dan is een hoge rentevoet net het probleem.
Rente houdt economen momenteel sterk bezig. Dat komt deels omdat er binnenkort waarschijnlijk iets ongewoons en wereldschokkends gaat gebeuren: de komst van negatieve rente.
Maar er is ook nog een andere reden. Met de intense focus op een groene economie na de pandemie groeit het besef dat er geen echte relatie is tussen geld, de kosten daarvan en het ecosysteem dat ons leven ondersteunt.
Onze aarde kan de druk van de wereldeconomie niet meer aan. Het is alsof we economische voetafdruk schoenmaat 45 in planetaire voetafdruk maatje 38 proberen te schuiven.
Het schoentje moet passen
De groei van de economie wordt aangejaagd door de verstrekking van krediet in verschillende monetaire vormen. Als er meer geld circuleert, leidt dat meestal tot een toename van conventionele economische groei.
Dit betekent niet per se dat de productieve economie groter wordt. Als een bank bijvoorbeeld op een riskante manier geld leent, zoals gebeurde met hypotheken tijdens de financiële crisis, dan kan er een bubbel ontstaan. Als die bubbel barst, kan die een recessie uitlokken.
Rentetarieven zijn de prijs voor het geld dat we lenen. Als de prijs van geld positief is, wat meestal het geval is, moeten we meer terugbetalen dan we feitelijk geleend hebben. Rente motiveert dus ook orthodoxe groei. Die groei is afhankelijk van exploitatie van de biosfeer en menselijke arbeid.
Wat er tijdens de klimaatcrisis toe doet, is wat er als geheel gebeurt. Hoe verhoudt zich dat tot de impactverandering die nodig is voor de economie om te opereren binnen een bepaalde planetaire grens? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het schoentje past?
Oorlog tegen de natuur
De voetafdruk van de economie is al te groot. Duurzaamheid vraagt dus om efficiënter gebruik van materialen. Daardoor moeten niet enkel de gevolgen van groei gecompenseerd worden. Ook de absolute consumptie moet verminderen, in overeenstemming met de juiste schoenmaat.
Er is bijvoorbeeld veel te doen rond vliegtuigen die zuiniger vliegen. Toch groeide tussen 2013 en 2019 het aantal passagiers vier keer sneller dan de besparing op brandstof. De CO2-uitstoot van efficiëntere hybride auto’s bleek ook ongeveer een derde hoger te zijn dan beloofd.
In het rapport Resource Efficiency and Climate Change van het International Resource Panel (IRP) staat dat de emissie uit extractie en productie van materialen zoals metalen, mineralen, hout en plastic meer dan verdubbeld is tussen 1995 en 2015. Die is goed voor een kwart van de wereldwijde uitstoot. Maatregelen om zuiniger om te gaan met materialen hadden hier slechts minimaal invloed op.
Het wereldwijde gebruik van materialen blijft groeien. VN-secretaris-generaal Antonio Guterres zei onlangs dat de mensheid bezig is een “suïcidale oorlog” te voeren tegen de natuur: het wereldwijde gebruik van materialen zal naar verwachting stijgen naar 170 tot 184 miljard ton per jaar tegen 2050.
De ware kostprijs van klimaatopwarming
Geld is een ruilmiddel, een waardemiddel of een rekeneenheid. In essentie is het echter geen briefje of munt, maar een sociaal contract, een afspraak over hoe we middelen toewijzen. En de manier waarop ons huidige geldsysteem middelen toewijst, zal ons spoedig over de rand van een ecologisch klif duwen.
Dat komt doordat geld – een sociale constructie, een “belofte van betaling” – oneindig is. We kunnen telkens weer een nieuwe belofte doen. Maar de capaciteit van het ecosysteem om die belofte te vervullen, is wel eindig.
Een prijs is wat je betaalt, in geld, voor goederen of diensten. Maar in de praktijk bevat een prijs vaak geen vitale informatie – de menselijke kosten van de productie, de impact op de menselijke gezondheid of huidige en toekomstige milieuschade.
En er zijn nog andere kwesties. Als iemand wil bouwen in een mooi stukje natuur bijvoorbeeld, spelen er twee vragen. Hoeveel zou je willen betalen om dat te voorkomen? Of hoeveel compensatie zou je willen voor het verlies? Daar rollen twee heel verschillende prijzen uit: de ene wordt bepaald door het maximale wat je kunt betalen, de andere kan zo hoog zijn als je zelf wilt. Het kan ook niets zijn.
Prijzen zijn waardeoordelen. Hoe bepaal je de prijs van de fictieve ton CO2 die, als hij verbrand is, de balans doet doorslaan naar de onomkeerbare opwarming van de aarde? Je zou dan de prijs vragen van een klimaat dat in staat is de menselijke beschaving te dragen.
Bijna 4 graden Celsius
Mark Carney, voormalig gouverneur van de Britse Nationale Bank, stelde in december 2019 al vast dat de financiële sector in fossiele brandstoffen investeert op een manier die, “als je het beleid van al de bedrijven bij elkaar optelt, uitkomt op een opwarming van 3,7 tot 3,8 graden Celsius”. Dat terwijl de wereld overeengekomen is om de opwarming tot 1,5 graden te beperken.
Veel valuta’s zijn te groot, beslaan te grote gebieden en brengen een reeks economische omstandigheden met zich mee waarin geen enkel rentetarief optimaal is. Er dreigen altijd gebieden “oververhit” te raken en andere gebieden achterop te hinken. Je kunt geen rentetarief vaststellen dat passend is voor iedereen; geld is waarschijnlijk op de ene plaats te goedkoop en op de andere te duur. Veel mensen willen daarom meer valutasoorten.
Een manier om de geldvoorraad opnieuw te verbinden met de echte wereld van natuurlijke hulpbronnen, is om valuta’s te hebben die ondersteund worden door de waarde van iets “echts”, zoals grondstoffen. Ze kunnen economische ongelijkheid verminderen: denk aan verschillende manieren om een universeel inkomen verstrekken of diensten zoals energie en ingebouwde stimulansen om CO2-gebruik te verminderen.
Uiteindelijk zal de exploitatie van onze aarde leiden tot consumptiebeperkingen. We kunnen nog steeds in actie komen. Je kan geld duurder maken voor gedrag dat je wilt vermijden, zoals de productie van fossiele brandstoffen. Je kan geld goedkoper maken voor gewenste zaken, zoals de creatie van banen en de productie van schone, hernieuwbare energie. Krediet zou duurder moeten zijn voor dingen die je niet wilt.
Mark Carney stelt dat banken momenteel investeringsportfolio’s hebben die leiden tot een catastrofale opwarming van bijna 4 graden Celsius. Dat laat zien dat de kosten van kredietverlening veel hoger moeten worden voor investeerders die deze crisis in de hand werken.
Lessen uit de pandemie
Een ecologisch rentetarief bepaalt de prijs van geld op basis van ecologische grenzen. De huidige rentetarieven doen dit vrijwel nooit. Enkele banken beginnen te werken met zogenoemde ESG-factoren (milieu, maatschappij en goed bestuur) om de duurzaamheid van investeringen te bepalen.
Enkele banken lenen geen geld meer aan activiteiten die ernstig schade toebrengen aan het klimaat en berekenen milieurisico’s door in hun kredietverstrekking. Dit is echter een druppel op een gloeiende plaat.
Een ecologische rentetarief bepalen kan onder meer door de zogenoemde risicoweging van alle leningen waarbij sprake is van hoge CO2-emissie, sterk te verhogen. Of het nu gaat om een lening van een bank aan een steenkoolmijn of om de aankoop van een benzineauto, het duurder maken van de lening geeft een duidelijk signaal af aan de markt.
Het belangrijkste mandaat van centrale banken en toezichthouders is het handhaven van financiële en monetaire stabiliteit. Het voorkomen dat er grote geldstromen naar de afbraak van het milieu gaan, met catastrofale gevolgen voor de mensheid en de bredere economie tot gevolg, past daarom binnen hun kerndoelstelling.
Wat de wereld nodig heeft, is iets wat verder gaat dan een groenere geldvoorraad, iets wat gaat over de algehele omvang van de economie. Er is een groeiende consensus onder een breed spectrum aan progressieve stemmen over hoe een aantal economische en sociale problemen aangepakt moeten worden en we tegelijkertijd minder afhankelijk moeten worden van groei.
Wat betekent het om te leven binnen onze ecologische middelen en hoe stemmen we de economie via een snelle transitie af op de planetaire grenzen?
Klimaatwetenschappers zeggen dat we ons tot doel moeten stellen de CO2-concentratie in de atmosfeer te verlagen tot 350 ppm (deeltjes per miljoen) CO2. Een ecologisch groeitempo zou dan te verenigen zijn met het stabiliseren van broeikasgassen onder dit niveau.