De Vlaamse regering maakte over de terugdraaiende tellers een duidelijke belofte. Nog vijftien jaar zouden ze blijven terugdraaien. Die belofte diende de nieuwe energieminister alweer in te slikken, waardoor velen onder ons zich in hun koffie verslikten. Dat kon tellen, qua goede voornemens…
Heel wat eigenaars van zonnepanelen stelden zich terecht vragen: Was investeren in zonnepanelen wel de juiste keuze? En hoe kies je op lange termijn voor duurzame energie als de overheid zomaar het roer kan omgooien?
Misschien is het einde van de terugdraaiende teller zo wel het begin van iets nieuws, van duurzame alternatieven, zoals de kracht van waterstof en meer nog, van volledige energievrijheid en -onafhankelijkheid.
Belgisch sprookje loopt op zijn eind
Het einde van de terugdraaiende teller kwam niet uit de lucht vallen. België bleef moederloos alleen achter zonder digitale teller, die al veel langer gangbaar is in andere Europese landen. Op zich is een slimme meter ook een heel logische evolutie. Het is nu eenmaal een noodzaak om stroomproductie en -afname op elkaar af te stemmen. In de zomer elektriciteit afgeven aan het net om in de winter te verbruiken aan dezelfde prijs, dat was een Belgisch sprookje dat niet kon blijven duren.
Een ding is zeker: aan de digitale teller is geen ontkomen. Daardoor is het niet langer nuttig om stroom in het net te injecteren. De stroom die je injecteert, krijg je verkocht aan de energieleveranciers aan 30 à 60 euro per 1.000 kWh terwijl je bij afname de normale prijs van 210 à 240 euro per 1.000 kWh betaalt. Een snelle rekensom leert ons dat je dan op tien jaar tijd meer dan 2.000 euro per 1.000 kWh verliest. De boodschap is duidelijk: verbruik de stroom meteen wanneer je ze opwekt. Niet eenvoudig. Een batterijsysteem dan maar? Neen. Grootschalige en voldoende opslag van zonne-energie in de zomer en winter, bij zon en regen en dag en nacht, is onhaalbaar en zal altijd een utopie blijven.
Een zelfstroomcentrale?
Maar er zijn valabele alternatieven om elke seconde van de dag tijdens de zomer en winter in eigen stroom te voorzien. Zo biedt waterstof heel wat perspectieven. Vooral KMO’s en particulieren met een groot energieverbruik kunnen reeds vandaag de vruchten plukken van een zelfstroomcentrale. Deze centrale staat, zoals het woord zegt, bij de gebruiker zelf, is niet veel groter dan een wasmachine en zet waterstof uit gas om in elektriciteit. De aanvoer van energie gebeurt via het klassieke gasnet. Het gas wordt niet verbrand maar ‘gekraakt’ tot waterstof dat in een reactie met zuurstof, elektriciteit produceert. De restwarmte gaat meteen naar het sanitair of de centrale verwarming en er is geen stroomverlies omdat productie en verbruik samenvallen: 43% efficiënter dan klassieke grote gascentrales.
Geen fijnstof, geen zware metalen en veel minder CO2
Grote gascentrales maken stroom uit een fossiele bron: aardgas. Die mastodonten stoten dus wel degelijk CO2, fijnstof en zware metalen uit. Met duizenden kleine zelfstroomcentrales zouden we daar veel beter scoren. Een zelfstroomcentrale verbrandt het gas namelijk niet, maar kraakt het tot waterstof dat vervolgens reageert met zuurstof. Daarbij komt geen fijnstof vrij, geen zware metalen en veel minder koolstofdioxide. Hoeveel precies, dat hangt af van het gas waarmee je de zelfstroomcentrale voedt. Wie aardgas gebruikt, stoot 50% minder CO2 uit. Wie een abonnement neemt op groengas, doet het met 98% minder dan een grote gascentrale. In dat laatste geval brengt de gebruiker zo de CO2-voetafdruk dus terug tot bijna nul, in de hele keten van stroomopwekking tot stroomverbruik.
Energievrijheid
Maar wat met regelgevingen en de wispelturigheid van de overheid? Met zelfstroomcentrales nemen we letterlijk het heft in eigen handen en houden we de centen in onze economie. Kortom: zelfstroomcentrales zijn efficiënter, duurzamer en lokaler. Ze hebben we een écht toekomstperspectief voor volledige energievrijheid en -onafhankelijkheid: Verbruik wanneer je wil. Bovendien zijn zelfstroomcentrales geen vage toekomstmuziek, ze bestaan nu al. In België hebben 500 pioniers de overstap al gemaakt. Dat zijn zowel KMO’s als particulieren met een groot verbruik, zoals gezinnen met een elektrische wagen.
Waterstoftechnologie en waterstof zijn de ontbrekende schakels in het energievraagstuk en de weg naar altijd beschikbare 100% duurzame energie. Energieopslag en -transport via het element water, wat bijna ongelimiteerd beschikbaar is op onze planeet. We moeten het warm water niet opnieuw uitvinden, maar de huidige infrastructuur in synergie met nieuwe technologie ten volle benutten. Dus waar wachten we nog op? We zijn klaar voor de waterstofeconomie.
Bjorn Van Haver is oprichter en CEO van Elugie