Sommige dingen vinden we vanzelfsprekend. Dat de zon elke dag opkomt, dat er voldoende zuurstof in de lucht zit om in leven te blijven en dat we kunnen genieten van helder water, om maar enkele voorbeelden te noemen. De dingen die we evident vinden, zijn afkomstig van de natuur. Ook onze economie is afhankelijk van wat de natuur ons voortbrengt. Alleen vertalen we dat niet in onze economische parameters. De natuur en haar diensten waarvan we gebruikmaken, zijn onzichtbaar in de boekhouding van een bedrijf.
Recent verscheen in Londen het rapport ‘The Economics of Biodiversity: The Dasgupta Review’, een aanrader voor iedereen die zich afvraagt op welke manier we biodiversiteit kunnen inbedden in onze economie. Zo stelt het rapport dat natuur een asset is, iets wat waarde vertegenwoordigt, net zoals geproduceerd kapitaal een asset is en menselijk kapitaal ook. Alleen is natuur meer dan dat, net zoals onderwijs en gezondheid meer zijn: we waarderen de intrinsieke waarde ervan, los van hun assetwaarde. Wat dat betreft, is natuur in slecht gezelschap: ook onderwijs en gezondheid staan meer dan ooit onder druk.
Het rapport wijst ons erop dat het geproduceerde kapitaal per persoon tussen 1992 en 2014 verdubbeld is en dat het menselijke kapitaal per persoon wereldwijd met zo’n 13% gestegen is. En de voorraad aan natuurlijk kapitaal? Die daalde met bijna 40%. Economische groei vandaag is dus: de opbouw van menselijk en geproduceerd kapitaal ten koste van het natuurlijke kapitaal. Niet onlogisch dus dat we 1,6 aardes nodig hebben om onze huidige levensstandaard te behouden.
Als gevolg neemt de biodiversiteit wereldwijd af met een snelheid die 100 tot 1.000 keer (inderdaad, een grote vork tussen de twee cijfers) hoger ligt dan de basissnelheid. Het probleem met dit soort uitwassen is dat we niet weten waar ‘the point of no return’ ligt. Ook in ons klimaat zien we die grote verschuivingen. Zo blijkt dat de snelheid van het water in de Atlantische Oceaan in geen 1.600 jaar zo laag geweest is. Ze is met zo’n 15% afgenomen en de verwachting is een verdere afname tot 45% indien de aarde blijft opwarmen. In Europa zijn we spijtig genoeg wel afhankelijk van die warme zeewaterstromen die vanuit Amerika onze richting uitkomen. In de toekomst kunnen we ons verwachten aan meer hevige stormen en aan langere periodes van extreme droogte. Ook die zullen hun impact hebben op de verdere afname van de biodiversiteit.
De oplossing?
Volgens het rapport start de oplossing met het begrijpen en accepteren van het feit dat onze economieën ingebed zijn in de natuur en er dus niet los van staan. Vervolgens zullen we de manier waarop we ons bruto binnenlands product berekenen, aan een grondige analyse moeten onderwerpen. Want zolang er in die berekeningen geen rekening gehouden wordt met het verlies van natuur en biodiversiteit, blijven we onszelf belonen om niet-duurzaam verder te gaan. Dus moet ‘natural capital accounting’ ingang vinden in de manier waarop we ons economisch succes meten en berekenen.
Zo ver zijn we nog niet. Dit vraagt een volledig omdenken van onze financiële instituten en systemen maar ook van de manier waarop we mensen opleiden. De gevestigde waarden zullen alvast niet staan springen om die boodschap in praktijk te brengen.
We hebben dus nog een lange weg te gaan vooraleer we zover zijn en de vraag is wat we daar als individu of als organisatie vandaag al aan kunnen doen. Wachten tot anderen het voor ons oplossen, is alvast geen goed advies. In ecoTips magazine maart 2021 tonen we een aantal concrete voorbeelden van bedrijven die aan de slag gingen, binnen hun mogelijkheden, met biodiversiteit en water. Ik hoop dat dit anderen zal inspireren.