Directies in bedrijven vragen zich af waarom zij ook zouden moeten inzetten op biodiversiteit. Het antwoord is veelledig. Er zijn diverse situaties denkbaar, waarbij een bedrijf best proactief rekening houdt met de lokale biodiversiteit en de impact van de eigen bedrijfsactiviteiten daarop.
Structurele aandacht voor biodiversiteit en de optie om dit te verankeren in de bedrijfsstrategie, is belangrijk.
Ruimtelijke ordening
Eén van de belangrijkste redenen is te vinden in onze Vlaamse ruimtelijke ordening. Die heeft ervoor gezorgd dat vele ruimtelijke functies met elkaar in verbinding staan, verweven zijn, ‘op elkaars huid’ zitten. Industriegebieden of bedrijventerreinen grenzen vaak aan natuurgebieden of liggen in de nabije omgeving ervan. Sommige historisch gegroeide bedrijven situeren zich in een zone met verhoogde natuurwaarden. In deze omstandigheden dienen bedrijven ervoor te zorgen dat de invloed van hun activiteiten geen achteruitgang van de lokale natuur veroorzaakt.
Natuurwaarde bedrijfsterrein
Een bedrijf dient ook steeds rekening te houden met de natuurwaarden op het bedrijfsterrein zelf. Voor de natuur bestaan onze kadastrale perceelsgrenzen niet. Dieren, zoals amfibieën of vleermuizen, of planten, zoals orchideeën en andere beschermde bloemsoorten, leven en groeien waar zij een passend substraat aangeboden krijgen, waar aan de voor hen geschikte randvoorwaarden om deel uit te maken van het lokale biotoop, voldaan wordt. Ten gevolge het Vlaamse natuurdecreet en het soortenbesluit, zijn deze organismen tot op een zeker niveau beschermd. En als die locatie nu net ook de plaats is waar een nieuwe uitbreiding of een verbouwing wordt gepland, dan kan dat, wanneer geen rekening gehouden wordt met deze wettelijke bepalingen, tot een onverwacht oponthoud en mogelijks tot een onvoorziene meerkost leiden. Het is dus goed om tijdig na te gaan wat er op je bedrijfsterrein leeft.
Het kan als bedrijf belangrijk zijn om in het kader van de Vlaamse regels rond duurzaam gebruik van pesticiden het gebruik van bepaalde producten terug te schroeven. Het schrappen of het gebruik minderen van deze bestrijdingsmiddelen veroorzaakt in de meeste gevallen de behoefte om op zoek te gaan naar alternatieve beheer(s)middelen of tot een radicale omschakeling van mindset. In dit laatste geval is men overtuigd van het nut en de meerwaarde van de lokale plantengroei, bestrijdt men het onkruid niet langer en wordt zodoende de lokale biodiversiteit beheerst toegelaten.
Maar het kan ook een bewuste keuze zijn van het bedrijf om het eigen bedrijfsgroen in te passen in de omgeving, nog een stapje verder dus. Hier kiest het bedrijf er dan voor om zich zichtbaar en structureel met biodiversiteit in te laten, de leef- en werkkwaliteit van zijn werknemers en de onmiddellijke omgeving te helpen verhogen met respect voor de lokale natuurwaarden. De facto schrijft het bedrijf biodiversiteit in het beleid in. In het kader van de Vlaamse intenties rond het verhogen van de biodiversiteit op bedrijfs-/bedrijventerreinen worden bedrijven gestimuleerd om het bedrijfsgroen in te passen in en aan de lokale natuurwaarden. Ook de overheid is dus vandaag al mee in dit verhaal.
Doordacht te werk
In alle voorgaande besproken situaties, is het belangrijk om bij de realisatie van meer biodiversiteit, doordacht te werk te gaan. Immers, de lokale biodiversiteit heeft niets aan getroffen maatregelen die na een aantal jaar terug op de schop moeten, bijvoorbeeld in het kader van een geplande uitbreiding. En omgekeerd, een bedrijfsleider wil zichzelf niet in de voet schieten met ondoordachte stappen op dit vlak. Dit kan vermeden worden door volop de kaart te trekken van het bevorderen van de komst van pioniersoorten of het creëren van natuur vanuit het concept ‘tijdelijke natuur’. Dan worden er net natuurwaarden aangelegd die bewust tijdelijk van aard zijn. In alle andere omstandigheden is het belangrijk om goed na te denken welke natuur op het bedrijfsterrein best wordt gestimuleerd. Het plaatsen van een bijenhotel zonder rekening te houden met de voedselbehoefte en de vliegtijd van de wilde bijen, is feitelijk een ecologische val. Dan doet men meer kwaad dan goed, hoe mooi het hotel er ook uitziet.
Meer groen hoeft niet per se te betekenen dat alle verharding moet verdwijnen. Meer groen kan bijvoorbeeld ook met de aanleg van een bufferbekken. Het kan net zo goed een picknick- of een buitenwerkzone zijn, al dan niet in combinatie met een vijver of een wadi waarin het hemelwater kan filtreren. Het is bewezen dat werknemers zich mentaal gezonder voelen in een groene werkomgeving. En last but not least: er is ook nog de klimaatverandering. Het hitte-eiland-effect van een bedrijf in een groene omgeving met een beperkte verharde oppervlakte, is beperkter dan soortgelijke bedrijven omgeven door verharding. Dus draagt het investeren in groen bij tot het mitigeren van de gevolgen van de klimaatverandering.