De Europese Commissie heeft de lidstaten van de Europese Unie aanbevolen zich terug te trekken uit het omstreden internationaal energieverdrag ECT. Wat houdt dat verdrag juist in, en waarom is het zo controversieel?
Al sinds de late jaren 1990 gebruiken bedrijven en investeerders het Energy Charter Treaty (ECT) om overheden aan te klagen als hun klimaatbeleid hun winsten in het gedrang brengt. Die dreiging remt overheden in hun klimaatbeleid, zeggen critici, omdat ze vrezen voor juridische stappen. Afgelopen november hadden de meer dan vijftig ondertekenende landen van het verdrag moeten stemmen over een aantal hervormingen om het verdrag te moderniseren en in lijn te brengen met het snel evoluerende klimaatbeleid.
Uitstel gevraagd
Maar de EU zag zich gedwongen om uitstel aan te vragen. Zeven lidstaten trokken zich immers uit het verdrag terug, uit onvrede met de voorgestelde aanpassingen. Op een vergadering eerder deze maand stelde de Commissie zelfs voor om als één blok uit het verdrag te stappen. Volgens de Commissie is het verdrag in zijn huidige vorm onverenigbaar is met het Europese klimaatbeleid. Kort daarna ondertekenden meer dan honderd academici een open brief waarin zij er bij de Britse regering op aandrongen om hetzelfde te doen.
Maar wat is dat ECT precies? We schetsen enkele van de belangrijkste kenmerken, en hoe die door bedrijven worden gebruikt om nationaal klimaatbeleid te ondermijnen. Het ECT is een juridisch bindend pact dat door 52 landen – voornamelijk in Europa, Centraal-Azië en het Midden-Oosten – en door de EU is ondertekend. Het werd opgesteld bij de val van de Sovjet-Unie om Europese energiebedrijven met activa in fossiele brandstoffen in voormalige Sovjetstaten te beschermen.
Het verdrag moet de energiezekerheid bevorderen door energiebedrijven te beschermen tegen risico’s voor hun investeringen en handel, zoals inbeslagname van hun activa of schending van contracten. Het verleent hen ook het recht om overheden aan te klagen omtrent beleid dat hun investeringen kan schaden – niet alleen in fossiele brandstoffen, maar ook in waterkracht, zonne- en windenergie en andere schone energiebronnen.
Waarom is het ECT een bedreiging voor het klimaatbeleid?
Rechtszaken van fossiele brandstofbedrijven tegen milieumaatregelen nemen toe, stelt het Internationaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (IISD). En het risico op juridische stappen kan ertoe leiden dat regeringen maatregelen uitstellen zoals de uitfasering van olie- en gasproductie, zeggen experten. ECT-claims worden ingediend via internationale arbitragekanalen, het zogeheten “investor-state dispute settlement” (ISDS). Zo ontving het Britse energiebedrijf Rockhopper vorig jaar meer dan 235 miljoen euro na een ECT-rechtszaak over het Italiaanse verbod van Italië op offshore olieboringen. Door dat verbod viel het plan van Rockhopper voor een nieuw olieveld in het water.
In een Canadese studie van wordt geschat dat mogelijke juridische claims van fossiele investeerders die klimaatbeleid aanvechten, kunnen oplopen tot 340 miljard dollar. De Europese Commissie heeft aanbevolen dat de EU volledig uit het verdrag stapt, omdat het in zijn huidige vorm onverenigbaar is met het Europese klimaatbeleid. Afgelopen juni bereikten de ondertekenaars van het ECT een akkoord om het verdrag te moderniseren. Dat proces werd in 2018 in gang om het verenigbaar te maken met het klimaatakkoord van Parijs.
Hervormingen ECT onvoldoende gesteund
Maar de deelnemende landen konden niet stemmen over de goedkeuring van de hervormingen, omdat de EU er niet in slaagde een meerderheid van haar lidstaten achter de voorgestelde wijzigingen te krijgen. De tegenstanders – met onder meer Frankrijk, Duitsland, Nederland en Spanje – voerden aan dat de voorgestelde wijzigingen niet volstaan om het EGV in overeenstemming te brengen met het klimaatbeleid, omdat investeringen in fossiele brandstoffen nog minstens tien jaar beschermd zouden blijven.
De ontevredenheid over het moderniseringsproces heeft ertoe geleid dat verschillende staten al op eigen houtje uit het verdrag zijn gestapt. In november kondigden Duitsland, Luxemburg en Slovenië dat ze zich zouden terugtrekken. Spanje, Nederland, Polen en Frankrijk waren in oktober al opgestapt. Volgens een document dat door persagentschap Reuters is gezien, vindt de Commissie het niet haalbaar om een meerderheid te krijgen voor de nieuwe voorwaarden, en vindt ze een gecoördineerde terugtrekking ‘onvermijdelijk’.
lees ook
Grootbanken investeren veel meer in fossiele brandstoffen dan in groene energie
Erkenning van hardnekkige problemen
“Dit is nog niet het definitieve besluit van de EU, maar dit is een grote stap in de richting van de erkenning dat de problemen van het ECT hardnekkig zijn en dat de pogingen om het te repareren hebben gefaald”, zegt Jean Blaylock, een beleidsmedewerker van Global Justice Now. De werkgroep Energie van de Europese Commissie zal naar verwachting in maart opnieuw bijeenkomen, nadat de lidstaten hun standpunt hebben bepaald. Ten minste vijftien lidstaten moeten de terugtrekking steunen om een vertrek voor de hele EU mogelijk te maken – een stap die het Europees Parlement al in een resolutie heeft gesteund.
Als de EU uit het verdrag stapt, zouden partijen buiten de EU kunnen volgen. “Het zou de druk drastisch verhogen op overheden buiten de EU om hetzelfde te doen”, zegt Blaylock, die eraan toevoegt dat Groot-Brittannië een terugtrekking van de EU zou kunnen volgen. Als de EU vertrekt, zou dat waarschijnlijk ook het einde betekenen van het moderniseringsproces van het ECT. Dat werd namelijk vooral door de Commissie aangestuurd. De resterende ondertekenaars van het ECT zouden volgens Blaylock nieuwe leden kunnen zoeken, maar dan voornamelijk uit het Zuiden.
Wachten op EU-standpunt
Volgens Cornelia Maarfield, expert handels- en investeringsbeleid bij Climate Action Network Europe, wachten de meeste niet-EU-landen op het definitieve Europese standpunt, voordat ze hun eigen terugtrekking bespreken. “Als er een massale uittreding komt, zou dit een discussie op gang brengen over het beëindigen van het verdrag als geheel”, zegt ze. Deskundigen zeggen dat een implosie van het ECT zelfs een bredere beweging op gang zou kunnen brengen om andere ISDS-verdragen op te geven. Als het ECT toch overleeft, zullen staten die het verdrag verlaten waarschijnlijk afspreken om een bepaalde clausule – die het mogelijk maakt dat landen tot 20 jaar na uittreding worden aangeklaagd – niet toe te passen.
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd door IPS-partner Thomson Reuters News Foundation.