Heel wat lokale besturen in ons land steken vandaag een tandje bij voor een duurzaam energiebeleid, rationeel energieverbruik en het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie. Meer dan ooit focussen gemeentelijke meerjarenbudgetten op de concrete realisatie van zogenaamde SECAP’s (Sustainable Energy and Climate Action Plan, ofwel het gemeentelijk energie- en klimaatactieplan). Daarnaast ondertekende de overgrote meerderheid van Belgische gemeenten het Burgemeestersconvenant.
Een gestructureerde aanpak van klimaat- en energieuitdagingen is een nobel doel, maar vergt ook de nodige middelen, mensen en ondersteunend cijfermateriaal (en de interpretatie ervan). Bovendien hebben de voorbije coronajaren de budgettaire situatie in veel gemeenten er niet gezonder op gemaakt. Om nog maar te zwijgen van de koudwatervrees bij sommige behoudsgezinde personeelsleden binnen administraties om zaken over een andere boeg te gooien.
Nieuw momentum ‘dankzij’ dure energiefactuur
Door de stijgende energieprijzen lijkt er ook bij sceptici op gemeentediensten een ‘sense of urgency’ te ontstaan om het oude energiebeleid te herzien. De groep van ‘early adopters’ breidt zich langzaam maar zeker uit met lokale besturen die voordien geen prioriteit gaven aan de uitrol van een ambitieus klimaatactieplan.
In dit proces komt de projectmatige werkwijze van de European Energy Award (EEA) handig van pas. Dit instrument, dat in Zwitserland ontwikkeld werd, is ondertussen uitgerold in 1.500 Europese gemeenten, verspreid over 13 Europese landen. Doelstelling: steden en gemeenten ondersteunen om hun klimaatactieplannen te realiseren. Vandaag nemen zes Vlaamse steden en gemeenten deel, met name Asse, Zaventem, Leuven, Hasselt, Lommel en Lanaken.
Professionele begeleiding door experts
Gedurende vier jaar worden deze gemeenten door onder meer de Bond Beter Leefmilieu begeleid. Bij die begeleiding hoort een grondige interne analyse, inclusief aanbeveling van nieuwe acties en interne monitoring. Uiteindelijk krijgt een deelnemende stad of gemeente een score op basis van 79 maatregelen, verspreid over 6 beleidsdomeinen.
De begeleiding door externe experts – zoals de BBL – zorgt ervoor dat een klimaatactieplan een nieuwe dynamiek krijgt. Meer nog: dankzij een projectmatige manier worden steden en gemeenten ertoe aangespoord om over de verschillende departementen heen te werken. Zo kan klimaatadaptatie in een gemeente pas efficiënt aangepakt worden als zowel ruimtelijke ordening onder de loep genomen wordt, bedrijventerreinen verduurzaamd worden en burgers gesensibiliseerd worden over ontharding.
Extra dynamiek
De European Energy Award geeft de deelnemende steden en gemeenten niet enkel een fikse duw in de rug om cijfers over klimaat en klimaatinspanningen beter te interpreteren, maar ook om de realisatie van een lokaal klimaatbeleid grootser aan te pakken. Volgens het EEA-scoresysteem haalt een gemiddelde Vlaamse gemeente vandaag amper 30 op 100. Na een externe audit haalde Lanaken, een van de deelnemende gemeenten, bijna 51 op 100, goed voor een officiële European Energy Award.