Al meer dan driehonderd jaar is Husqvarna een begrip in Zweden, en sinds enkele tientallen jaren ook daarbuiten. Fabriceren zit in het DNA van het bedrijf, en dat gebeurt al met de hulp van waterkracht sinds voor de uitvinding van de elektriciteit. Vandaag staat duurzaamheid nog steeds hoog op de agenda, en wil Husqvarna de CO2-uitstoot drukken en biodiversiteit vergroten, gazon per gazon.
Door een grote groene pijpleiding stroomt water van de laatste uitlopers van het Zuid-Zweedse hoogland naar twee elektriciteitsturbines enkele tientallen meters lager. De turbines leveren vandaag tot drie procent van de stroom van het stadje Jönkoping. Meer dan driehonderd jaar geleden, in 1689, dreef de kracht van dat water een veelvoud aan waterraderen aan op de plek waar we nu staan.
Het oude gebouw van de meelmolen (kvarn) die meel leverde aan het lokale slot (husq) bestaat niet meer, al is erop exact dezelfde plek een nieuwe maalderij verschenen. Die valt in het niets bij de immense fabriek die de voetheuvels domineert: hier is Husqvarna geboren. “Waterkracht was de enige vorm van energie die toen fabrieken kon aandrijven”, licht Sara Gard, Director Residential Robotics R&D bij Husqvarna toe.