Steden en gemeenten kunnen hun mobiliteitsproblemen aanpakken door sterker in te zetten op ruimtelijke nabijheid en functiemenging. Dat stelt advies- en ingenieursbureau Sweco op basis van ervaringen uit uiteenlopende projecten.
Mobiliteit en ruimte onlosmakelijk verbonden
Een leefbare stad start met een doordachte ruimtelijke ordening. Als wonen, werken, leren en ontspannen dichter bij elkaar liggen, vermindert de nood aan lange verplaatsingen. Volgens Sweco is nabijheid de meest duurzame vorm van mobiliteit. Dat principe ligt ook aan de basis van het 15-minutenstad-concept, waarbij essentiële voorzieningen binnen wandel- of fietsafstand bereikbaar zijn.
Het mobiliteitsbeleid van veel steden is volgens Sweco nog sterk bepaald door beslissingen uit de jaren ’60 en ’70, toen de auto centraal stond. Die visie botst vandaag met maatschappelijke uitdagingen zoals verkeersveiligheid, gezondheid, luchtkwaliteit en ruimtegebruik. Een modal shift, waarbij meer mensen kiezen voor stappen, fietsen of openbaar vervoer, kan hierop een antwoord bieden. Die verschuiving creëert bovendien meer ruimte voor wie de auto wél nodig heeft, zoals vrachtverkeer.
Sweco benadrukt dat deze transitie jaren kan duren. Toch kunnen steden en gemeenten vandaag al stappen zetten. Zo ondersteunt het bureau onder meer lokale besturen bij de opmaak van mobiliteits- en beleidsplannen. Voorbeelden daarvan zijn onder meer de stadsregio Turnhout, de CAT-site in Vilvoorde en het bedrijventerrein Eiland Zwijnaarde in Gent.
Infrastructuur en elektrificatie als hefboom
Naast ruimtelijke planning speelt ook infrastructuur een centrale rol. De inrichting van de publieke ruimte bepaalt mee hoe mensen zich verplaatsen. Sweco pleit voor een netwerkbenadering in plaats van versnipperde maatregelen per straat. Zo kunnen ingrepen zoals veilige fiets- en wandelroutes, Hoppinpunten en gedeelde mobiliteitsoplossingen doeltreffend worden geïntegreerd.
Elektrificatie van het wagenpark vraagt daarnaast om een doordachte aanpak van laadinfrastructuur. Volgens Sweco kunnen geclusterde laadpleinen op buurtparkings niet alleen de parkeerdruk verminderen, maar ook bijdragen aan energiebeheer via lokale buffers.
Grote infrastructuurwerken zoals Oosterweel in Antwerpen, de R0 in Brussel en de R4 in Gent zullen de komende jaren veel hinder veroorzaken. Sweco ziet dit als een kans om versneld te investeren in alternatieven voor de auto, zoals openbaar vervoer en fietsinfrastructuur. Dit vergt nauwe samenwerking tussen overheden, vervoersmaatschappijen en private actoren.
De sleutel tot verandering ligt volgens Sweco in een brede mental shift. Alleen wanneer burgers, beleidsmakers en bedrijven samen kiezen voor duurzame mobiliteit, kan de modal shift werkelijkheid worden.
lees ook