De wereld heeft nog maar zeven jaar om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN te halen. Van sommige van die doelen is nu al duidelijk dat dat wellicht niet zal lukken tegen de deadline van 2030. SDG6 bijvoorbeeld – drinkbaar water en een toilet voor iedereen – is in grote delen van de wereld nog een verre droom.
De ambitieuze doelstellingen werden in 2015 door 193 landen overeengekomen. Ze beogen een transformatie op verschillende domeinen voor zowel mens als natuur. Zo werd onder meer vastgelegd om tegen 2030 het aantal mensen dat in armoede leeft te halveren, een einde te maken aan de honger en ervoor te zorgen dat alle kinderen tegen 2030 kwalitatief onderwijs volgen. Ook werd er afgesproken om aanzienlijk meer geld vrij te maken voor biodiversiteit en de bescherming van ecosystemen.
SDG6 hinkt achterop
Op sommige domeinen werd er de afgelopen jaren voortgang geboekt, maar andere doelen hinken nog achterop. SDG6 bijvoorbeeld, de doelstelling rond schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiënische leefomstandigheden.
Uit een gezamenlijke studie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en VN-Water blijkt dat op veel plaatsen in de wereld een sterke versnelling nodig zal zijn om die doelstelling tegen 2030 te bereiken. In totaal werden daarvoor 121 landen onderzocht – 86 procent lage- en middeninkomenslanden en 14 procent rijke landen.
Uit het rapport, Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking-Water (GLAAS), blijkt dat 45 procent van de landen op schema ligt om hun nationale doelstelling rond drinkwaterdekking te halen. Wat betreft de sanitaire voorzieningen ligt amper een kwart van deze landen op koers om het doel te behalen in 2030.
Te weinig technici, te weinig budget
Minder dan een derde van de landen zegt over voldoende opgeleide mensen te beschikken om die doelstellingen te helpen realiseren. Driekwart van de landen zegt niet over voldoende budget te beschikken om hun plannen op de beste manier te kunnen uitvoeren.
“De beperkte beschikbaarheid van drinkbaar water, slechte sanitaire voorzieningen en gebrekkige hygiëne kosten elk jaar miljoenen mensen het leven”, zegt WHO-topman Tedros Adhanom Ghebreyesus. “We stevenen af op een ware crisis.”
“De wereld is er nog niet wat betreft SDG6 tegen 2030”, zegt Gilbert Houngbo de voorzitter van VN-Water en topman van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). “Dat brengt mensen in gevaar omdat ze zo meer dan gemiddeld worden blootgesteld aan infectieziekten, zeker na rampen, bijvoorbeeld door extreme klimaat- en weerevents.”
Politieke betrokkenheid
De gevolgen van klimaatverandering en extreme weersomstandigheden zorgen voor meer aandacht voor de problemen en onderstrepen zo de dringende noodzaak van een wereldwijde samenwerking. En dat is mogelijk, want het GLAAS 2022-rapport laat zien dat er wel degelijk vooruitgang wordt geboekt in landen waar sprake is van politieke betrokkenheid en investeringen voor drinkwater en sanitair.
De WHO en VN-Water roepen daarom regeringen en belanghebbenden op om inspanningen op te schalen en in te zetten op goed bestuur, meer financiering en de ontwikkeling van meer capaciteit.
In maart 2023 zal in New York de VN-Waterconferentie doorgaan waar de voortgang van SDG6 zal worden geëvalueerd en waar naar verwachting sterk zal worden aangedrongen op meer actie en toezeggingen op vlak van water en sanitaire voorzieningen voor iedereen.