Bertschi Group heeft de oppervlakte van zijn terminal in Terneuzen zo goed als verdubbeld. De groep speelt daarmee in op de stijgende vraag naar spoorvervoer voor het transport van chemische producten van en naar North Sea Port.
Bertschi is een wereldwijde logistieke dienstverlener met hoofdkantoor in Zwitserland. Het bedrijf is gespecialiseerd in transport voor de chemische industrie. Spoorvervoer neemt daarbij met 75 procent het grootste aandeel in – tegenover 15 procent voor de binnenscheepvaart en 10 procent voor wegtransport met trucks.
Meer plaats en langere treinen
De groep beschikt sinds 2008 over een spoorterminal in Terneuzen, dat deel uitmaakt van North Sea Port. De totale oppervlakte van die terminal is opgetrokken van 12.000 naar 22.000 vierkante meter. Dat levert bijkomende ruimte op voor de opslag van containers op.
Bovendien zijn de sporen met 225 meter verlengd, zodat langere treinen op de terminal kunnen laden. Een nieuwe wissel zorgt ervoor dat de locomotief nu gemakkelijk weer naar de kop van de trein kan rijden. Zo hoeft de trein bij vertrek niet eerst te keren.
lees ook
Vlaamse havens werken aan duurzamere scheepvaart
Minder uitstoot
Bedrijven kunnen zo meer lading op het spoor zetten. Dat vertaalt zich in een CO2-uitstoot die 70 procent lager ligt dan bij wegtransport.
Alle voertuigen en behandelingstuigen op de terminal draaien voortaan op biobrandstof. Dat betekent 90 procent minder CO2-uitstoot. Vijfmaal per week komt een trein tankcontainers ophalen voor verdeling over heel Europa.
North Sea Port wil als multimodale haven ook het spoorvervoer verder ontwikkelen. De uitbreiding bij Bertschi past in dat kader.