De eerste buis van het Warmtenetwerk Antwerpen Noord is gelegd. Dat netwerk zal bedrijven en bewoners de mogelijkheid geven om industriële restwarmte te gebruiken, voor productie of verwarming. Het netwerk bespaart fossiele brandstoffen en is goed voor een CO2-reductie van 80.000 ton per jaar.
Vanaf 2024 zal Boortmalt mout produceren met de industriële restwarmte van Warmtenetwerk Antwerpen Noord. Fluvius realiseert aansluitend een bijhorend residentieel netwerk waarmee de bewoners van 3200 sociale woningen van Woonhaven – in de wijken Luchtbal en Rozemaai – hun woningen kunnen verwarmen.
De werken voor dit grootschalige warmtenet gingen van start in het najaar en duren tot eind volgend jaar. In totaliteit zal het netwerk een capaciteit hebben van zo’n 150 Gwh/jaar.
Ondergrondse leidingen
‘Restwarmte’ is warmte die vrijkomt bij een industrieel productieproces. Een warmtenet met restwarmte is een alternatief voor verwarming op fossiele brandstof. Het bestaat uit een netwerk van goed geïsoleerde ondergrondse leidingen dat warm water van de ene plaats (de industrie) naar een andere (industrie en woningen) brengt voor diverse warmtetoepassingen.
Bij Warmtenetwerk Antwerpen Noord gaat het om restwarmte van de draaitrommel-ovens van Indaver waar industrieel afval thermisch verwerkt wordt. Warmtenetwerk Antwerpen Noord bedient in een eerste fase industriële afnemer Boortmalt die zich op lange termijn engageerde en de warmte in haar bedrijfsproces zal gebruiken.
In een tweede fase koppelt Fluvius hier een residentieel netwerk aan, waardoor ook scholen, openbare gebouwen en 3200 gezinnen van twee wijken in het noorden van Antwerpen hun warmtevoorziening kunnen verduurzamen.
Gesloten circuits
Het warmtenet wordt uitgevoerd in een gesloten kringloop. De warmte wordt op een temperatuur van ongeveer 105 graden Celsius van Indaver naar Boortmalt gebracht, zo’n tien kilometer verderop in de haven. Boortmalt gebruikt deze warmte in het moutproces. Het afgekoelde water (65 graden Celsius) vloeit via een tweede pijpleiding terug naar Indaver om hergebruikt te worden.
Van het eerste deel van het warmtenet vertrekt er een tweede, residentieel net, naar onder meer sociale woningen, maar ook scholen en openbare gebouwen in de wijken Luchtbal en Rozemaai. Ook hier wordt een gesloten circuit gebruikt zodat er geen water verloren gaat.
Doordat Boortmalt en de residentiële gebruikers geen fossiele brandstof meer hoeven aan te spreken, wordt een belangrijke besparing van onder meer aardgas gerealiseerd. De transitie van fossiele brandstof naar restwarmte betekent ook een vermindering van CO2-uitstoot met 80.000 ton per jaar (wanneer de volledige capaciteit van het warmtenet benut wordt). Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van 25.000 Antwerpse gezinnen.
Open access
Bijzonder aan dit netwerk is dat het een ‘open access’-netwerk wordt. Elk bedrijf in de haven dat warmte produceert en/of wil afnemen kan dus, ook in een latere fase, nog toetreden.
Het leidingennetwerk loopt bijvoorbeeld langs de terreinen van het Next Gen District. Port of Antwerp-Bruges wil op deze site bedrijven clusteren die actief zijn in de circulaire economie. Die bedrijven kunnen op hun beurt restwarmte aanleveren aan of afnemen van het netwerk. Dit is het eerste ‘open access’-netwerk dat in België gerealiseerd wordt.
De werken worden uitgevoerd door de Tijdelijke Maatschap Visser & Smit Hanab, twee gespecialiseerde aannemers in duurzaam energietransport.