Sinds 1 januari 2025 gelden nieuwe, striktere regels voor de export van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) naar het buitenland. De aanpassing van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) vertaalt wijzigingen van het Verdrag van Bazel naar Europese wetgeving en heeft directe gevolgen voor Belgische inzamelaars, verwerkers en recyclagebedrijven.
Belangrijke wijzigingen voor exporteurs
De nieuwe regels verbieden de export van zowel gevaarlijk als niet-gevaarlijk e-waste naar niet-OESO-landen. Voor OESO-landen geldt voortaan een verplicht systeem van voorafgaande kennisgeving en toestemming, ongeacht het type e-waste. Binnen de Europese Unie blijft de ‘groenelijstprocedure’ voorlopig mogelijk voor niet-gevaarlijk e-waste onder bepaalde codes, maar die overgangsregeling loopt af eind 2026.
Daarnaast zijn vertrouwde afvalcodes zoals B1110 (niet-gevaarlijk e-waste) en A1180 (gevaarlijk e-waste) sinds 2025 geschrapt. Bedrijven moeten voortaan werken met de aangepaste codes GC010 en GC020 voor niet-gevaarlijk e-waste.
Extra voorwaarden vanaf 2027
Vanaf 21 mei 2027 worden aanvullende voorwaarden van kracht voor de export van afval naar niet-OESO-landen. Enkel landen die vóór 21 februari 2025 een formele aanvraag bij de Europese Commissie hebben ingediend, mogen dan nog specifieke afvaltypes ontvangen. Verwerkende installaties in deze landen moeten bovendien vooraf geauditeerd zijn. Voor belangrijke stromen zoals metalen, papier, textiel en rubber zijn aanvragen ingediend, maar de goedkeuring daarvan is nog in behandeling.
Om bedrijven te helpen bij de correcte toepassing van de nieuwe regels, werken de Europese federaties FEAD, EuRIC en EERA aan een praktische classificatiegids. Deze gids verduidelijkt de juiste interpretatie van e-waste, componenten en recyclagefracties bij import en export.
lees ook