Uit het Europese NEMO-project blijkt dat mijnafval kan dienen als grondstof voor beton. Binnen het project onderzochten en ontwikkelden VITO en ResourceFull samen drie deels circulaire betonmixen.
Ook in Europa is er nog veel mijnbouw, bijvoorbeeld voor de winning van koper, nikkel en zink. Jaarlijks zorgen die mijnbouwactiviteiten voor 700 miljoen ton afval. Dat afval, ook tailings genaamd, heeft een minerale samenstelling – zoals steen en zand. Door de poederige structuur wordt het vaak in meren gedumpt. De aanwezige schadelijke componenten, denk bijvoorbeeld aan zware metalen, riskeren daardoor op termijn in de bodem en het grondwater te belanden.
Upcycling tot betonmix
In een zoektocht naar circulaire oplossingen voor de tailings ging begin 2018 het Europese Horizon 2020-project NEMO van start. Dat onderzocht de winning van achtergebleven metalen, de isolatie van schadelijke en gevaarlijke componenten, en de upcycling van de minerale fractie tot grondstoffen voor bouwmaterialen. Bij dat laatste waren ook VITO en ResourceFull betrokken, een kmo gespecialiseerd in duurzame betontechnologieën.
Als demonstratie ontwikkelden VITO en ResourceFull drie verschillende betonmixen voor verschillende toepassingen: van stortklaar beton en betonnen prefabpanelen tot betonnen klinkers. Tailings vervingen daarbij tot een derde van het cement.
De deels circulaire betonmix werd in september vorig jaar ook toegepast op de nieuwe parking van de VITO-site in Mol. Er werden ook enkele blokken gestort zodat de kwaliteit op lange termijn gecontroleerd kan worden.
lees ook
Beton van CarbiCrete staat in de startblokken (en het neemt CO2 op in plaats van uit te stoten)
Logistiek bezwaar
Eind vorig jaar werd het NEMO-project afgerond. Het toonde alvast aan dat mineraal mijnafval zich leent voor een meer circulaire productie van beton. Idealiter gaan mijnbouwbedrijven daarvoor samenwerken met betonfabrikanten.
Helaas blijkt de logistiek een struikelblok: veel mijnafval wordt geproduceerd in Noord-Europa en door het gewicht is transport over grote afstanden niet rendabel. Een mijn in de buurt van Dublin – een van de drie case studies in het project – was wat dat betreft een uitzondering omdat er in de buurt veel lokale betonfabrikanten gevestigd waren.