De titel van het rapport – ‘Op weg naar een klimaatneutrale Vlaamse bouw’ -zet alvast de toon. Naast het aanpakken van de bouwschil gelooft de beroepsorganisatie van de bouwsector sterk in de bijdrage van de installaties en verwacht ze veel van de circulaire bouweconomie en van digitalisering. De transitie vraagt wel dat een aantal randvoorwaarden vervuld zijn.
Om te ontsnappen aan de afhankelijkheid van de steeds duurdere fossiele brandstoffen bestaat er maar één uitweg: de uitbouw van een klimaatneutrale maatschappij. De bouw speelt daarbij een cruciale rol. Alleen al de gebouwen dragen voor zo’n 40 procent bij tot de totale CO2-uitstoot. De Vlaamse bouw omarmt deze evolutie naar klimaatneutraliteit ten volle.
Uit onderzoek is gebleken dat de bouwsector wel degelijk klimaatneutraal kan worden. Door op grote schaal de bouwschil van gebouwen te verbeteren met renovatie of nieuwbouw, door over te schakelen op hernieuwbare energie, door technische installaties te vernieuwen en door gebruik te maken van gerecycleerde en koolstofvrije bouwmaterialen.
Ook de geoptimaliseerde integratie van installaties in slimme gebouwen, de bijdrage van de bouw tot CO2-absorberende ecosystemen en de CO2-winst die voorkomt uit fossielvrije bouwplaatsen spelen een rol bij het klimaatneutraal maken van de bouw. Het visierapport van Embuild Vlaanderen gaat dieper in op elk van deze elementen.
Renovatiegolf en slimme installaties
De Vlaamse overheid heeft met de invoering van een renovatieverplichting bij de overdracht van een woning een belangrijke aanzet gegeven tot de realisatie van een klimaatneutraal Vlaanderen tegen 2050. De verplichtingen zullen verder verstrengen totdat tegen 2040 al de overgedragen bestaande woningen label A bereiken. Embuild Vlaanderen berekende dat op basis van de verkopen en andere overdrachten die we tegen 2050 kunnen verwachten, 100 procent van de bestaande woningen gerenoveerd zullen geraken.
De fors hogere energieprijzen, waarvan Embuild Vlaanderen verwacht dat ze in de komende jaren op een hoog niveau zullen blijven, verhogen nog de druk om sneller energetisch te renoveren. Volgens Embuild Vlaanderen vormen nieuwbouw en grondige energetische renovatie voor gezinnen de beste bescherming tegen onrust op zowel de financierings- en de materialen- als de energiemarkten. De particuliere renovatieverplichting zou ook het aantal grootschalige renovatieprojecten moeten bevorderen die nu in Vlaanderen nog onvoldoende van de grond komen.
Om klimaatneutraliteit te bereiken volstaat het niet om de bouwschil aan te pakken. Embuild Vlaanderen gelooft daarom sterk in de bijdrage van de installaties. PV-panelen, warmtepompen en batterijen worden almaar efficiënter. Er zijn nog belangrijke stappen voorwaarts mogelijk, niet alleen op het vlak van energiezuinigheid maar ook op het vlak van comfort, en dat dankzij de oprichting van slimme gebouwen. In die gebouwen worden de traditioneel los van elkaar staande technieken op een digitale manier met elkaar geconnecteerd.
Hernieuwbare energie
Op het vlak van hernieuwbare energie merkt Embuild Vlaanderen een snellere toename dan verwacht. In nieuwe woningen worden versneld warmtepompen geïnstalleerd. De fors toenemende elektromobiliteit zal het gebruik van hernieuwbare energie verder doen toenemen. Tegelijk moet de Vlaamse overheid haar prognoses voor zonne- en windenergie stelselmatig naar boven herzien.
De eisen die de Vlaamse overheid op het vlak van hernieuwbare energie aan gebouwen stelt en die almaar strenger worden, hebben een belangrijke rol gespeeld en zullen deze trend nog versnellen. Tegelijk is de regelgeving ook een duidelijke weg naar de defossilisering van installaties ingeslagen: stookolieketels en gasaansluitingen worden gaandeweg verboden. In 2021 telde Vlaanderen 76 warmtenetten en in 2022 34 energiegemeenschappen. Hun bijdrage is nog relatief gering maar gaat ongetwijfeld toenemen. De regelgeving op dit vlak is ook nog pril.
Groenere materialen
De bouwindustrie ontvouwt nu al plannen om tegen 2050 klimaatneutraal te worden en denkt daarbij aan methoden om de CO2-uitstoot bij de productie fors te reduceren, met steeds dunnere materialen als resultaat. Bij het productieproces kan dan hernieuwbare energie worden gebruikt. Op langere termijn komen technieken in het vizier die koolstof opvangen en zoveel mogelijk hergebruiken.
Tegelijk verwacht Embuild Vlaanderen veel van de circulaire bouweconomie om de koolstofvoetafdruk van de bouw terug te schroeven. Niet toevallig is 2050 ook de tijdshorizon van het nieuwste plan van OVAM voor de bouw. Daarvoor ziet OVAM de volgende twee hoofdlijnen: voor het bestaande patrimonium maximaal inzetten op urban mining, en voor nieuw patrimonium werken aan circulaire materiaal- en ontwerpkeuzes. Embuild Vlaanderen werkt ook samen met vier andere partners aan een Vlaams betonakkoord om het circulaire gebruik van beton te bevorderen en de CO2-uitstoot van beton sterk te reduceren.
Drie andere mogelijke bijdragen voor minder CO2-uitstoot, die steeds meer opgang maken: het gebruik van natuurlijke (biobased) materialen, de creatie van groene, CO2-absorberende omgevingen rond gebouwen, en de elektrificatie van werven zodat ze niet langer hoeven te draaien op dieselgeneratoren.
Randvoorwaarden
Al die maatregelen samen maken dat de bouwsector tegen 2050 klimaatneutraal kan worden. De transitie vraagt wel dat een aantal randvoorwaarden vervuld zijn, aldus Embuild Vlaanderen.
Digitalisering in de bouw speelt een belangrijke rol om tot energieneutraliteit te komen. Illustratief in dit verband is het gebruik van BIM (Building Information Modelling). BIM is een nuttig instrument om slimme gebouwen aan te sturen en zo energiezuinige en fossielvrije gebouwen te realiseren.
Belangrijk is ook de bereidheid van de overheid. Die kan via haar opdrachten een beroep doen op de toegevoegde waarde van de bouwbedrijven op het vlak van duurzaamheid en energiezuinigheid. Embuild Vlaanderen ziet de Vlaamse overheid in toenemende mate gebruikmaken van onderhouds- en energieprestatiecontracten en van bouwteam- en Design & Build-formules die meer ruimte bieden voor de creatieve inbreng van aannemers.
Om ecologische vernieuwingen te stimuleren vraagt Embuild Vlaanderen de overheid vooral om ontwikkelingskaders te creëren. Zo moet de overheid voor een terrein of site de te bereiken ecologische doelstellingen vastleggen maar niet in detail bepalen op welke manier die moeten worden bereikt – als het groene, blauwe en energetische peil voor het geheel maar wordt gehaald. Het afwegingskader voor biodiversiteit en het groenblauwpeil die in het visierapport worden vermeld, wijzen hiervoor de weg.
Betaalbaarheid en financierbaarheid
Op financieel vlak rijst de vraag of de transitie naar klimaatneutraliteit betaalbaar zal zijn – zowel voor burgers als voor andere opdrachtgevers. Een tweede vraag betreft de mate waarin banken en bedrijven willen investeren in duurzame projecten. Het is positief dat de huidige Vlaamse regering de renovatiegolf een impuls van 1 miljard euro zal geven. Die inspanning zal de volgende regering minstens moeten voortzetten. Ook de Europese taxonomierichtlijn zal in belangrijke mate de duurzaamheid bevorderen van de projecten die bedrijven gaan ondernemen en die de banken nog willen financieren.
Projecten gaan steeds meer gewaardeerd worden in functie van hun duurzaamheid en de mate waarin de gebouwen binnen de vijf jaar duurzaam moeten worden gemaakt. Gebouwen die energetisch niet in orde zijn, gaan minder gewaardeerd worden. Kopers zullen daardoor niet langer in een situatie terechtkomen dat ze gebouwen kopen waarvoor ze in de volgende jaren niet langer de middelen hebben om ze energetisch efficiënt te maken.
Alhoewel volgens Embuild Vlaanderen in de nabije toekomst nog bijsturingen aan het beleid en het duurzaamheidsbeleid van de banken moeten gebeuren, zijn de fundereringen gelegd van een financieringssysteem gericht op de duurzaamheid van projecten. Tegelijkertijd blijft ondersteuning voor de zwakste inkomens meer dan ooit noodzakelijk om het voor elke Vlaming mogelijk te maken zijn maandelijkse woonlasten (aflossingen/huur samen met de energiefactuur) te kunnen betalen.