Zoals de OESO nog suggereerde in het milieuprestatierapport dat het op 31 maart over België publiceerde, zijn krachtig beleid en strenge wetten belangrijk maar zijn ze niets zonder een krachtige handhaving. Volgens de OESO mag België en dus ook Vlaanderen op dat vlak wel een paar tandjes bijsteken.
De afdeling handhaving van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid maakte recent haar focuspunten voor handhaving in 2021 bekend. We bekijken enkele speerpunten.
Sigrid Raedschelders, afdelingshoofd Handhaving: “Onze focus ligt op oplossingsgerichte handhaving. Soms vertaalt zich dat in proactieve en preventieve handhaving, waarbij we onder meer concreet onderzoeken hoe compliance promotion het naleefgedrag kan verbeteren. Vaak betekent gepaste handhaving het inzetten van meer ingrijpende instrumenten, zoals aanmaningen, processen-verbaal en bestuurlijke maatregelen. Hiermee willen we ervoor zorgen dat overtreders al het nodige doen om geen schade aan milieu, de goede ruimtelijke ordening of ons erfgoed te berokkenen of schade te herstellen waar dat mogelijk is. Herstel is belangrijk, maar daarnaast geven we via onze bestuurlijke beboeting een duidelijk signaal naar overtreders dat schendingen van onze omgevingsregels hoe dan ook niet zonder gevolg blijven.”
De afdeling Handhaving wil inzetten op een innovatieve handhaving. In 2021 implementeert Omgevingsinspectie Compliance Promotion in de handhavingsuitvoering die betrekking heeft op de naleving van de VCRO op basis van twee deelinitiatieven: interactieve webinar handhavingspartners en informatieverplichtingen notarissen en vastgoedmakelaars.
Het zal zich ook meer gaan toeleggen op de screening van bestaande databanken om potentiële overtredingen op het spoor te komen. Nu is de handhaving meestal klachtgestuurd. Daar wil de afdeling toekomstgericht iets aan doen, onder ander door:
- de screening van de omgevingsvergunningen afgeleverd in signaalgebieden en/of watergevoelige
gebieden waar voorwaarden worden opgelegd inzake verharding - de screening van de omgevingsvergunningen waarin voorwaarden zoals de aanleg van (groen)buffers
worden opgelegd - de screening van de omgevingsvergunningen waar de praktijk leert dat afwijkingen zeer frequent
voorkomen (bv. verbouwen blijkt herbouwen, meer verhardingen aanbrengen dan vergund, …) - de screening van de omgevingsvergunningen die na het instellen van beroep door het departement
Omgeving worden ingetrokken (bv. wat is de toestand ter plaatse, zijn er reeds schendingen, …) - de screening van omgevingsvergunningen die afgeleverd worden als regularisatievergunning in
ruimtelijk kwetsbare of watergevoelige prioritaire gebieden
Inspectie binnen thema milieu
De speerpunten milieu voor het omgevingshandhavingsplan 2021 houden in belangrijke mate zowel het reactief als proactief optreden in en situeren zich bij de thema’s afval, dieren (onder andere landbouw), hinder, ketenteam, klimaat, lucht, omgevingsveiligheid, ondergrond en grondwater, water, het RIEinspectieprogramma en exploitatie. Omwille van de Coronapandemie liep een aantal al dan niet Europees verplichte handhavingsinitiatieven vertraging op. Omgevingsinspectie zorgt ervoor dat aan inspectie-opdrachten op een risicogerichte, weloverwogen en gedragen wijze invulling wordt gegeven om de kwaliteit van onze leefomgeving te blijven bewaken, ook in tijden van corona. Ze zet daarbij maximaal in op het verzekeren van de kritieke processen ‘milieucrisismanagement’ en ‘permanentie- en responssysteem milieuhygiëne’ en het prioritair
inspecteren van RIE-installaties ((agro-)industriële sites) en SEVESO-inrichtingen.
Hoewel de middelen en technologieën beschikbaar zijn om de selectieve inzameling en hieruitvolgende materiaalrecyclage tot stand te brengen en hier ook vele goede voorbeelden van bestaan, merkt Omgevingsinspectie op het terrein dat de naleving sterk verschilt. Een voorbeeld van een veel voorkomende tekortkoming bij de gecontroleerde inrichtingen is een gebrekkige of ontbrekende inzameling van PMD of de inzameling van “gemengd afval”, bijvoorbeeld bij opruimingen van gebouwen waarbij nadien niet de piste van verregaande uitsortering en materiaalrecyclage wordt gevolgd. Een ander voorbeeld is een sloopwerf met aanwezigheid van asbest, waarbij het asbest niet of onvoldoende verwijderd wordt, wat naast een potentiële verontreiniging van de omgeving met asbestvezels, ook kan leiden tot een verontreiniging van het afgevoerde bouw- en sloopafval en dus een risico inhoudt voor de kwaliteit van de hieruit geproduceerde gerecycleerde puingranulaten.
Bij de afvalstoffenverwerkers zijn een goed werkend acceptatie- en non-conformiteitenbeleid cruciaal om hun leveranciers van afvalstoffen te sensibiliseren op vlak van een goede bronsortering en om de kwaliteit van sortering en verwerking op peil te houden. Ook hierop stelt de afdeling Handhaving regelmatig overtredingen vast. Speciale aandacht gaat ook uit naar asbeststortplaatsen, omwille van de bijzondere problematieken en zorgen die hierbij komen kijken.
Een specifiek thema dat Omgevingsinspectie onder de aandacht van de lokale toezichthouders blijft brengen, is de handhaving bij grondwaterwinningen omdat mede door de droogteproblematiek van de afgelopen jaren dit thema ook op lokaal niveau belangrijk is. Ook de ondersteuning van de lokale besturen die met handhaving omtrent asbest worden geconfronteerd, blijft een prioritair aandachtspunt.
In 2021 zet Omgevingsinspectie haar controles op de omgang met asbest- en bouw- en sloopafval op containerparken en bij sorteerbedrijven voort. Controles op de aanwezigheid van asbest in bedrijfsgebouwen en op de selectieve inzameling op sloopwerven zullen op een ad-hocbasis aan bod komen. Omgevingsinspectie werkt in 2021 ook handhavingsinstrumenten uit die door de lokale handhavers gemakkelijk kunnen gebruikt worden in het kader van de behandeling van asbestdossiers.
Handhaving in ruimtelijk kwetsbare gebieden blijft een belangrijke Vlaamse prioriteit en proactieve controles zijn aangewezen. Omdat ook fauna, flora, milieu, gezondheid en klimaat nadelige effecten van bouwmisdrijven kunnen ondervinden, overstijgt de impact van schendingen in deze gebieden soms de louter goede ruimtelijke ordening.
In 2021 besteden verbalisanten ruimtelijke ordening van Omgevingsinspectie in overleg met hun collega’s- milieutoezichthouder specifiek aandacht aan het toezicht op de in de omgevingsvergunning voor klasse 1-inrichtingen opgelegde, stedenbouwkundige voorwaarden die betrekking hebben op buffering, groenscherm en waterberging. Per provincie controleert Omgevingsinspectie een aantal klasse 1-inrichtingen (recente vergunningen, bedrijven met grote verharde oppervlakten en niet-verontreinigd hemelwater) op deze wijze, ongeacht de zone/bestemming waarin de inrichting zich bevindt (zie hoofdstuk 2.4.2.9.3).
In verband met niet-gevaarlijk bedrijfsafval
Omgevingsinspectie voert in 2021 controles uit bij alle schakels van de afvalstoffenketen, namelijk bij afvalstoffenproducenten, bij inzamelaars, bij overslag- en sorteercentra en bij eindverwerkers, waaronder verbrandingsovens en stortplaatsen. Hierbij zal onder andere aandacht besteed worden aan de selectieve inzameling, de voorwaarden waaraan moet voldaan worden bij samenvoegen van verschillende afvalfracties, de aanvaardingscontrole, het sorteerproces in functie van hoogwaardige materiaalrecyclage, …
In verband met biogas- en composteerinstallaties
Omgevingsinspectie controleert in 2021 intensief de aangevoerde stromen bij biogasinstallaties op basis van het register en de aanvoerdocumenten en doet een toetsing aan de voorwaarden zoals vermeld in de Verordening (EG) 1069/2009. Alle emissies naar bodem, lucht (onder andere geur) en water (onder andere bedrijfsafvalwater) worden door geïntegreerde controles gevat.
In verband met kunststofpelletverlies
In 2021 voert Omgevingsinspectie gerichte controles uit bij de inrichtingen actief in deze keten, gaande van de producenten van de kunststofpellets, logistieke bedrijven, verwerkers van de kunststofpellets en afvalstoffenbedrijven (overslagbedrijven, sorteerbedrijven, recyclagebedrijven) om het verlies van de kunststofpellets of fijne kunststofdeeltjes maximaal te voorkomen.
In verband met geurhinder
Specifiek voor asfaltcentrales, waar geuraspecten inherent gekoppeld zijn aan de werking ervan, werkt Omgevingsinspectie in 2021 een aftoetsingskader uit in functie van een uniforme aanpak van een mogelijke geurproblematiek.
In verband met koelinstallaties
Omgevingsinspectie blijft in de periode 2021-2030 inzetten op controle op de naleving van de Vlaamse uitbatingsvoorwaarden volgens VLAREM en andere verplichtingen voortvloeiend uit Europese regelgeving bij klasse 1-inrichtingen betreffende de uitstoot van F-gassen.
Omdat Omgevingsinspectie bevoegd is voor de controle op deze erkende firma’s, zet zij, in overleg met en met goedkeuring van de afdeling GOP van het departement Omgeving en het Vlaamse Energie- en Klimaatagentschap, in 2021 het handhavingsinitiatief ter controle van de werking en de kwaliteit van de gecertificeerde koeltechnische firma’s voort.
Wat betreft de controle op afvoer en verwerking van F-gassen, start Omgevingsinspectie geen apart handhavingsinitiatief op maar zet ze in 2021 verder in op het in kaart brengen van de ‘officiële’ en ‘nietofficiële’ afvalstromen en de betrokken actoren.
In 2021 focust Omgevingsinspectie op het gebruik en afvoer van zwavelhexafluoride, het isolatiegas of vonkblusmiddel met de grootste global warming potential (GWP)-waarde dat in hoogspanningcabines, middenspanningscabines en laagspanningskasten wordt gebruikt.
Inspectie binnen thema onroerend erfgoed
Naast een aantal handhavingsprioriteiten in verband met het behoud van gebouwen, dorps- en stadsgezichten, heeft de afdeling Handhaving ook een taak wat archeologie betreft. Het Onroerenderfgoeddecreet stelt een aantal handelingen strafbaar of voorziet een geldboete in het kader van archeologie. In 2016 trad het grondig vernieuwde luik archeologie in werking. Dit is echter moeilijk omdat overtredingen meestal niet meer te herstellen zijn. In overleg met het agentschap Onroerend erfgoed gaat Omgevingsinspectie in 2021 na hoe in de toekomst zal worden omgegaan met deze archeologie-overtredingen, hoe proactief kan worden gehandeld en hoe doelgericht kan worden gehandhaafd.