Uit nieuw onderzoek naar het socio-economisch belang van water in Vlaanderen blijkt dat de vijftien meest waterintensieve sectoren goed zijn voor één op de vier jobs in Vlaanderen. De Vlaamse economie is dus sterk afhankelijk van water. Ondanks minder en efficiënter waterverbruik blijft de waterstress zorgwekkend hoog.
Vlaams minister van Economie en Innovatie Jo Brouns benadrukt dat de economie een enorme impact kan hebben op het waterverbruik in Vlaanderen, en dus ook een enorm potentieel heeft om de droogteproblematiek aan te pakken. “Het is om die reden dat we de afgelopen twee jaar 10 miljoen euro hebben geïnvesteerd via de Blue Deal in waterbesparende maatregelen bij de bedrijven. Deze zomer lanceerden we waterscans, waar bedrijven nu beroep op kunnen doen om hen meer inzicht te geven in hun watergebruik en hen zo bewuster te maken van duurzaam waterbeheer in hun processen. Zo kunnen we tot nog meer waterbesparing komen, wat goed is voor het klimaat maar ook voor de kosten van onze Vlaamse bedrijven.”
De studie is een initiatief van Vlakwa, het Vlaams Kenniscentrum Water. De analyses gebeurden door VITO, het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, op basis van databronnen van Belgische en Vlaamse overheden. De cijfers reflecteren de situatie in 2020.
Waterintensieve maakindustrie
De vijftien sectoren die het meeste water gebruiken, zijn rechtstreeks verantwoordelijk voor 27,3% van de totale tewerkstelling in Vlaanderen. Het aandeel van die waterintensieve sectoren in de bruto toegevoegde waarde van de Vlaamse economie bedraagt 33,7 procent, goed voor 80 miljard euro.
De waterintensieve sectoren situeren zich in belangrijke mate binnen de maakindustrie, die indirect nog eens veel meer jobs creëert. Gegarandeerde waterbevoorrading tegen een competitieve prijs is dus van cruciaal belang, ook om internationale investeringen aan te trekken.
De belangrijkste waterverbruikers (koelwater niet meegerekend) zijn de sectoren chemie (21,9%), logistiek (11,8%), landbouw (10,4%), voeding (7,8%) en metaal (7,6%). Deze 5 sectoren zijn samen goed voor 60% van het waterverbruik binnen de Vlaamse economie.
Koelwater
De energie- (62,3%) en chemiesector (24,8%) zijn dan weer het sterkst afhankelijk van koelwater. Samen met de cokes-industrie en de voedingssector gebruikten ze in 2020 1,9 miljard kubieke meter (99,6%) voor koelprocessen. Hitte en droogte hebben een grote impact op deze sectoren. Als de temperatuur van het oppervlaktewater stijgt, is er namelijk meer water nodig om even goed te koelen. Dat water is vaak nauwelijks beschikbaar, wat de koelinstallaties sterk verstoort of zelfs stillegt.
Ook bij het versassen van schepen is een belangrijke hoeveelheid water nodig. Bij onvoldoende wateraanvoer zijn overheden daarom soms genoodzaakt om water oppompen te verbieden, zoals gebeurde afgelopen zomer.
In 2020 gebruikte de Vlaamse economie zowat 2,5 miljard kubieke meter water, ruim één miljard kubieke meter minder dan in 2010. De sterke daling is hoofdzakelijk het gevolg van minder koelwatergebruik. Daardoor neemt de waterefficiëntie toe. Waterefficiëntie duidt op de gecreëerde economische toegevoegde waarde per kubieke meter (euro/m3). Die steeg van 55 euro per kubieke meter in 2010 naar 99 euro per kubieke meter in 2020.
Waterkost
De totale waterkost voor levering en zuivering voor Vlaamse bedrijven bedroeg in 2020 934 miljoen euro, dat is 18% meer tegenover 2010. De sectoren chemie, voeding, energie en cokes betalen het grootste aandeel in de waterfactuur, samen goed voor 381 miljoen euro per jaar of 41% van de totale jaarlijkse gezamenlijke waterfactuur.
De sectoren die de stijgende waterprijzen het sterkst voelen zijn de sectoren winning van delfstoffen, cokes en metaal. Een hoge waterkost heeft hier de grootste impact op de marge van de bedrijfsopbrengsten.
Te hoge waterstress
In België daalde de waterstress tussen 2010 en 2019 van 73,13 naar 54,07%. Waterstress is de verhouding tussen de gebruikte hoeveelheid zoetwater en de beschikbare hoeveelheid. Een regio vertoont waterstress wanneer dat cijfer hoger ligt dan 25%.
Ondanks efficiënter watergebruik blijft de waterstress in België zorgwekkend hoog. In Vlaanderen levert de Blue Deal grote inspanningen voor minder waterverbruik, maar het hoge cijfer bewijst dat meer daadkracht nodig is om het watersysteem robuust te maken.
Vlaanderen ambieert met het Klimaatadaptatieplan om tegen 2040 zo veel mogelijk water te hergebruiken, zodat de industrie minimaal op drink- en grondwater moet terugvallen.
Belang van grondwater
De belangrijkste verbruikers van grondwater zijn de landbouw, de voedingssector en de drankenindustrie – goed voor 70% van het totaal grondwaterverbruik. De belangrijkste verbruikers van drinkwater zijn de chemiesector, de sector van cokes en raffinaderijproducten en de voeding en drankenindustrie. Zij zijn samen goed voor 47% van het drinkwaterverbruik binnen de Vlaamse economie.
Dirk Halet, Strategisch coördinator Vlakwa: “Pas eind november kon de Droogtecommissie het risiconiveau verlagen naar groen. Door weinig regen en veel waterverbruik, vult het grondwater zich maar traag aan. Dat is lang buiten beeld gebleven, maar bepaalt nu steeds sterker het tempo van de economie. Met deze studie willen we inzicht verwerven in die kwetsbaarheden om prioriteiten te stellen.”