VN benadrukken partnerschap om doelstellingen te bereiken in laatste SDG

Het is vijf jaar geleden dat de algemene vergadering van de Verenigde Naties de Duurzame Ontwikkelingsdoelen of Sustainable Development Goals (SDG’s) aannam als de nieuwe mondiale ontwikkelingsagenda voor 2030. De afgelopen weken gaan we daarom in op elk van die 17 doelen, die allemaal samen de drie dimensies van duurzame ontwikkeling reflecteren: het economische, het sociale en het ecologische aspect. In dit artikel bespreken we de zeventiende en laatste SDG: ‘Partnerschap om doelstellingen te bereiken’.

De SDG’s, van kracht van 2016 tot 2030, vervingen in september 2015 de millenniumdoelstellingen die dat jaar vervielen. De 17 SDG’s werden gekoppeld aan 169 onderliggende targets om de doelen te bereiken. De lidstaten moeten zelf zorgen voor vertaling in nationaal beleid. Het grotere doel is de mensheid bevrijden van armoede en de planeet duurzamer maken. De SDG’s kunnen onderverdeeld worden in vijf grote thema’s: mensen, planeet, welvaart, vrede en partnerschap.

Om de vooruitgang naar de verwezenlijking van de doelstellingen en de 169 subdoelstellingen te volgen, werd in maar 2016 een geheel van 242 globale indicatoren voorgesteld door UNSD. Daarbij worden verschillende indicatoren opgesplitst volgens relevante categorieën zoals geslacht, leeftijd, geografische ligging enzovoort. Voor bepaalde indicatoren bestaat er reeds ruime methodologische overeenstemming, terwijl voor andere indicatoren nog verder onderzoek verricht moet worden. De lijst zal in de toekomst dus zeker nog verder evolueren. Het is ook belangrijk te weten dat die indicatoren slechts een mondiale aanzet vormen; de lidstaten worden aangespoord om via verdere nationale verfijning meer nauwkeurigere metingen te verzekeren.

Wereldwijd partnerschap

In dit artikel gaan we in op de zeventiende en laatste SDG: ‘Partnerschap om doelstellingen te bereiken’. In die SDG worden suggesties gedaan om de implementatiemiddelen en het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling te versterken. De SDG formuleert ook enkele subdoelen. Die suggesties en subdoelen luiden:

Financiën

17.1 Versterken van de binnenlandse middelenmobilisatie (DRM), ook via internationale steun aan ontwikkelingslanden, om de binnenlandse capaciteit te verbeteren voor het innen van belastingen en andere inkomsten.

17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA/GNI) en 0,15% tot 0,20% ontwikkelingshulp aan de minst ontwikkelde landen; ODA-donoren worden aangemoedigd om voor zichzelf een doelstelling te bepalen om minstens 0,2% van de ODA te besteden aan de minst ontwikkelde landen.

17.3 Bijkomende financiële middelen voor ontwikkelingslanden mobiliseren vanuit verschillende bronnen.

17.4 Ontwikkelingslanden bijstaan in hun streven naar schuldhoudbaarheid op lange termijn via gecoördineerde beleidslijnen waarbij aandacht wordt besteed aan het aanmoedigen van de schuldfinanciering, de schuldverlichting en de schuldherstructurering, indien van toepassing, en de externe schuld aanpakken van arme landen met een grote schuldenlast om hun schuldencrisis in te perken.

17.5 Regelingen goedkeuren en uitvoeren die investeringen in de minst ontwikkelde landen moeten bevorderen.

Technologie

17.6 Versterken van de Noord-Zuid-, de Zuid-Zuid- en de regionale en internationale trilaterale samenwerking inzake wetenschap, technologie en innovatie en vergemakkelijken van de toegang daartoe; en het delen van kennis uitbreiden volgens voorwaarden die wederzijds worden bepaald, ook via de verbeterde coördinatie tussen bestaande mechanismen, in het bijzonder op het niveau van de Verenigde Naties, en via een mondiaal mechanisme voor de facilitering van technologie.

17.7 De ontwikkeling, overdracht, verspreiding en verdeling van ecologische technologieën aan ontwikkelingslanden volgens gunstige voorwaarden, ook inzake gunstige en preferentiële bepalingen, zoals wederzijds overeengekomen.

17.8 De technologiebank en het mechanisme voor het opbouwen van wetenschappelijke, technologische en innoverende capaciteit voor de minst ontwikkelde landen volledig operationeel maken tegen 2017 en het gebruik opdrijven van de technologie die dit mogelijk moet maken, in het bijzonder de informatie- en communicatietechnologie.


Capaciteitsopbouw

17.9 De internationale steun verhogen voor het implementeren van doeltreffende en doelgerichte capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden ter ondersteuning van nationale plannen die erop gericht zijn om alle Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te implementeren, ook via de Noord-Zuid-, Zuid-Zuid- en trilaterale samenwerking.

Handel

17.10 Een universeel, op regels gebaseerd, open, niet-discriminerend en billijk multilateraal handelssysteem bevorderen onder de Wereldhandelsorganisatie, ook via het volbrengen van de onderhandelingen onder de Ontwikkelingsagenda van Doha van deze organisatie.

17.11 De export van ontwikkelingslanden aanzienlijk doen toenemen, in het bijzonder met de bedoeling om het aandeel van de minst ontwikkelde landen in de mondiale export tegen 2020 te verdubbelen.

17.12 Tijdig de implementatie realiseren van belasting- en quotavrije markttoegang op blijvende wijze voor alle minst ontwikkelde landen, in overeenstemming met de beslissingen van de Wereldhandelsorganisatie, ook door ervoor te zorgen dat de voorkeursregels die van oorsprong van toepassing zijn op import van de minst ontwikkelde landen, transparant en eenvoudig zijn, en bijdragen tot het vergemakkelijken van markttoegang.

Systematische kwesties

Beleids- en institutionele coherentie

17.13 De globale macro-economische stabiliteit versterken, ook via beleidscoördinatie en beleidscoherentie.

17.14 Beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling versterken.

17.15 De beleidsruimte en het leiderschap van elke land respecteren om beleidslijnen uit te werken en om duurzame ontwikkeling te implementeren om een einde te maken aan armoede.

Partnerschappen met meerdere belanghebbenden

17.16 Het Globaal Partnerschap voor duurzame ontwikkeling versterken, aangevuld door partnerschappen met meerdere belanghebbenden (multi-stakeholderpartnerschappen) en kennis, expertise, technologie en financiële hulpmiddelen mobiliseren en delen met het oog op het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen in alle landen, in het bijzonder in de ontwikkelingslanden.

17.17 Doeltreffende openbare, publiek-private en maatschappelijke partnerschappen aanmoedigen en bevorderen, voortbouwend op de ervaring en het netwerk van partnerschappen.

Gegevens, monitoring en verantwoordingsplicht

17.18 Tegen 2020 de steun voor capaciteitsopbouw verhogen aan ontwikkelingslanden, inclusief de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten in ontwikkeling, om de beschikbaarheid van hoogwaardige, actuele en betrouwbare gegevens opgedeeld naar inkomen, gender, leeftijd, ras, etnische afkomst, migratiestatus, handicap, geografische locatie en andere kenmerken relevant in een nationale context, aanzienlijk op te drijven.

17.19 Tegen 2030 voortbouwen op bestaande initiatieven om metingen te ontwikkelen met betrekking tot de vooruitgang van duurzame ontwikkeling die kunnen dienen als aanvulling op het bruto binnenlands product, en de statistische capaciteitsopbouw ondersteunen in ontwikkelingslanden.

Meer informatie over deze doelstelling? Neem een kijkje op de website van het Regionaal Informatiecentrum van de Verenigde Naties of op de officiële website van de SDG’s.

Meer ecoTips artikels over de SDG’s

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.