biodiversiteit

Analyse van het COP15-akkoord over biodiversiteit: historisch, maar moeilijk uit te voeren

Op de COP15-conferentie in Montreal werd een nieuwe routekaart uitgestippeld om het natuurverlies in de wereld te stoppen. Vooral de doelstelling om wereldwijd ten minste 30 procent van het land en de oceaan te beschermen wordt als historisch bestempeld. Over de financiering is nog veel onduidelijkheid. Waarnemers zetten ook vraagtekens bij de uitwerking van het akkoord.

Het zuilenkoraal (Dendrogyra cylindrus) komt overal in de Caraïben voor. Maar sinds 1990 is het met meer dan 80 procent afgenomen, het heeft dan ook de status “ernstig bedreigd”, als gevolg van de klimaatcrisis.

Het lot van de soort hangt nu – samen met zo’n miljoen andere bedreigde planten- en diersoorten – af van het nieuwe biodiversiteitsakkoord van Kunming-Montreal. Daarover werd maandag op de valreep een akkoord bereikt tijdens de COP15-conferentie in Montreal. Nu moeten landen over de hele wereld het verdrag omzetten in nationale biodiversiteitsstrategieën.

30 procent beschermen

Op de milieutop werden vier centrale doelstellingen goedgekeurd: het verbeteren van ’s werelds biodiversiteit, het afremmen en omkeren van de teloorgang van soorten, een eerlijke verdeling van de toegang tot genetische hulpbronnen (zoals onderzoek naar nieuwe plantenvariëteiten) en de middelen om de overeenkomst uit te voeren.

Daarnaast zijn de 15.000 deelnemers op de top – vertegenwoordigers van overheden, ngo’s, internationale instanties en bedrijven – overeengekomen om 30 procent van het land en de zeeën wereldwijd te beschermen tegen 2030. In het jargon spreekt men van “30×30”.

Concreet houdt dat in dat ten minste 30 procent van de aangetaste ecosystemen op land en in zee volledig of gedeeltelijk hersteld moet worden. Ook moet het verlies van gebieden van groot biologisch belang herleid worden tot bijna nul.

De overeenkomst omvat ook de halvering van voedselverspilling, de afschaffing of hervorming van ten minste 500 miljard dollar per jaar aan subsidies die schadelijk zijn voor de biodiversiteit, en ten minste 200 miljard dollar aan financiering voor biodiversiteit uit openbare en private bronnen tegen 2030.

De financiële transfers van industrielanden naar landen in ontwikkeling moeten ook verhoogd worden met 30 miljard dollar tegen 2030.

Het milieufonds van de Wereldbank (GEF) zal een nieuw biodiversiteitsfonds beheren, waarvan de werking de komende twee jaar door de landen zal worden bepaald.

Optimisme temperen

De 196 landen die de COP15-tekst hebben goedgekeurd – enkel de Democratische Republiek Congo heeft zich verzet omdat de overeenkomst onvoldoende financiële steun zou bieden – moeten om de vijf jaar verslag uitbrengen over hun voortgang bij de uitwerking van het akkoord.

Middenveldorganisaties en vertegenwoordigers van inheemse volkeren verwelkomen het akkoord, maar waarschuwen tegelijk voor al te veel optimisme. Viviana Figueroa van het International Indigenous Forum on Biodiversity wijst op de risico’s.

“Het is een goede stap voorwaarts, omdat het de rol van inheemse volkeren, het nut van biodiversiteit en de rol van traditionele kennis erkent”, zegt Figueroa. “Het is een lang proces geweest waaraan inheemse volkeren hebben bijgedragen. Onze belangrijkste voorstellen zijn erkend en we hopen met de landen samen te werken. Maar het belangrijkste zal de uitvoering van de tekst zijn.”

Grote financiële kloof

Hoewel de routekaart indicatoren en controlemechanismen bevat en juridisch bindend is, is het volgens waarnemers toch een tandeloos mechanisme. Het precedent van de mislukte Aichi-doelen werpt een schaduw over de toekomst ervan, vooral gezien de slechte staat van dienst van de VN-lidstaten op het gebied van internationale overeenkomsten.

De vorige reeks mondiale natuur- en biodiversiteitsdoelen, die in 2010 in Aichi werden overeengekomen, werden bekritiseerd omdat er geen manieren waren om ze uit te voeren en om landen ter verantwoording te roepen.

Volgens verschillende schattingen is er bovendien 700 miljard dollar nodig om het wereldwijde natuurlijke erfgoed te beschermen. Dat betekent dat er nog een grote financiële kloof moet gedicht worden.

Het milieufonds van de Wereldbank heeft de voorbije dertig jaar zo’n 22 miljard dollar verdeeld, en nog eens 120 miljard dollar helpen overmaken naar meer dan 5000 regionale en nationale projecten. Voor de nieuwe periode vanaf 2023 rekent het fonds op ongeveer 5 miljard dollar aan financiering.

“Er is weinig overheidsfinanciering, er is meer nodig”, zegt Simone Lovera, directeur van de Global Forest Coalition, een organisatie die  milieuorganisaties en inheemse groepen samenbrengt. “Het is triest dat de particuliere sector de biodiversiteit moet financieren. In inheemse gebieden is geld nodig. Zij (inheemse volkeren, red.) kunnen veel meer doen met minder geld. Directe steun kan doeltreffender zijn en zij zullen de verplichtingen nakomen.”

Waanzinnig

Lovera bekritiseert ook het gebruik van compensatieregelingen. Onder zulke mechanismen kan een gebied worden vernietigd op één plaats en elders kan een gebied worden hersteld. Zulke regelingen worden al gebruikt in landen als Chili, Colombia en Mexico.

“Met dit systeem kunnen we 70 procent van de planeet vernietigen en de andere 30 procent beschermen”, zegt Lovera. “Het is waanzin. Voor inheemse volkeren en lokale gemeenschappen is het zeer nefast. Zij riskeren hun eigen biodiversiteit te verliezen en de compensatie levert hen niets op, omdat het ergens anders gebeurt.”

Rapporten over de zesde uitstervingsgolf – een massale uitsterving van plant- en diersoorten die we volgens sommige wetenschappers momenteel meemaken – weerspiegelen de omvang van de uitdaging. Meer dan een kwart van de ongeveer 150.000 soorten op de rode lijst van de IUCN wordt met uitsterven bedreigd.

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied zijn het hardst getroffen, volgens een rapport van het Wereldnatuurfonds en het Institute of Zoology in Londen, met een gemiddelde afname van onderzochte populaties van 94 procent tussen 1970 en 2018.

Met minder dan een decennium om de trend te keren, betekent elke dag die voorbijgaat meer biologische rijkdom die verloren gaat.

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.