Waar ruimtevaart nog niet zo heel lang geleden iets unieks was waar alleen organisaties als de NASA en Roskosmos zich mee bezighielden, zijn er momenteel meerdere commerciële partijen die serieuze ambities en activiteiten hebben op dit gebied. Naast de oprichters van grote bedrijven die de ruimte ingingen, zagen we in 2021 ook de jongste (Oliver Daemen) en oudste (Wally Funk) astronauten ooit.
Toch waren het niet de raketten die Branson, Musk en het Blue Prism-team het grote succes hebben gebracht. Het was hun ondernemerschap. Zij staan namelijk aan het roer van enkele van de meest succesvolle organisaties ter wereld.
Actie ondernemen
Veel tegenstanders van de 21e-eeuwse ruimtewedloop zeggen vaak enigszins minachtend dat “het er allemaal prima uitziet op aarde, vanaf duizenden kilometers afstand bekeken”. Wanneer je met beide voeten op de grond staat moet je concluderen dat het tegenovergestelde echter waar is. Als we nu geen grote veranderingen aanbrengen in de manier waarop we leven, zullen toekomstige ruimtevaarders slechts een planeet zien waarop geen leven meer mogelijk is. De boodschap dat we onze manier van leven moeten veranderen is inmiddels veranderd van ‘snel’ naar ‘dringend’. Het ondernemen van actie is noodzakelijk. En in mijn optiek bevinden Amazon, Tesla en de andere vergelijkbare organisaties zich in een optimale positie om hier een goed voorbeeld te geven.
Sociaal bewuste beleggers screenen potentiële investeringen steeds vaker door ook te kijken naar de activiteiten van een bedrijf op het gebied van milieu (Environmental), maatschappij (Social) en Governance (ESG). Dit zorgt voor een interessante cyclus van oplossing en probleem. Want wanneer gekeken wordt naar investeringen of bedrijfsuitgaven moeten de ESG-activiteiten financieel duurzaam en bij voorkeur winstgevend zijn. Geen winst betekent geen investering en dus minder duurzaamheid. Dit is een zichzelf in stand houdende cyclus waarbij het ene element niet zonder het andere kan bestaan. Maar ook wij als consumenten zijn veranderd. Onze aandacht verschuift steeds meer van het kopen van hoogwaardige producten en diensten naar focus op de organisaties hierachter. Er is een groeiende beweging, vooral onder millennials, die wil werken voor en zaken wil doen met sociale en milieubewuste organisaties die ESG omarmen. Misschien is dit de reden waarom het geld dat in ESG-fondsen is belegd het afgelopen jaar meer dan verdubbeld is.
Vanuit dit opzicht is de ESG-situatie veel omvangrijker dan een selecte groep bedrijven. De maatschappij staat voor fundamentele en systemische uitdagingen die niet zomaar opgelost worden met geld, tenzij de meest rijke personen op aarde hun hele vermogen zouden weggeven. Belangrijker is dat bedrijven gaan samenwerken met werknemers, klanten, partners en belanghebbenden om gezamenlijk bij te dragen aan een groter goed.
Duurzaamheid voorop
Volgens een onderzoek van London Business School en PWC heeft bijna de helft van de FTSE 100-bedrijven de beloning van bestuurders gekoppeld aan de ESG-doelstellingen van de organisatie. In principe hebben alle executives ESG-doelen en moeten ze jaarlijks rapporteren over hun ESG-activiteiten. Maar ook op kleinere schaal worden er geweldige ESG-projecten uitgevoerd, Ecosia is hier een goed voorbeeld van. Miljoenen bedrijven dragen hun steentje bij en maken bij elkaar opgeteld waarschijnlijk een groter verschil dan Tesla in zijn eentje. Maar omdat dit niet een samenhangend geheel is, is de verandering die dit teweegbrengt minder goed zichtbaar.
Er bestaat geen twijfel dat we een tijdperk ingaan waarin duurzaamheid voorop staat en technologie een cruciale factor speelt bij het bieden van de oplossing. Voor een product als WasteShark (een drone om meren en de zee schoon te maken) is deze link logisch en duidelijk. Dat geldt in mindere mate voor bijvoorbeeld een telefoon. Hier hangt duurzaamheid sterk samen met de ontwikkeling van het product. Om duurzaamheid te garanderen moeten daarom een reeks principes worden gevolgd bij het ontwikkelen van een telefoon. Hier zijn vaak de meest winstgevende opties de minst duurzame. En dat is een moeilijke keuze voor bedrijven.
Consumenten helpen bedrijven bij het nemen van deze beslissing. Veel consumenten zijn namelijk geneigd om sneller geld uit te geven aan bedrijven en diensten waarvan ze weten dat die ESG serieus nemen. Ook regeringen stellen ambitieuze doelen voor CO2-reductie. Het Verenigd Koninkrijk heeft bijvoorbeeld de netto-emissiewet aangenomen om tegen 2050 CO2-neutraal te zijn. Nieuw-Zeeland dwingt banken hun impact op klimaatverandering openbaar te maken. Daarmee is dit de eerste wetgeving ter wereld die de milieu-impact van de banksector transparant maakt. En zelfs de oliemaatschappijen en andere vervuilende organisaties kiezen steeds vaker voor de duurzame weg. Ze moeten wel, anders bestaan ze over 15 of 20 jaar niet meer. Tegen die tijd worden ze gemeden door consumenten, zwaar belast door overheden en vervangen door schone technologie.
Het toekomstige succes van ondernemerschap is gebonden aan het feit dat elke organisatie zijn steentje moet bijdragen om een meer duurzame, rechtvaardige en inclusieve wereld te creëren. VMware heeft bijvoorbeeld de 30×30 opgesteld. Dit zijn 30 meetbare doelen gericht op duurzaamheid, rechtvaardigheid en vertrouwen. Deze moeten in 2030 bereikt zijn. Daarbij heeft ons softwareportfolio sinds 2003 klanten geholpen om meer dan 1,5 miljard ton CO2-uitstoot te vermijden, door minder hardware juist intelligenter te gebruiken. Ook werken we samen met de Amerikaanse National Science Foundation (NSF) aan The Next Generation of Sustainable Digital Infrastructure. Blijvend succes is hier afhankelijk van de betrokkenheid van partners en klanten, omdat geen enkel bedrijf of individu dit alleen kan doen.
Leidende factor
Technologie is en zal een leidende factor blijven voor het behalen van ESG-doelstellingen in de toekomst. Natuurlijk moet er ook leiderschap zijn en de wil om het waar te maken. Naast het snel oplossen van problemen, dringt het ook door in de bedrijfsvoering, zoals het aantrekken en behouden van het beste talent, het verminderen van reizen en afval, intelligent en autonoom facility management en nog veel meer. Opzichzelfstaand klinken deze veranderingen misschien heel nietig, maar gecombineerd kunnen deze incrementele winsten een enorm verschil maken.
Ondanks alle onmiskenbare voordelen, kan technologie bomen niet sneller laten groeien of ijsbergen herbouwen. Daarom moeten we een situatie creëren waarin ESG bedrijven juist winstgevender maakt. Alleen dan bereiken we een kantelpunt. We zijn er nog niet, maar ik heb goede hoop en overtuiging dat hetgeen wat we al zijn begonnen, over enkele jaren zijn vruchten zal afwerpen. De beste ESG-referenties zijn dan net zo populair als een loonstrookje en zullen ons en onze planeet in staat stellen om meer te bereiken dan we ooit hadden durven dromen.