Vlaams minister-president en minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management Jan Jambon legde begin oktober de symbolische eerste steen van het Marie-Elisabeth Belpairegebouw. Dit nieuwe derde, grote kantoorgebouw wordt de toekomstige werkstek van 4.750 Vlaamse ambtenaren in Brussel. Uniek aan het gebouw is zijn circulaire karakter en zijn indeling. Het kantoorgedeelte maakt deel uit van het ZIN-project van Befimmo dat niet alleen kantoren en coworkingruimtes omvat, maar ook leefruimtes met appartementen, een hotel en handelszaken.
Van 5 kantoorgebouwen naar 1
In de grote Brusselse gebouwen werken vandaag ongeveer 8.200 personeelsleden. Ambtenaren van het Arenberggebouw, Ferrarisgebouw en Ellipsgebouw samen met hun collega’s van enkele andere locaties, in totaal ongeveer 4.750 personeelsleden, zullen vanaf eind 2023 hun intrek nemen in het nieuwe gebouw dat gelegen is aan de Simon Bolivarlaan in de Brusselse Noordwijk. Zij krijgen er een flexibele en moderne arbeidsplek op maat in een hoogkwalitatief gebouw. De Vlaamse overheid zorgt zo voor nieuwe huisvesting die beter is aangepast aan de hedendaagse noden en mogelijkheden. Het centraliseren van verschillende entiteiten en diensten in 1 gebouw levert bovendien hoge efficiëntiewinsten op: de kostenbesparing ten opzichte van de huidige huisvesting bedraagt zowat 8 miljoen per jaar.
Een uniek circulair kantoorgebouw
Het Marie-Elisabeth Belpairegebouw wordt volgens de Vlaamse overheid het eerste circulaire kantoorgebouw van België. Het bestaande gebouw (de vroegere WTC 1 en WTC2 torens) wordt maximaal benut: 95% van de materialen van de bestaande constructie worden ter plaatse behouden, gerecupereerd of gerecycleerd en meer dan 30 nieuwe materiaaltypes zijn circulair gecertificeerd. De ondergrondse verdiepingen en de circulatiekernen blijven behouden en wat wel werd afgebroken krijgt een nieuw leven. Het nieuwe gebouw zal voor 65% bestaan uit ter plaatse hergebruikte of gerecycleerde materialen.
‘‘Het Marie-Elisabeth Belpairegebouw wordt het eerste circulaire kantoorgebouw van België’’. — Frank Geets, administrateur-generaal Het Facilitair Bedrijf.
Het circulaire denken uit zich ook in de toekomstgerichte opvatting van het gebouw. De neutrale opbouw zorgt ervoor dat binnen éénzelfde basisopbouw zowel kantoren, woningen als hotelkamers ingericht kunnen worden. Veranderen de noden in de toekomst, dan kan het gebouw eenvoudig aangepast worden. Het gebouw is integraal toegankelijk, zodat iedereen er op een gelijkwaardige en onafhankelijke manier kan werken of vergaderen en is door zijn ligging aan Brussel-Noord, vlot bereikbaar met het openbaar vervoer.
Aangepast aan het hybride werken
De coronapandemie heeft onze manier van werken en in het bijzonder onze manier van samenwerken, grondig gewijzigd. Het aandeel van telewerk is toegenomen, waardoor de vraag naar individuele werkplekken gedaald is. Meer dan ooit is het nodig om snel te kunnen inspelen op wijzigende omstandigheden. De Vlaamse overheid start dan ook op korte termijn met de implementatie van het hybride werken waarbij mensen niet alleen vanop kantoor maar vanuit verschillende locaties kunnen samenwerken. Het kantoor wordt zo nog meer een ontmoetingsplaats: mensen verbinden en in contact brengen wordt de rode draad door heel dit gebouw. In het nieuwe kantoorgebouw zal je dan ook overal kunnen werken.
Marie-Elisabeth Belpaire geeft haar naam aan het gebouw
De naam van Marie-Elisabeth Belpaire werd gekozen uit een lijst suggesties ingestuurd door Vlaamseoverheidsambtenaren. Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948) was een van de invloedrijkste vrouwen in Vlaanderen aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Ze vervulde een voortrekkersrol in de ontwikkeling van degelijke opleidingen voor meisjes en stichtte verschillende scholen in Antwerpen waar in het Nederlands werd onderwezen. Zo kregen meisjes opleidingskansen voor hoger onderwijs buiten de traditionele onderwijs- en zorgberoepen. In 1887 debuteerde Marie-Elisabeth Belpaire als auteur met een Vlaamse bundel kortverhalen. Ze schreef daarnaast ook proza, poëzie en memoires. Uiteindelijk groeide ze uit tot een grote naam binnen de Vlaamse literatuur en stond in 1900 mee aan de wieg van het literair-culturele tijdschrift Dietsche Warande en Belfort.
Meer over de milieunormen bij gebouwen van de Vlaamse overheid