Didier Reynders Europese Commissie
Didier Reynders, Europees Commissaris, aan het slot van het debat in het Europees Parlement (bron: Europees Parlement)

Europees Parlement zet stap om bedrijven te bestraffen die schade toebrengen aan mens of milieu

Het Parlement zet de eerste stap naar een nieuwe EU-wet die bedrijven verplicht om rekening te houden met mensenrechten en milieustandaarden in hun waardeketen.

Het wetgevend initiatiefrapport (woensdag aangenomen met 504 stemmen voor, 79 stemmen tegen en 112 onthoudingen) roept op tot de snelle aanname van een bindende EU-wet die verzekert dat bedrijven verantwoordelijk en aansprakelijk zijn wanneer ze schade toebrengen – of daaraan bijdragen – aan mensenrechten, het milieu en goed bestuur. De wet moet ook garanderen dat slachtoffers toegang hebben tot de rechtsgang. De Europese Commissie heeft aangekondigd later dit jaar een wetsvoorstel over dit onderwerp te zullen publiceren.

Duurzaamheid en goed bestuur

Bindende Europese zorgvuldigheidseisen moeten bedrijven verplichten om die onderdelen van hun waardeketen (alle handelingen, directe- of indirecte zakenrelaties, investeringsketens) die (potentieel) afbreuk doen aan mensenrechten (inclusief sociaal recht, arbeidsrecht of vakbondsrecht), het milieu (bijdragen aan klimaatverandering of ontbossing) en goed bestuur (zoals corruptie of omkoping) vast te stellen, aan te pakken en te verhelpen.

De parlementsleden benadrukken dat ‘due dilligence’ vooral een preventief instrument is dat bedrijven verplicht om passende maatregelen te nemen, gebaseerd op de waarschijnlijkheid en de ernst van de impact, de sector van de activiteit, de omvang en de lengte van de waardeketen en de grootte van de onderneming.

Verandering aanbrengen over de grenzen heen

Alle bedrijven die zaken willen doen op de interne markt van de EU, inclusief bedrijven die buiten de EU zijn gevestigd, moeten bewijzen dat ze voldoen aan de zorgvuldigheidseisen op het gebied van milieu en mensenrechten.

Het Parlement roept op tot aanvullende maatregelen, waaronder een verbod op de invoer van producten die te maken hebben met ernstige schendingen van mensenrechten zoals dwangarbeid of kinderarbeid. De Europarlementariërs vragen de Commissie ook om grondig na te gaan of naar de EU exporterende bedrijven die gevestigd zijn in Xinjiang betrokken zijn bij schendingen van mensenrechten, in het bijzonder als ze te maken hebben met de repressie van Oeigoeren.

Om effectieve schadeloosstelling voor slachtoffers te garanderen moeten bedrijven aansprakelijk gehouden worden voor hun acties en worden beboet voor het toedoen van schade of het bijdragen daaraan, tenzij ze kunnen bewijzen dat ze volgens de zorgvuldigheidseisen hebben gehandeld en de nodige maatregelen hebben genomen om schade te voorkomen. De rechten van slachtoffers of stakeholders in derde landen – die in het bijzonder kwetsbaar zijn – zullen ook beter beschermd worden omdat ze bedrijven onder het EU-recht voor het gerecht kunnen dagen.

Groot toepassingsgebied en hulp aan het MKB

Voor het creëren van een gelijk speelveld moet het toekomstig wetgevend raamwerk over ‘due diligence’ ruim van opzet zijn en van toepassing worden op alle grote ondernemingen die onder het EU-recht valen of zijn gevestigd in de Europese Unie, inclusief leveranciers van financiële diensten. De regels moeten ook gaan gelden voor beursgenoteerde MKB-bedrijven en hoogrisico-kmo’s, die technische assistentie zouden moeten krijgen om aan de verplichtingen te voldoen.

De Belgische Europarlementsleden zijn het in grote mate eens met deze stap naar ‘Due Diligence’ voor bedrijven:

Tom Vandenkendelaere (CD&V, EPV), “Slechts 1 op 3 bedrijven in Europa kan inschatten wat de impact is van hun activiteiten op vlak van mensenrechten en milieu. De meeste Europese bedrijven hebben er dus geen flauw benul van of er in hun waardeketen sprake is van kinderarbeid of het systematisch dumpen van afvalstoffen in rivieren. De wetgeving in Europa is versnipperd, daarom pleit ik voor een Europese aanpak die inzet op verduurzaming met voldoende garanties om administratieve lasten beperken voor kmo’s op het einde van de keten. “

Europarlementariër Sara Matthieu (Groen, Greens/EFA): “Bedrijven binnen én buiten de EU zullen eindelijk aan Europese productiestandaarden moeten voldoen, dat komt de concurrentiepositie van Europa en onze bedrijven ten goede. Bedrijven kunnen zich niet langer verschuilen achter toeleveranciers en worden hiermee verantwoordelijk voor de hele productieketen. Deze maatregelen werken alleen als ze afdwingbaar zijn, daarom wil ik een importban bij extreme schendingen en bij alle producten gemaakt via dwangarbeid. Zo stoppen we de invoer van kledij gemaakt onder dwangarbeid door Oeigoeren in Chinese heropvoedingskampen. Zo is de consument zeker dat elk kledingstuk in de rekken vrij is van dwangarbeid.”

“De producten die wij elke dag kopen hebben vaak een enorme impact op mens en milieu elders in de wereld. Denk maar aan de ramp in de Rana Plaza-kledingfabriek in Bangladesh, de ophef over Europese modeketens die katoen aankopen dat werd geproduceerd door Oeigoerse dwangarbeiders of de vervuiling van de Nigerdelta door olielekken bij een dochteronderneming van Shell. Nog te vaak zijn bedrijven niet op de hoogte van de wantoestanden in hun productieketen of ondernemen ze onvoldoende stappen om die wantoestanden aan te pakken. Met dit voorstel voor een Europese zorgplicht willen we bedrijven wijzen op hun verantwoordelijkheid. Van het respect voor mensenrechten, het garanderen van rechten van arbeiders tot het naleven van milieustandaarden, bedrijven die producten op de Europese willen verkopen, krijgen de verplichting om hun volledige aanvoerketen door te lichten. Komen ze misbruiken tegen, dan zullen ze moeten ingrijpen. Voor ons is deze zorgplichtwetgeving een essentieel onderdeel van een nieuw internationaal handelsbeleid voor Europa. De invoering van de zorgplichtwetgeving is een voorwaarde om de toekomstige handelsrelatie met andere landen, zoals bijvoorbeeld China, vorm te geven. Bedrijven kunnen zich niet meer verstoppen achter lokale wetgeving, maar dragen zelf ook verantwoordelijkheid voor het waarborgen van milieurichtlijnen, rechten van arbeiders en mensenrechten,” aldus MEP Kathleen Van Brempt (sp.a, S&D).

Geert Bourgeois (N-VA, ECR): “Er zijn vele tientallen vrijwillige initiatieven met labels, maar deze leveren niet het verhoopte resultaat op. Wetgeving zal dus inderdaad noodzakelijk zijn, maar ook hier is zorgvuldigheid geboden. Wij willen voldoende ruimte laten aan de Europese Commissie om op basis van een impactbeoordeling een haalbaar en werkbaar voorstel uit te werken, dat ook rekening houdt met de competitiviteit van de Europese industrie. Het huidig voorstel bevat nog tal van onduidelijkheden en tegenstrijdigheden door de ene keer voor een resultaats- en een andere keer voor een inspanningsverbintenis te kiezen. N-VA wil voor multinationals een juridisch afdwingbare inspanningsverbintenis over de hele lijn en voor KMO’s willen we dat de Commissie een steunpunt opricht dat hen bijstaat en informatie verstrekt over de diverse schakels in de toeleveringsketen in plaats van hen zware lasten op te leggen die hun internationalisering belemmeren”.

Bekijk de conclusie van Eurocommissaris Didier Reynders

[iframe allowfullscreen allow=”fullscreen” frameborder=”0″ src=”https://multimedia.europarl.europa.eu/embed/?ul=en&eid=0_jbmf6s10&uid=23448563&pid=110&mid=x_I202908-V_v” width=”560″ height=”315″></iframe]

Meer ecoTips artikels over het Europees Parlement

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.