danone en voederadditief dcm

Groenere zuivelproductie dankzij veevoederadditief

Om de methaanuitstoot in de melkveehouderij aanzienlijk te verminderen lanceerde DSM veevoederadditief Bovaer. Dankzij dat additief kan zuivelproducent Danone de CO2-uitstoot van Actimel nog verder afbouwen.

De rundveehouderij zoekt al een tijd naar manieren om de methaanuitstoot terug te dringen. Bij het ILVO, het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek, experimenteerden ze de afgelopen jaren in de eigen stallen. Nu werd er voor het eerst op een praktijkbedrijf getest, met opvolging vanuit het ILVO. En met succes. 

Door aan het veevoer per dag een theelepel Bovaer per koe toe te voegen, daalt de methaanuitstoot van de veestapel met zo’n twintig tot veertig procent. Joris Relaes, directeur van het ILVO, benadrukt dat de proeven geen effecten aantoonden op de melkproductie, de dierprestaties en het dierenwelzijn. 

Ook op het gaspotentieel van de mest is er geen inwerking. Dennis Rijnders, commercieel directeur van DSM: “Dat is logisch aangezien de actieve stof in de pens werkt en daar meteen uit elkaar valt.” Het gaspotentieel is belangrijk voor bedrijven die een biogasinstallatie op hun bedrijf hebben staan waarin ze de mest vergisten en zo biogas, en dus energie, produceren. Deze gebruiken ze vervolgens op het eigen bedrijf. DSM maakt het product zelf en bouwt er ook een nieuwe fabriek voor in Schotland. Die zou in 2025 operationeel moeten zijn.

België als eerste 

Nog volgens Rijnders ligt de weg nu zo goed als open om het ook bij andere bedrijven in België toe te passen. Het is juist nog wachten op de publicatie van de goedkeuring in het EU-journaal maar hij schat dat het voor de zomer op de markt beschikbaar zal zijn. 

De melkveehouders die leveren aan Danone zullen de eersten zijn die het voederadditief kunnen toepassen maar Dennis Rijnders laat weten dat deze manier van werken ook bij andere melkerijen mogelijk is. Melkveehouders kunnen Bovaer toevoegen aan hun mengvoederrantsoen maar het kan ook bij de mineralenmix gepelleteerd worden.

Nathalie Pfaff, general manager van Danone België, benadrukt dat België het eerste land is dat dit aanbiedt. De Belgische melkveehouders hebben trouwens van alle melkveehouders in de Danone-landen, de laagste CO2-uitstoot. Het is wel de bedoeling van het zuivelconcern om hiermee ook in andere landen aan de slag te gaan.

Kleinere CO2-voetafdruk voor zuivel

Bovaer levert een bijkomend voordeel op voor de Actimel-productie die dit voorjaar de Carbon Neutral Footprint-certificering van Carbon Trust ontving. De CO2-voetafdruk van een flesje Actimel is momenteel namelijk  voor 65,7 procent afkomstig van de zuivel-ingrediënten. Het gebruik van Bovaer zou die impact dus moeten verminderen. 

Ter vergelijking: de verpakking heeft maar een impact van 16,2 procent, transport is goed voor 4,5 procent en segmenten als nutsvoorzieningen, niet-zuivelingrediënten, restproducten en gebruik hebben een nog kleinere impact. 

Aan de impact van de verpakking wordt er trouwens gewerkt. Die komt binnenkort zonder wikkel en met minder kunststof op de markt. Een jaarlijkse besparing van zo’n 8 ton plastic of zo’n 19 ton CO2.

De CO2 die niet kan gereduceerd worden, zo’n 7.771 ton in 2022, compenseert Danone via een samenwerking met Livelihoods Carbon Funds. Dat herstelt bijvoorbeeld 10.000 hectare mangrove in Senegal.

Blijven pionieren

Nathalie Pfaff wijst erop dat Danone wel meer klimaatinitiatieven neemt. De productiesite in Rotselaar moet tegen 2030 klimaatneutraal zijn. Ook voor de melkveehouders zijn er interessante opportuniteiten. Zo is er budget voor melkveehouders die willen investeren in een biovergister. Die reduceert de CO2-uitstoot met zo’n 6 procent en produceert groene energie. In tijden van hoge energieprijzen is dat mooi meegenomen. Alleen steekt de ‘de facto vergunningenstop’ stokken in de wielen. Weinigen starten nog aan een vergunningsaanvraag voor een zogenaamde pocketvergister omdat de kans op slagen heel klein is. Daarnaast tekenden meer dan vijftig boeren in op een bodem-meetcampagne die de koolstofopslag in kaart brengt. Deze campagne wordt elke vier jaar herhaald.

Producentenorganisatie Beste Melk bestaat uit zo’n negentig melkveehouders die aan Danone leveren. Johan Hillen, voorzitter van de organisatie, bevestigt dat het bedrijf pioniert in dit soort thema’s. “Al sinds 2017 is er bijvoorbeeld een tool beschikbaar om de CO2-uitstoot per melkveebedrijf te meten. Zo kwamen we erachter dat onze melkveehouders de laagste voetafdruk hebben maar ook dat deze uitstoot sinds 2017 al met 20 procent gedaald is. We deden dit door in te zetten op voerefficiëntie en door meer lokale eiwitproducten te gebruiken in het voer. Ons voer is voor 70 procent afkomstig uit de regio omdat we meer gebruikmaken van restproducten uit de voedingsindustrie.” 

De melkleveranciers aan Danone worden niet verplicht om in te stappen in deze initiatieven. Doen ze het wel en zijn ze succesvol, dan krijgen ze wel extra premies. De zin om mee te doen is er dus zeker.

Duurzaamheidslabel Carbon Trust

Aantonen dat je als bedrijf goed bezig bent om je koolstofvoetafdruk naar beneden te brengen, is vandaag erg belangrijk geworden. Dat zorgt voor een wildgroei aan labels en certificaten. Carbon Trust, het certificaat waar Danone mee werkt, is er daar één van. 

Deze organisatie maakt eerst een nulmeting van het bedrijf en licht het volledig door, samen met de producten. Dan moest Danone een reductieplan opstellen dat loopt tot 2028 en waarin ze een bijkomende CO2-reductie van 15 procent voorzien. Daarin zal Bovaer een rol spelen maar ook het gebruik van veevoeders van meer lokale teelten. 

Wat niet gereduceerd kan worden, moet gecompenseerd worden om het Carbon Trust-certificaat te kunnen behouden. Dat gebeurt via projecten van Livelihood Fund.

Landbouwers stimuleren via pre-ecoregelingen

Hoewel het onmogelijk is om geen broeikasgassen uit te stoten wanneer je iets produceert, doen bedrijven alle moeite om hun netto CO2-uitstoot terug te dringen. Danone kondigde eind maart aan dat Actimel voortaan CO2-neutraal geproduceerd wordt. Op datzelfde moment stelde DSM voederadditief Bovaer voor. 

Minister van Landbouw Hilde Crevits greep het nieuws aan om erop te wijzen dat Vlaanderen dit soort initiatieven voluit steunt en dat dit ook nodig is, willen we tegen 2030 de CO2-uitstoot in Vlaanderen met 31 procent terugdringen. “We zetten in Vlaanderen al jaren in op samenwerking tussen de verschillende spelers om zo te innoveren. Bovaer is daar een mooi voorbeeld van. Maar we zijn er niets mee als we deze innovatie niet tot bij de melkveehouder krijgen. Extra stimulansen zijn dus nodig. Die voorzien we voor landbouwers die instappen in de pre-ecoregelingen. Dit zijn jaarlijkse vergoedingen voor de boeren die bijvoorbeeld inzetten op koolstofopslag op het perceel, op voederadditieven of op lokale eiwitteelten. Zo zijn er zes pre-ecoregelingen en Vlaanderen voorziet daarvoor zo’n 8 miljoen euro. Voor de pre-ecoregeling methaanreductie wordt er 1 miljoen euro voorzien. Dat komt voor de melkveehouders ongeveer overeen met een jaarlijkse premie van 15 euro per koe per jaar. Daarmee dekken we naar schatting 30 procent van de kostprijs. Deelnemen is niet verplicht maar de interesse bij de landbouwers is groot. Aan het eerste webinar over deze nieuwe regelingen namen 1.600 landbouwers deel.” Joris Relaes vult aan dat Vlaanderen de eerste regio in Europa is die een pre-ecoregeling uitgewerkt heeft. 

Minister Crevits wijst erop dat er vorig jaar zo’n 1.600 klimaatinvesteringen voor landbouwers goedgekeurd werden. Daar staat een bedrag van 15 miljoen euro tegenover.

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.