De grootste banken ter wereld hinken achterop in de energietransitie. Van hun totale financiering in energie gaat amper 7 procent naar hernieuwbare energie, blijkt uit nieuw onderzoek.
Om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, moeten banken tegen 2030 minstens vier keer zoveel investeren in hernieuwbare energie als in fossiele brandstoffen.
Maar daar staan ze nog mijlenver vanaf, blijkt uit onderzoek naar 2.500 miljard dollar aan leningen en garanties door 60 grootbanken aan 377 bedrijven in de voorbije vijf jaar. Van dat bedrag had 2.300 miljard te maken met de productie van fossiele brandstoffen – amper 178 miljard ging naar schone energie zoals wind of zon, stelt het onderzoek in opdracht van de Sierra Club, Fair Finance International, BankTrack en het Rainforest Action Network.
Bij Citi en JP Morgan Chase – de twee grootste energiefinanciers met samen 181 miljard dollar aan leningen en garanties – ging zelfs maar 2 procent naar hernieuwbare energie. Barclay haalt een gelijkaardig percentage, Royal Bank of Canada haalt zelfs maar 1 procent. BNP Paribas (7 procent), Mizuho (4 procent) en HSBC (5 procent) doen het iets beter.
lees ook
Coalitie van NGO’s en experten richt eigen ‘groen’ financieel label op
Wishful thinking
“Financiële instellingen zetten graag hun zogenaamde klimaatleiderschap in de verf, maar de cijfers spreken boekdelen: banken profiteren van uitbreiding van fossiele brandstoffen en beknibbelen op de investeringen die we nodig hebben in de ontwikkeling van schone energie”, zegt April Merleaux, onderzoeker bij Rainforest Action Network. “Om de klimaatcrisis af te wenden moeten de instellingen alle nodige stappen nemen om hun activiteiten in lijn te brengen met de klimaatdoelstellingen die wetenschappelijk zijn vastgelegd, niet met wishful thinking of valse oplossingen.”
Volgens Kees Kodde van Fair Finance International is het tijd dat de overheid tussenkomt. “Banken zullen de klimaatcrisis blijven aanzwengelen als regeringen en regulatoren niet tussenkomen”, zegt hij. “Banken moeten verplicht worden om hun portfolio in lijn te brengen met de doelstelling van 1,5-graden en zich verbinden aan een rechtvaardige energietransitie.”
