Hoewel de Europese Unie duidelijke doelen stelde voor het gebruik van kunststoffen voor eenmalig gebruik, stak de COVID-19 pandemie daar een stokje voor. Het afgelopen anderhalf jaar was ‘single use plastic’ niet uit ons dagelijks leven weg te slaan.
Het Europees Milieu Agentschap maakte er een studie over.
De COVID19-pandemie heeft immense gevolgen voor samenlevingen over de hele wereld. Zij heeft wereldwijd miljoenen sterfgevallen veroorzaakt en onze gezondheidsstelsels en economieën op de proef gesteld. De pandemie – en de reacties erop, zoals lockdowns, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en maatregelen om thuis te blijven – heeft verstrekkende gevolgen voor de gezondheid en de economie. Een aantal van deze gevolgen zijn minder zichtbaar maar hebben wel een impact op ons milieu en klimaat, met name door het veranderde gebruik van kunststoffen voor eenmalig gebruik als gevolg van de pandemie.
De reacties op COVID-19 hebben geleid tot een toegenomen gebruik van producten zoals maskers, handschoenen en bepaalde soorten verpakkingen die zijn gemaakt van duurzame kunststoffen voor eenmalig gebruik, met extra broeikasgas- en andere emissies tot gevolg. Een deel van deze materialen belandt in het afval van land en zee in heel Europa, wat schadelijk kan zijn voor ecosystemen en dieren.
In het licht van de pandemie moeten de productie en consumptie van wegwerpplastic en de afvalbeheerspraktijken in Europa worden heroverwogen om onze samenleving beter voor te bereiden op de aanhoudende gevolgen van deze pandemie en op de mogelijke gevolgen van toekomstige pandemieën en andere ontwrichtende gebeurtenissen.
Gelaatsmaskers en handschoenen
Een van de gevolgen van de reacties in Europa op de COVID-19-pandemie was de toename van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals gezichtsmaskers en handschoenen, in medische settings en door burgers.
De toename van het gebruik van dergelijke uitrusting kan worden gemeten aan de hand van de hoeveelheden COVID-19-gerelateerde medische artikelen die in Europa zijn ingevoerd. De invoer wordt als een vervangende indicator gebruikt omdat er geen gegevens zijn over het gebruik van gelaatsmaskers en andere persoonlijke beschermingsmiddelen in Europa, en de capaciteit van Europa om deze artikelen te produceren destijds beperkt was.
Productie en invoer
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2020), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC, 2020) en regeringen in heel Europa hebben de burgers op een bepaald moment tijdens de pandemie verplicht of aanbevolen om gezichtsmaskers te gebruiken. Vóór de COVID-19-pandemie waren Frankrijk en Duitsland de enige EU-landen met een aanzienlijk aandeel in de wereldwijde productie en uitvoer van gezichtsmaskers (respectievelijk 7 % en 2 % van de wereldwijde uitvoer in 2017).
De figuur hieronder laat zien dat de invoer van gelaatsmaskers in de EU meer dan verdubbeld is ten opzichte van de gang van zaken vóór de pandemie, en deze toename deed zich voor terwijl de productie in de EU ook toenam. Uitgaande van een gemiddeld gewicht van 2,7 gram voor gezichtsmaskers, komt dit overeen met een gemiddelde extra invoer van 0,75 gezichtsmaskers per persoon per dag voor de EU-bevolking.
Gevolgen voor het milieu
Het toegenomen gebruik van wegwerpmaskers en -handschoenen tijdens de COVID-19-pandemie heeft gevolgen voor het milieu en het klimaat. Deze houden verband met de winning van hulpbronnen, de productie, het vervoer, de afvalverwerking en het sluikstorten van afval. Effecten tijdens de productiefase doen zich vooral voor in exporterende landen buiten Europa, terwijl die in verband met afval en zwerfvuil zich in Europa voordoen.
Hoewel Europese landen verschillende afvalbeheerstrategieën hebben gekozen voor de behandeling van gelaatsmaskers en handschoenen, hebben de meeste landen hun burgers geadviseerd om wegwerpgelaatsmaskers en -handschoenen bij het gemengd vast stedelijk afval te gooien, dat doorgaans wordt verbrand, hoewel storten in sommige regio’s in Europa nog steeds gangbare praktijk is.
Het sluikstorten van wegwerpmaskers en -handschoenen is een zichtbaar neveneffect van het toegenomen gebruik ervan. Hoewel ze onbedoeld in het milieu kunnen verdwijnen, bleek uit een enquête in juli 2020 dat 5 % van de mensen in Frankrijk (d.w.z. meer dan 2 miljoen) toegaf dat ze hun maskers op de openbare weg weggooiden. Achtergelaten maskers en handschoenen worden aangetroffen op straten, in rivieren, op stranden, langs kusten en in zee. Deskundigen waarschuwen dat vissen en vogels zachte en flexibele plastics kunnen binnenkrijgen. Dieren kunnen ook fysiek verstrikt raken. Gelaatsmaskers en handschoenen zijn nu opgenomen als items om te rapporteren in de monitoring van zwerfvuil op zee, bijvoorbeeld met behulp van de EEA Marine Litter Watch-app.
Afgedankte gezichtsmaskers en handschoenen kunnen onder invloed van verwering, ultraviolette straling en schuring uiteenvallen in kleinere stukjes, waardoor microplasticvervuiling ontstaat. Microplastics kunnen vrijkomen bij de afbraak van de buitenste laag (polypropyleen) en binnenste laag (polyethyleen) stoffen waaruit gezichtsmaskers voor eenmalig gebruik zijn opgebouwd.
Het is niet eenvoudig om de kwantitatieve impact van wegwerpmaskers op het milieu en het klimaat te beoordelen, omdat de verscheidenheid aan ontwerpen en materiaalcombinaties het moeilijk maakt om een gemiddelde samenstelling af te leiden. In een poging om de broeikasgasemissies van gelaatsmaskers in te schatten, heeft de EEA gebruik gemaakt van de materiaalsamenstelling van een uit drie lagen bestaand eenmalig te gebruiken gelaatsmasker van polypropyleen, zoals beschreven door Allison et al. (2020). Dit is een typisch medisch gelaatsmasker dat voldoet aan de eisen van de Europese norm EN 14683:2014.
Broeikasgasemissies in verband met de productie, het vervoer en de afvalverwerking van gezichtsmaskers voor eenmalig gebruik variëren van 14 tot 33,5 ton kooldioxide-equivalent (CO2e) per ton maskers, afhankelijk van de samenstelling van de maskers. Productie en vervoer nemen het grootste deel voor hun rekening. Aangezien deze maskers hoofdzakelijk in China worden geproduceerd, vindt een groot deel van deze emissies buiten Europa plaats.
Als gevolg van de toegenomen consumptie van gelaatsmaskers in Europa is in de periode van 6 maanden van april tot september 2020 2,4 tot 5,7 miljoen ton extra CO2 uitgestoten, meer dan het bij ongewijzigd beleid gebruikelijke niveau (+118%). In de periode daarna zijn extra CO2-emissies te verwachten. Andere effecten van wegwerpmaskers (bv. humaan toxiciteitspotentieel, verzuringspotentieel) vertonen dezelfde trend.


Effecten van wegwerp- versus herbruikbare gelaatsmaskers
Er zijn vereenvoudigde levenscyclusbeoordelingsstudies uitgevoerd door Allison et al. (2020) en Schmutz et al. (2020), waarbij de milieueffecten van wegwerpmaskers en herbruikbare maskers zijn vergeleken. Schmutz et al. (2020) vergeleken de milieueffecten van een chirurgisch gezichtsmasker voor eenmalig gebruik (gemaakt van polypropyleen) en een tweelagig katoenen gezichtsmasker. Zij vonden dat de klimaatimpact van beide soorten maskers wordt gedomineerd door hun materiaalsamenstelling en productieproces, terwijl afvalverbranding een kleine bijdrage levert (transport werd niet meegenomen in de studie). Door het aantal keren dat het katoenen masker wordt hergebruikt te verhogen, worden de milieuprestaties ervan verbeterd. Als herbruikbare maskers echter met de hand worden gewassen, wordt het effect van het wassen aanzienlijk en kan het totale milieueffect omslaan in het voordeel van maskers voor eenmalig gebruik.
De volledige studie is te lezen op de website van het Europees Milieu Agentschap