Minister Zakia Khattabi is in de federale regering bevoegd voor Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en de Green Deal.
In Wallonië was ze al langer bekend. Na een tijd in de federale overheidsdienst voor Wetenschapsbeleid gewerkt te hebben, zetelde ze in het Parlement van de Franse Gemeenschap, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en als gemeenschapssenator in de Belgische Senaat. Daar was ze tussen 2012 en 2014 fractieleidster voor Ecolo en ze was gemeenteraadslid in Elsene. In 2014 en 2015 kwam ze in de Kamer van Volksvertegenwoordigers terecht, waar ze in 2019 herverkozen werd. Tussen 2015 en 2019 was ze tevens covoorzitter van Ecolo.
In Vlaanderen kwam ze prominent in de belangstelling naar aanleiding van de perikelen rond haar aanstelling als rechter in het Grondwettelijk Hof. Haar partij droeg haar voor in 2019, maar na protest van N-VA en Vlaams Belang kreeg ze tweemaal geen tweederdemeerderheid achter zich voor die benoeming.
Intussen heeft ze dus een Belgische ministerpost in handen, met een portefeuille die in de komende jaren ongetwijfeld de agenda mee zal bepalen. ecoTips had een interview met de minister.
Welke zijn de belangrijkste accenten die u zelf wilt leggen in uw beleid?
“Er zijn er heel wat natuurlijk. Maar het is kristalhelder dat er nood is aan een systemische aanpak. De Sustainable Development Goals (SDG’s) in hun geheel vormen voor mijn beleid een leidraad: daarin is respect voor de planetaire grenzen zoals klimaatverandering en biodiversiteit een absolute voorwaarde om welzijn en welvaart te brengen. Vanzelfsprekend moet dit gebeuren met aandacht voor de zwaksten in onze samenleving.”
Welke doelen stelt u voor uw beleid en wanneer vindt u uw ministerschap geslaagd?
“Het is mijn doel om ons land op weg te zetten naar een ecologische en sociaal rechtvaardige transitie. Over de verschillende bevoegdheden heen wil ik mijn collega-politici helpen om de duurzaamheidsprincipes overal ingang te laten vinden. Ik zal tevreden zijn als ik op het einde van de legislatuur kan vaststellen hierin geslaagd te zijn. Nu al stel ik vast dat ik het relanceplan heb kunnen oriënteren in een richting van een hogere ambitie dan wat door de Europese Commissie wordt geëist.”
Wat betekent dat voor bedrijven?
“De nieuwe economie is op middellange termijn een overgangseconomie en op langere termijn een koolstofarme economie. Ik zal onze ondernemingen ondersteunen om hen in staat te stellen in deze toekomstige economie in bepaalde sectoren een leidende rol te blijven spelen. Dat is voor mij de kern van de groene transitie.”
De regeerverklaring bevat heel wat groene doelstellingen en groene ministers bezetten de relevante sleutelposten in dat domein: Milieu, Duurzame Ontwikkeling, Energie, Mobiliteit. Wat is uw inschatting van de kansen op een succesvol duurzaam beleid voor ons land?
“Een succesvol duurzaam beleid is geen kwestie van ‘kansen’, het is een kwestie van noodzaak. Ook de EU heeft het belang hiervan duidelijk gemaakt met haar European Green Deal. De Premier heeft dit het meest groene regeerakkoord ooit genoemd. De bevoegdheden die u noemt moeten bijdragen tot de uitvoering hiervan, maar er zijn er nog andere, denk aan landbouw, economie, regie der gebouwen … Ook de ministers bevoegd voor deze beleidsdomeinen moeten bijdragen tot de uitvoering van het regeerakkoord.”
Uw ambities liggen heel hoog, ‘cherry picking’ is uit den boze, zeggen uw beleidsnota en de regeerverklaring. U ziet uw rol zoals die eigenlijk van in het begin bedoeld was voor het begrip ‘duurzame ontwikkeling’: als coördinerend. Alle andere vakministers moeten mee in de boot, geen enkele andere beleidsdoelstelling mag uitgevoerd worden zonder een duurzaamheidstoets, zeg maar zonder de SDG’s in acht te nemen. Ziet u alle andere ministers daarin meegaan?
“Duurzame ontwikkeling is inderdaad een transversaal thema. Het is bijgevolg één van mijn rollen om andere vakministers mee in de boot te trekken en te ondersteunen. De SDG’s zijn niet zomaar willekeurige duurzaamheidsdoelstellingen uitgevonden door ecologisten. Het is een globaal pakket aan doelstellingen waar 194 landen in 2015 een consensus over bereikten.”
“In feite kan ook niemand tegen duurzame ontwikkeling zijn. Het is een manier om het beleid evenwichtig te maken en een manier om de onderlinge linken tussen alle beleidsdomeinen te verhelderen. “
“Voor cherry picking passen we inderdaad. Het systemisch denken is onderdeel van het DNA van de SDG’s. Het heeft daarom ook geen zin om aan cherry picking te doen. Alles is met elkaar verbonden, wat het afgelopen jaar ook bleek uit de link tussen de coronapandemie en het verlies aan biodiversiteit. Het is niet toevallig dat één van de SDG’s, nummer 17, draait om partnerschappen en één van de targets daar draait om het bevorderen van beleidscoherentie.”
Valt die hoge ambitie te rijmen met het feit dat er niet aan de salariswagens getornd wordt, of aan de federale participaties in de luchtvaart?
“Vooreerst wil ik erop wijzen dat alle nieuwe bedrijfswagens tegen 2026 broeikasgasvrij moeten zijn. Tevens zal de regering een kader uitwerken waarbij ook werknemers die geen aanspraak maken op een bedrijfswagen, een mobiliteitsbudget kunnen krijgen van hun werkgever. Op die manier worden duurzame mobiliteitsalternatieven zoals openbaar vervoer, fietsen en broeikasgasneutrale auto’s, evenals dicht bij het werk (gaan) wonen, gestimuleerd.”
“Voor wat betreft de luchtvaart, zal de regering zich op Europees en internationaal niveau inzetten voor de herziening van de huidige belastingvrijstelling op kerosine. De regering zal ook op Europees niveau pleiten tegen hele korte afstandsvluchten. Ik heb die boodschap door mijn kabinet ook al laten overbrengen aan Brussels Airport.”
Heeft u een plan van aanpak om de Vlaamse regering, die veel minder ambitieus en zelfs eerder remmend is inzake klimaatbeleid, te overhalen om mee te doen met uw beleid?
“Mijn overleg en samenwerking met Vlaanderen verschilt ten gronde niet van deze met de andere regio’s. Maar elke regio is wel verschillend natuurlijk. Je kan Brussel moeilijk met Vlaanderen vergelijken. Bovendien heb ik met minister Zuhal Demir tot nu toe altijd correct samengewerkt. We respecteren elkaars standpunten en trachten zo tot een compromis te komen. Dat is ook mijn rol. Ik beschouw mezelf als de klimaatdiplomate binnen België. Ik ben er sterk van overtuigd dat ook Vlaanderen de juiste keuzes zal maken om de klimaatcrisis te overwinnen. Ook voor Vlaanderen liggen er immers heel wat opportuniteiten te rapen binnen de Europese Green Deal.”
“Naast de samenwerking tussen regeringen, zijn er vele en goede contacten met economische en sociale actoren. Er is van hun kant een enorm voluntarisme om deel uit te maken van deze Europese en internationale klimaatbewuste trend. Dat verheugt mij bijzonder. Mijn gesprekspartners weten dat ik graag met hen in dialoog wil treden en vooruit wil. Daarbij hou ik in elke fase rekening met de specifieke economische en sociale omstandigheden, maar ook met de gevolgen van de klimaatverandering. Ook hier ligt voor mij de essentie van economische en sociale klimaattransitie.”
Uw eerste initiatieven om een koolstoftaks in te voeren in niet-ETS-sectoren, werd al getorpedeerd door de oppositie, maar ook door de MR. Andere coalitiepartijen stelden er ook al vragen bij. Een communicatiemisverstand of voelt u bij andere partijen de ambities al afzwakken?
“Er werd niets getorpedeerd omdat er niet te torpederen viel. Die onmiddellijke inning koolstoftaks stond in één van de kladversies. Die kladversie is naar de pers gelekt. Jammer van de controverse want in het definitieve versie was die passage al lang verdwenen. Elke maatregel moet passen binnen de bredere fiscale hervorming van de regering. Dat staat zo in het regeerakkoord en dat zal onder leiding van collega Van Peteghem, bevoegd voor Financiën, ook zo gebeuren.”
“Men heeft al een paar keer geprobeerd de regering uit elkaar te spelen maar dat lukt niet. De sfeer zit goed, er is vertrouwen en we praten met elkaar. Enkel zo kan je een krachtdadig en respectvol beleid voeren.”
In de beleidscel van minister Khattabi komen we trouwens heel wat gekende experten uit de Vlaamse milieu- en natuursector tegen.