In Vlaanderen rijden momenteel 45.000 elektrische of plug-in hybride wagens rond. Die kunnen worden opgeladen aan 3.655 publieke laadpalen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Andries Gryffroy (N-VA) opvroeg bij minister Zuhal Demir. De Vlaamse Regering zit daarmee volgens Gryffroy op schema om haar doelstellingen inzake elektrische wagens en bijhorende laadpalen te behalen.
Die ambitie luidt: 60.000 elektrische wagens en 5.000 publieke laadpalen op de Vlaamse wegen tegen eind dit jaar. Om dat laatste aantal te behalen, verschijnt nog een marktbevraging voor 1.500 publieke laadpalen die nog dit jaar zullen worden geïnstalleerd.
Gryffroy: “We kunnen niet om ons transport heen als we onze CO2-uitstoot willen verlagen. Die uitstoot kunnen we terugdringen door minder kilometers te rijden en door over te schakelen naar meer duurzaam vervoer. Het is dan ook positief dat het wagenpark in Vlaanderen vergroent en men steeds minder op diesel en benzine rijdt. Uiteraard volstaan fiscale stimuli en promotie alleen niet, er moet ook voldoende laadinfrastructuur zijn. Dat we ook hier op schema zitten is dus van wezenlijk belang.”
Al zijn er ook wel enkele aandachtspunten. Ten eerste is het momenteel onduidelijk hoeveel de kost van een oplaadbeurt bedraagt. Gryffroy: “Dat probleem zou evenwel weggewerkt moeten worden dankzij het Europese project IDACS (ID and Data Collection for Sustainable Fuels in Europe, red.). Met dit project willen vijftien deelnemende lidstaten het milieuvriendelijk en zero-emissie transport in Europa stimuleren en Vlaanderen zal in dit project een voortrekkersrol spelen. Concreet komt het erop neer dat alle laadpalen op éénzelfde website zullen worden weergegeven en dat de consument op die manier vooraf een duidelijk zicht heeft op de kostprijs van een laadbeurt. Dit zal dus zorgen voor meer transparantie. ”
230 of 400 volt?
Een tweede aandachtspunt is de capaciteit van het elektriciteitsnet. Recente nieuwsberichten duiden op een capaciteitsprobleem in Brussel, waar het elektriciteitsnetwerk verouderd en verzadigd is. De uitdaging stelt zich daar veel scherper dan in Vlaanderen, waar op de meeste plaatsen al een 400 volt-netwerk is. “Op zich hoeft 230 volt evenwel geen probleem te zijn, al zal de consument zich in dat geval wel tevreden moeten stellen met een langere oplaadtijd. Ook in Oslo, waar 50% van de wagens elektrisch is, beschikt men over een netwerk van 230 volt. Het is vooral een kwestie van gedragsverandering en van plannen. Dat is alleszins logischer, efficiënter en goedkoper dan overal transformators te plaatsen zoals men in Brussel van plan is”, aldus Gryffroy.
