Onze ecoTips voor de maand april

Onze onafhankelijke redacteurs pennen al jaren diepgravende stukken neer om jou te inspireren en informeren over manieren waarop je jouw bedrijf kan verduurzamen. De snelheid waarmee deze en andere informatie verspreid wordt en de onnoemelijke hoeveelheid aan informatie die jouw richting uitkomt, kan er al eens voor zorgen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom geven we je vanaf nu regelmatig enkele extra korte, snelle, tips mee.

TIP 1: Volg vanaf nu onze korte, snelle tips om duurzamer te ondernemen

Dat willen we doen door op regelmatige basis een overzicht aan te bieden met korte, snelle tips uit onze gepubliceerde artikels. Onze eerste tip hierboven is natuurlijk nogal voor de hand liggend… maar dat zijn ze zeker niet allemaal. Volgens ons zullen de overzichten alvast de moeite waard zijn om eens door te nemen. Wie weet stoot je wel op hét duurzame idee dat jouw bedrijf perfect past of kan je verderbouwen op innovatieve ideeën van anderen. 

De korte snelle tips die je voortaan terugvindt op onze website, worden onderverdeeld in verschillende categorieën zoals energie, circulaire economie, mobiliteit, leefomgeving en management. Je kan daardoor snel de tips terugvinden die jou aanspreken. Are you ready?

Energie

TIP 2: Bekijk het potentieel van groene warmteprojecten

In vergelijking met de populariteit van zon en wind, wordt in ons land het potentieel van warmte als hernieuwbare energiebron nog sterk onderbenut. Mede dankzij tal van overheidsstimulansen, zijn we echter aan een inhaalbeweging begonnen. Een voorbeeld daarvan is het stijgend aantal warmtenetten. Dat zijn ondergrondse circulatieleidingen die de warmte van een bepaalde bron (bv. centrale, verbrandingsoven, fabriek) naar diverse afnemers doorsluizen zodat zij er op hun beurt gebouwen en water mee kunnen verwarmen. Een grote troef van een warmtenet is de uitwisselbaarheid van de energiebron. Je kan zonder hinder overschakelen op de meest duurzame warmtebron van dat moment. Daarnaast bestaan er ook miniatuur-warmtenetten. Steeds meer appartementsgebouwen gebruiken bijvoorbeeld een centrale stookplaats in plaats van individuele cv-ketels.

In Vlaanderen is het potentieel voor de aanleg van warmtenetten groot. Je kan ze al vinden in onder meer Roeselare, Gent, Saint-Ghislain, Louvain-la-Neuve en Brugge. De komende jaren volgen Turnhout, Hooglede, Kuurne en Harelbeke. Op www.energiesparen.be/warmtekaart vind je een overzicht van de meest interessante gebieden voor de aanleg van een warmtenet. Misschien staat jouw regio er wel tussen. 

Lees het volledige artikel rond warmtenetten.

TIP 3: Raadpleeg de energiekaart en meld je coöperatie aan

Waar we op het einde van 2018 in Vlaanderen exact stonden op vlak van groene energie is nog niet helemaal duidelijk. Wel lagen er op minstens 365.744 Vlaamse daken zonnepanelen, goed voor een vermogen van 2.759 MW. Er staan ook ten minste 528 windturbines op ons vasteland (1.208 MW). Wie hierover meer gedetailleerde informatie wenst, kan die vanaf nu vinden op de gloednieuwe ‘energiekaart’ van het Vlaams Energieagentschap. Die moet bedrijven, organisaties en gezinnen aansporen om te investeren in groene energie. 

Lydia Peeters, minister van Energie, is alvast tevreden en benadrukt ook het belang van energiecoöperaties. “Door de coöperaties mee te nemen in deze tool, zetten we het bestaan van dergelijke projecten in de verf. We rekenen wel op de organisaties zelf om hun initiatieven aan het VEA te melden, zodat ze kunnen meegenomen worden op de site.” 

Lees het volledige artikel rond de energiekaart.

TIP 4: Bekijk alternatieve financieringsmethoden voor je energieprojecten

De Brusselse startup Watt Matters lanceerde vorig najaar in samenwerking met EIB together en Belfius een uniek en innovatief project: ze renoveerden het dak van het Marius Renard-gebouw in Anderlecht en installeerden er een warmtekrachtkopppelingsinstallatie zonder dat de eigenaars hiervoor iets moesten betalen.  

Het kostplaatje van het project bedroeg zo’n 950.000 euro en werd volledig door Watt Matters gefinancierd. Dat deed de startup met een vorm van derde-partij-investering. Op basis ecocitizen-financiering droegen leden van de burgercoöperatie Energiris zo’n 195 000.euro  en de leden van het platform Ecco Nova ongeveer 99.000 euro bij. Opvallend is dat 91.5% van de bewoners van het Marius Renard-gebouw mee investeerden in het project, zonder dat ze hier op één of andere manier toe aangezet werden. De investeringen die de derde partijen deden, zullen terugbetaald worden op basis van de inkomsten die Watt Matters genereert door de verkoop van groene energie. Bijkomend zal de energiekost voor de eigenaars van het gebouw met 40.000 euro dalen en zal de CO-uitstoot met 27% afnemen.

Het overige bedrag zamelde de startup in met behulp van een EIB-lening bij Belfius. De European Investment Bank en Belfius willen door middel van deze lening op een directe manier bijdragen aan het terugschroeven van de Belgische CO2-uitstoot en het tegengaan van de klimaatopwarming.

Lees het volledigeartikel over Watt Matters. 

TIP 5: Gebruik de Stroomvoorspeller

Op www.energiesparen.be/stroomvoorspeller vind je voortaan voorspellingen en waarnemingen omtrent de opbrengst van de zonnepanelen en onshore windmolens in Vlaanderen. Per uur en per dag kan je, tot op het niveau van je gemeente, nagaan hoeveel energie de zon en wind ons juist opleveren. De boodschap is dan ook om je meest energieverslindende activiteiten (bv. aanzetten van machines, opladen van voertuigen,…) op de productiefste momenten in te plannen. 

Lees het volledige artikel over de Stroomvoorspeller.

Circulaire Economie

Tip 6: Onderteken de Green Deal Circulair Bouwen

Is je bedrijf actief in de bouwsector en wil je inzetten op duurzaam ondernemen? Dan moet je zeker eens de nieuwe Green Deal Circulair Bouwen bekijken. Die werd op 22 februari 2019 gelanceerd om circulair bouwen in Vlaanderen tot een dagelijkse realiteit te maken.

Green deals zijn vrijwillige overeenkomsten tussen de Vlaamse overheid, bedrijven en organisaties. Ze worden gesloten om bepaalde duurzame doelstellingen na te streven. De partners slaan de handen in elkaar om barrières weg te werken, vooruitgang te boeken, kennis te delen enzovoort. De bouwsector is in Vlaanderen – maar ook op Europees niveau en zelfs wereldwijd – verantwoordelijk voor 30 tot 40% van al ons afval. De manier waarop we bouwen en wonen heeft ook een grote invloed op onze CO2-voetafdruk. 40% van het totale energieverbruik in de EU en 35% van de totale uitstoot van broeikasgassen valt immers toe te schrijven aan de bouwsector. Gezien de omvang van de sector en de hoeveelheid materialen die er verbruikt worden, kan circulair bouwen dus een immens verschil maken.

Lees het volledige artikel over de nieuwe Green Deal

TIP 7: Durf investeren in recyclage

Je kan alvast een voorbeeld nemen aan Deceuninck Group. Dit bedrijf gelooft 100% in de toekomst van pvc in de bouwsector en verviervoudigde daarom zijn recyclagecapaciteit door een volledig nieuwe fabriek op te starten in Diksmuide. Er kan nu zo’n 45.000 ton pvc per jaar verwerkt worden. Deceuninck ontwerpt zelf materialen op basis van pvc en houtcomposiet. Daarmee creëert het bedrijf vervolgens innovatieve producten voor ramen, deuren, tuinen, daken en gevels.

Dankzij hun lage thermische geleiding hebben pvc-raamprofielen volgens Deceuninck een drie keer hogere thermische isolatie-efficiëntie dan aluminium raamprofielen. Daarenboven zijn het energieverbruik en de CO2-uitstoot van pvc-ramen – zowel gedurende hun volledige levensduur als bij de productie en recyclage – slechts half zo groot. Pvc kan bijna eindeloos gerecycleerd en hergebruikt worden zonder kwaliteitsverlies. Bovendien spaart elke gerecycleerde kilogram pvc volgens schattingen van VinylPlus 2 kilogram CO2 uit. De recyclagefabriek van Deceuninck zal trouwens jaarlijks meer dan 2 miljoen ramen redden van een lot op de stortplaats of in de verbrandingsoven. De pvc-ramen van de eerste generatie zijn inmiddels immers 30 à 40 jaar oud en zullen in de komende jaren geleidelijk aan vervangen worden.

Lees het volledige artikel rond de nieuwe recyclagefabriek

Mobiliteit

TIP 8: Neem deel aan de groepsaankoop elektrische wagens

Met meer dan 33.000 elektrische wagens, wint elektrische mobiliteit terrein in ons land. Desondanks kunnen we in België nog niet echt trots zijn. In december 2018 bedroeg hun aandeel in het totale wagenpark slechts 1,94 procent. De Vlaamse overheid wil hier iets aan doen en lanceerde daarom de campagne ‘Van Euh? Naar Aha!’ Hoewel de campagne vooral gericht is op particulieren, kunnen ook bedrijven instappen. 

“Een groepsaankoop heeft als voordeel dat er gunstigere prijsvoorwaarden bekomen kunnen worden bij de verkopers. Bovendien creëren dergelijke initiatieven extra zichtbaarheid en helpen ze om nieuwere technologie bekend te maken bij het bredere publiek”, aldus minister Lydia Peeters.

De groepsaankoop in het kader van de campagne ‘Van Euh? Naar Aha!’ wordt georganiseerd door Bobex.be en kreeg de campagnenaam ‘Samen Elektrisch’ mee. Na een selectieronde werd een aanbod van vier modellen uitgewerkt. Deelnemers kunnen kiezen tussen de Nissan Leaf, Hyundai KONA, Peugeot iON en Renault ZOE. Een testrit maken is uiteraard mogelijk. Naast vier wagens is er in de groepsaankoop trouwens ook laadinfrastructuur opgenomen. Intekenen kan nog tot 15 mei 2019.

Lees het volledige artikel rond de groepsaankoop elektrische wagens

TIP 9: Ga voor een NWOW-cultuur en maak I-deals met je werknemers

Mobiliteit blijft een hot topic. We staan met zijn allen steeds langer in de file, de luchtkwaliteit blijft ondermaats, het openbaar vervoer is ononderbroken het onderwerp van kritiek,… Maar wordt een mens daar ook ongelukkiger, gestrest en onproductiever van? Niet altijd, zo blijkt uit een onderzoek van Antwerp Management School, VBO en Jobat. Toch  hebben mobiliteitsproblemen vaak een negatieve invloed op het engagement en de tevredenheid van werknemers. 

Gelukkig kunnen werkgevers daar ook wel wat aan doen. Volgens het onderzoek zouden woon-werkverplaatsingen een directe impact hebben op de werkprestaties en het job-engagement van werknemers. Het is dus de boodschap om daar extra aandacht aan te schenken. Prof. Dr. Ans De Vos legt uit: “Bedrijven kunnen vaak via eenvoudige maatregelen een verschil maken in de mobiliteitsbeleving van hun werknemers. De files verdwijnen daarom niet, maar de negatieve invloed van mobiliteit op productiviteit en engagement kan wél worden gecounterd. Vooral organisaties met een NWOW-cultuur (New Way Of Working), die bereid zijn om afspraken te maken op maat van de werknemer (I-deals), en die voldoende autonomie aan hun personeelsleden geven, slagen daar wonderwel in.”

Lees het volledige artikel rond hoe woon-werkverkeer prestaties en job-engagement beïnvloedt

Leefomgeving

Tip 10: Verwijder asbest zo snel mogelijk en op een veilige manier

Momenteel bevindt er zich nog 2.3 miljoen ton asbest in Vlaanderen, verspreid over 86 miljoen m² daken en gevels. Bedrijfsgebouwen zouden goed zijn voor zo’n 27 miljoen m² van het totaal. Op de tweede plaats volgen gebouwen uit de land- en tuinbouwsector (22.5 miljoen m²) en daarna de residentiële gebouwen (30.5 miljoen m²).

Afbeeldingsresultaat voor geschatte hoeveelheden asbest vlaanderen

Zo’n 15 à 20 jaar na plaatsing begint asbesthoudend bouwmateriaal af te takelen. Gemiddeld geeft een vierkante meter na 15 jaar jaarlijks 3 gram asbeststof af. In Vlaanderen zou er op dit moment dus zo’n 250.000 kilo per jaar vrijkomen. In geval van brand schiet dit cijfer bovendien nog eens verder de hoogte in. 

Als je een gebouw beheert dat eventueel asbest bevat, kan je hiermee dus best aan de slag gaan. Vorig najaar trapte de Vlaamse overheid het actieplan voor asbestafbouw af om Vlaanderen tegen 2040 asbestveilig te maken. In dit kader kunnen o.a. lokale besturen een steunaanvraag indienen. Aangezien bedrijven vaak bij deze projecten kunnen aansluiten, ga je best even na of je stad of gemeente een aanvraag heeft lopen. Daarnaast kan je op de site van OVAM  een nuttige gids vinden met tips and tricks om asfalt op een veilige manier te verwijderen. 

Lees het volledige artikel rond het Asbestafbouwplan

Tip 11: Maak een tijdelijk natuurgebied op je ongebruikte bedrijfsterreinen

Zo’n 17.000 hectare industriegrond ligt momenteel braak of is ingericht als plantsoen. De beheerders kiezen hier meestal bewust voor om te vermijden dat beschermde planten en/of dieren zich op het terrein vestigen en zo de voortgang van toekomstige bouwprojecten vertragen. “Maar daar heeft niemand baat bij: De natuur krijgt geen kansen en de grondeigenaar maakt kosten”, stelt het Agentschap voor Natuur en Bos. Daarom riep de Vlaamse overheid de ‘vergunning voor tijdelijke natuur’ in het leven. Die garandeert aan bedrijven dat zij de natuurelementen die zich door de jaren heen op hun (braakliggend) terrein ontwikkelen, mogen verwijderen wanneer een bouwproject van start gaat.

Signify  in Turnhout (het vroegere Philips Lighting) kreeg vorig jaar als allereerste een vergunning voor tijdelijke natuur. Vorig jaar lagen aanzienlijke stukken van het 20 ha grote bedrijventerrein er nog verlaten bij, maar in afwachting van nieuwe industriële activiteit krijgt de natuur er nu volop de kans om zich te ontwikkelen. Concreet wordt aangelegde gazon omgevormd naar natuurlijk grasland, worden beheersintensieve hagen vervangen door streekeigen soorten en behoren pesticiden er voortaan tot het verleden. Bovendien laat Signify het grasland begrazen door schapen en werd er naast een bijenhotel ook een wandelpad voorzien.

Lees het volledige artikel rond de investering van Signify in tijdelijke natuur

Management

Tip 12: Op zoek naar duurzame werknemers? Steek dan een tandje bij…

Net als de vorige jaren bekeken we de algemene trends op de arbeidsmarkt en zoomden we in op de vacaturecijfers voor enkele duurzame beroepen (architect bouw, bodemonderzoeker en deskundige veiligheid, hygiëne en leefmilieu). Conclusie: Duurzame beroepen zitten in de lift, maar daardoor wordt de arbeidsmarkt wel heel wat krapper. Het valt dus niet mee om de kandidaat van je dromen te strikken. Gelukkig vind je enkele tips op onze website. 

Lees het volledige artikel rond duurzame beroepen. 

Tip 13: Neem duurzaamheid op in je jaarverslag

Een jaarverslag opstellen: Sommige organisaties doen het vrijwillig. Grote vennootschappen, vzw’s en stichtingen zijn ertoe verplicht. Maar wist je dat bepaalde bedrijven en organisaties voortaan ook over een aantal duurzame thema’s moeten rapporteren? 

Die verplichting is in ons land enkel van toepassing op grote vennootschappen met meer dan 500 werknemers die een balanstotaal van 17 miljoen euro of een jaaromzet van 34 miljoen euro overschrijden. Het moet ook gaan over organisaties van openbaar belang zoals genoteerde vennootschappen, verzekeraars en kredietinstellingen. Verre van iedereen moet dus aan deze regelgeving voldoen. Toch kiezen heel wat bedrijven er al jaren voor om – vrijwillig – over hun duurzaamheidsprestaties te rapporteren. 60 tot 70% van de grote Europese spelers maakt al geruime tijd gebruik van checklists, labels en systemen opgesteld door bijvoorbeeld het Global Reporting Initiative (GRI), de VN of OESO om duurzame inspanningen te evalueren en bewijzen. Maar ook kleinere bedrijven brengen er steeds vaker jaarlijks verslag over uit. Weet je niet goed hoe hieraan te beginnen? Neem dan een kijkje op onze website. We hebben er enkele systemen op een rijtje gezet.

Lees het volledige artikel rond het opnemen van duurzaamheid in jaarverslagen

 

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.