isvag nieuwe verbrandingsoven wilrijk
Zo zal de nieuwe verbrandingsoven in Wilrijk eruitzien (Foto: ISVAG)

Nieuwe afval-energiecentrale ISVAG vergund, protest blijft aanhouden

De ISVAG-oven in Wilrijk is een oud zeer. Sinds de bouw van de eerste installaties in 1978 waren klachten over omgevingshinder, milieuvervuiling en gezondheidsklachten aan de orde van de dag. Dat bracht buurtprotest met zich mee, vaak ondersteund door de nabijgelegen gemeente Aartselaar. Ook BBLv en Natuurpunt ondersteunden nog dit jaar het protest tegen de recente vernieuwing van vergunningen en tegen de bouw van een nieuwe oven op dezelfde plek, vlakbij de A12 en het woongebied van Wilrijk.

De Raad van Bestuur van ISVAG besliste in 2016 om een nieuwe oven, met grotere capaciteit, te bouwen op dezelfde plek. Die moet gekoppeld worden aan een warmtenet, waar een aantal bedrijven in de regio op aangesloten zijn en worden. Dat bleek een moeizaam proces met gunstige en ongunstige adviezen, opnieuw ingediende rapporten enz. Lage emissies, volksgezondheid en meespelen in een flexibel energie-landschap waren daarbij belangrijke speerpunten. Dat werd in 2019 herbevestigd.
ISVAG vroeg een vergunning voor een nieuwe oven die 190.000 T huishoudelijk restafval per jaar aankan, waar ze nu een vergunning voor 159.000 T heeft, waar ze in realiteit 140.000 T van omzet. Het bedrijf verbrandt enkel het huishoudelijk afval van haar vennoten: 30 steden en gemeenten, goed voor meer dan 1 miljoen inwoners.

Te veel afval?

Eén van de kritiekpunten van de milieubeweging is dat ISVAG geen rekening houdt met de doelstellingen inzake afvalvermindering van OVAM en dus méér wilt verbranden dan vandaag. “OVAM kan wel doelstellingen vooropstellen”, pareert Kristel Moulaert, Algemeen Directeur van ISVAG, “maar wij moeten naar de cijfers kijken: in onze regio schommelt de afval-aanvoer al jaren rond de 180.000 T per jaar. Per gezin wordt er dan wel wat minder restafval aangeleverd, maar er komen steeds maar gezinnen bij. Blijkbaar zitten we bovendien aan een ondergrens van wat mensen in hun afvalzak steken. De invoering van een Diftar-systeem leidt ongeveer voor een jaar tot minder restafval. Daarna schakelen de mensen weer om naar hun oude wegwerppatronen. Over heel Vlaanderen steeg het afgeleverde gezinsafval de jongste drie jaar telkens. En we merken dit jaar, wellicht doordat er veel meer mensen thuis werken, weer een significante stijging van het tonnage.” Bij de aanvraag voor 190.000 T rekende ISVAG al met een kleiner tonnage per inwoner (105 kg) dan de doelstelling van OVAM (116 kg). “Die 190.000 T is dus zeker geen overcapaciteit”, zegt Kristel Moulaert’: “Er is nu al een tekort aan verbrandingscapaciteit en Vlaanderen voert heel wat afval uit.”

Havenlocatie

Het protest gaat over een aantal zaken: de verbrandingscapaciteit ligt veel te hoog, een nieuwe verbrandingsoven kan beter in de haven gebouwd worden, er worden relatief te veel broeikasgassen uitgestoten en het kan veel goedkoper.
Een locatie in de haven zou 100.000 T extra CO2-uitstoot per jaar besparen, volgens studies en de milieubeweging. Kristel Moulaert: “Wij hebben in onze berekeningen natuurlijk alle parameters bekeken. Uit een vergelijking van 17 locaties, waaronder de haven en Blue Gate Antwerp, kwam de huidige site in Wilrijk als beste uit de bus. Zowel economisch, op vlak van transport en mobiliteit als op vlak van emissies. Principieel kun je zeggen dat het afvaltransport zo veel mogelijk via het water moet gebeuren. Maar goed, de meeste van onze gemeenten liggen niet aan het water, dus dan moet je de vrachtwagens eerst ergens hun lading laten deponeren of tot aan een waterweg laten brengen? Dat zorgt voor heel wat extra vrachtwagenkilometers.” Tom De Bruyckere, ISVAG-woorvoerder vult aan: “Bovendien staat of valt het rendement van een binnenschip met de lading ervan: een binnenschip levert een lading af en brengt een andere lading retour mee. Een schip vaak leeg laten terugvaren is economisch niet haalbaar.”

Lokale bezwaren

Verder zijn er nog lokale argumenten tegen de nieuwe verbrandingsoven: naast meer vrachtverkeer, zou het geschetste gebouw veel te imposant zijn in vergelijking met de andere gebouwen in de buurt en langs de A12. ISVAG spreekt dan ook expliciet van een ‘landmark’ en heeft haar inspiratie daarvoor gezocht bij gebouwen voor verbrandingsovens in de centra van bijvoorbeeld Wenen en Kopenhagen, die getuigen van een markante architectuur.
Dat een deel van nieuwe installaties op huidig natuurgebied zou komen en er meer verharding zou zijn, is een andere doorn in het oog van de omwonenden en natuurverenigingen. Daaraan komt ISVAG tegemoet door natuur kansen te geven: er is een infiltratie- en buffervijver met een niet-verharde oever en natuurlijke begroeiing met een graslandzone errond gepland. Verder voorziet het plan nog zes wadi’s en een poel, bosaanplanting. Voor de aanwezige fauna wordt een ecoduct of ‘ecoduik’ voorzien.

Warmtenet en waterstof

Momenteel ligt de verbrandingsoven ongeveer in het midden van een later uit te bouwen warmtenet (van Antwerpen-Noord tot in Puurs) en van de afval-aanvoerende gemeenten.
Met de bestaande installatie produceert ISVAG zowat 3 MW en levert via een kleinschalig net van 1,6 km rondom het bedrijf. Sinds mei van dit jaar levert ISVAG al warmte voor de magazijnen van het nabijgelegen bedrijf Essers. Dat alleen al spaart 1 miljoen m3 aardgas uit. Voor twee andere bedrijven starten de leveringen in de komende maanden.
De nieuwe oven die ISVAG wil bouwen, moet voldoen aan de best beschikbare technologieën en de rookgaswassing is ‘koploper in de laagste emissies’, aldus het bedrijf. De modulaire turbine met warmte-krachtkoppeling kan elektriciteit of warmte leveren: stroom voor 30.000 gezinnen en warmte voor 40.000 gezinnen of bedrijven, volgens ISVAG. In een eerste fase gaat het om de productie van 50MW, later uit te breiden met andere restwarmtebronnen, wanneer het warmtenet verder naar het Noorden en het Oosten vertakt wordt.
Verder wil ISVAG investeren in opslagcapaciteit voor de periodes dat er minder vraag naar of te veel productie van energie is. De opslag zal gebeuren via de productie van waterstof. In juni 2021 moet er dan ook een waterstoftankstation in de buurt opengaan. Dat kadert in een EFRO-project waarin ISVAG participeert. Daarnaast werkt Stad Antwerpen aan een pilootproject waarin vervat zit dat een aantal vuilniswagens op waterstof zouden rijden.

Vervolg

In juli van dit jaar verleende de minister de omgevingsvergunning voor de nieuwe afval-/energiecentrale. Dit najaar wordt de aanbesteding voorbereid. Volgend voorjaar voorziet men de aansluiting van meer bedrijven op het warmtenet. Eind volgend jaar beginnen de eigenlijke bouwwerken, die 3 jaar zullen duren.
Bij een aantal omwonenden, de gemeente Aartselaar, de milieubeweging en in het Vlaams Parlement bleef de vergunning en de manier waarop die verleend werd, vragen oproepen. Een aantal instanties die eerst negatief adviseerden, gaven later een positief advies gaven. Volgens de contestanten speelde daarin zwaar lobbywerk mee, volgens ISVAG ging het gewoon om procedures en bijkomende informatie die geleverd werd. Tom De Bruyckere, woordvoerder van ISVAG, wijst erop dat 21 instanties advies moesten geven. Daarvan gaven 17 een gunstig advies, al dan niet met voorwaarden. Drie instanties gaven geen advies. De gemeente Aartselaar adviseerde negatief.
Denuo, de koepel van de afval- en recyclagesector, tekende beroep aan tegen de vergunning. Heeft dat te maken met het kwalijke imago uit het verleden? Tom De Bruyckere vindt het vreemd dat sommigen in andere regio’s gaan pleiten voor warmte-krachtkoppeling en warmtenetten, maar dat dezelfde plannen van ISVAG niet aanvaard worden. “In ons MER (milieu-effectenrapport) moesten we zelfs laten bestuderen welke psycho-somatische gevolgen het zicht op een schouw zou hebben…” Kristel Moulaert concludeert: “Onze opdracht is niet om zo veel mogelijk te verbranden, maar wel om het restafval van onze gemeenten-vennoten te verwerken op een zo economisch en ecologisch mogelijke manier.”

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.