Site arseenfabriek Bocholt
Beeld: DEME

OVAM, DEME en Antea Group zetten samen schouders onder symbooldossier

Sanering grond ‘Groot Fabriek’ 53 jaar na sluiting van start

Eén van de meest verontreinigde plaatsen (zogenaamde brownfields) van Vlaanderen eindelijk opschonen. Dat is de opdracht die de Vlaamse Openbare Afvalstoffenmaatschappij geeft aan het tijdelijk maatschap tussen DEME en Antea Group. De bedrijven slaan de handen in elkaar om de gronden op de site van de voormalige arseenfabriek in Bocholt aan te pakken. Twintig jaar na de eerste saneringswerken, en 53 jaar na de sluiting van het ‘Groot Fabriek’, komt er opnieuw schot in het symbooldossier. Eind 2025 moeten de actieve saneringswerken zijn afgelopen.

‘Dossiernummer één’, zo staat de bodemverontreiniging van de voormalige arseenfabriek in Bocholt bekend. Ruim 53 jaar na de sluiting van de fabriek zal de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij de gronden, vervuild met het zware metaal arseen, laten saneren. Daarvoor rekent de opdrachtgever en eigenaar van de gronden OVAM op een unieke samenwerking via een tijdelijk maatschap tussen aannemer DEME Environmental en onderzoeksbureau Antea Group, twee experts op vlak van brownfields. Ecotips sprak over dit symbooldossier met Koen Meskens (DEME), Beatrijs Lambié (Antea Group) en Inge De Vrieze (OVAM). “De voorbereiding op de uiteindelijke sanering heeft veel voeten in de aarde gehad. Maar het is goed dat er nu eindelijk schot in de zaak komt”, aldus de gesprekspartners.

Dossiernummer één: Arseenfabriek in Bocholt

Aan het eind van de 19de eeuw, in 1899 heel precies, opende de arseenfabriek de poorten. Het ‘Groot Fabriek’ zoals de site in Limburg bekend stond, bleef actief tot 1971. Het terrein van 7 hectare groot, strekte zich uit over Reppel (deelgemeente van Bocholt) en Ellikom (deelgemeente van Oudsbergen). Ruim veertien jaar na de sluiting van de fabriek, gingen de gebouwen grotendeels tegen de vlakte. De OVAM probeerde in1991 een eerste keer het afval op het terrein te bergen, maar kreeg geen toegang van de toenmalige eigenaars.

“Door een juridische procedure duurde het nog tien jaar voor de afvalberging kon plaatsvinden”, legt Inge De Vrieze van de OVAM, afdeling bodem, uit. Het ging om een lokale berging op het terrein zelf. Daarbij werd puin van de fabriek bovengronds ingekapseld met een folie en kleilaag, om zo te  voorkomen dat de grond verder verontreinigd zou worden. “In 2013 vond een hydrologische studie plaats. Die bracht aan het licht dat het grondwater op en rond de site nog altijd is verontreinigd en dat een bijkomende sanering noodzakelijk was.”

De arseenfabriek anno 1985

Duizenden risicogronden

In Vlaanderen zijn er naar schatting 85.000 risicogronden. Dat zijn gronden waar vervuilende activiteiten werden of nog worden uitgeoefend. Gezien het verhoogd risico op bodemverontreiniging is een bodemonderzoek noodzakelijk. Hiervan is bijna 60 procent onderzocht: eind 2023 is zelfs de kaap van 50.000 bodemdossiers overschreden. De gronden van de oude arseenfabriek zijn opgenomen als bodemdossiernummer één. Het is daarom voor zowel de OVAM als DEME en Antea Group een symbooldossier.

Door een juridische procedure duurde het tien jaar voor de afvalberging kon plaatsvinden.

Inge De Vrieze – OVAM

Een risicogrond betekent niet dat er sowieso een verontreiniging is. Bij twee derde van de onderzochte gronden zijn geen verdere acties vereist. Bij de gronden die wel vervuild zijn, is bodemsanering noodzakelijk wanneer er risico’s bestaan voor mens en natuur. In Vlaanderen werden al 4.600 gronden gesaneerd en voor 2.500 andere gronden is het saneringsproces momenteel in uitvoering. Op basis van deze gegevens verwacht de OVAM dat uiteindelijk ongeveer 12.000 risicogronden zullen worden gesaneerd, in de meeste gevallen door de saneringsplichtige.

Resultaatsgarantie

De sanering van de gronden is delicaat werk, door meerdere factoren. De grond op en rond de voormalige fabriekssite is verontreinigd met zware metalen. Ondanks eerdere werken, twintig jaar geleden, moet die verontreiniging bijkomend en definitief worden aangepakt. En die werken moeten resultaat opleveren want de OVAM zette een resultaatsgarantie in de aanbesteding. “De deskundige (Antea Group) en aannemer (DEME) zijn samen aangesteld en samen verantwoordelijk”, legt Koen Meskens uit. Hij werkt als Business Development Manager bij DEME en is projectmanager van het project in Bocholt.

“Die resultaatsgarantie bepaalt dat wij vijf jaar na de saneringswerken een ‘krimpende pluim’ moeten zien. Concreet betekent het dat de verontreiniging in het grondwater zichtbaar moet zijn afgenomen. Die pluim of vlek is de oppervlakte van het grondwater rond de voormalige fabriek die is aangetast door de jarenlange vervuiling. Door het indringende grondwater en de ondergrondse waterstromen is de pluim stelselmatig vergroot. We zullen tot een kilometer rond de site actie ondernemen. Op het terrein zullen we verontreinigde grond ontgraven en bergen. In de verontreiningspluim wordt het grondwater gericht opgepompt en gezuiverd. De civiel-technische werken zullen in principe eind volgend jaar klaar zijn. Daarna zullen we, in overleg met de OVAM, nog ongeveer 30 jaar lang monitoren.”

De resultaatsgarantie bepaalt dat we vijf jaar na de saneringswerken een ‘krimpende pluim’ moeten zien.

Koen Meskens – DEME

De OVAM is, na meerdere gerechtelijke procedures, eigenaar geworden van de gronden van de arseenfabriek. Na de saneringswerken zal ongeveer de helft van het terrein opnieuw kunnen worden gebruikt. De rest van de gronden zal door de afvalberging en inkapseling ongeveer zeven meter hoger zijn. “Er zijn verschillende bestemmingen mogelijk. Zo kan het zijn dat we het moeilijk toegankelijke deel laten begroeien zodat het de biodiversiteit ten goede komt”, legt Inge De Vrieze uit. “Er zijn nog andere pistes mogelijk, maar het is nog te vroeg om een concreet plan voor te leggen.”

Huidige situatie van de site

Unieke samenwerking

DEME en Antea Group ontwikkelden samen een concept voor het immense bergingswerk. “Het gaat om 300.000 kubieke meter grond die zal worden ontgraven”, zegt Beatrijs Lambié. Zij is vanuit Antea Group aangesteld als projectmanager voor het dossier. “200.000 kubieke meter komt uiteindelijk in de berging ter plaatse, dit keer boven het grondwaterniveau. Bij die saneringsberging blijft het verontreinigde materiaal ter plaatse. Door het volledig in te kapselen met folie en kleimatten, zoals op een echte stortplaats, zal er geen enkel risico meer van uit gaan.”

De gunning van de opdracht verliep via een openbare aanbesteding. “We beslisten in zee te gaan met DEME en Antea Group omdat zij volgens ons de meeste garantie op het beste resultaat konden voorleggen”, zegt Inge De Vrieze. Een bijkomend argument voor de OVAM om in zee te gaan met DEME en Antea is de expertise van beide spelers in het tijdelijk maatschap. “DEME is koploper op vlak van bergingen en ook het studiebureau heeft al voldoende zijn expertise bewezen.”

“Dossiernummer één was in eerste instantie nog aangepakt in kader van het afvalstoffendecreet. Het Bodemdecreet bestond toen nog niet. Heel veel bedrijven in de omgeving zijn door de verontreiniging geïnfecteerd. Door die grondwaterpluim mogen veel (landbouw) bedrijven geen grondwater gebruiken. De impact is groot en we kozen daarom voor een techniek waarvan we zeker zijn dat het resultaat zal opleveren. Dit wil niet zeggen dat het grondwater binnen x-aantal jaar wel gebruikt kan worden. We willen ervoor zorgen dat de pluim krimpt.”

Simulatie nadat het afval is ingekapseld

Design&build

Eind oktober 2023 vonden infovergaderingen plaats waarbij de betrokken partijen de plannen voor de sanering uit de doeken deden aan betrokken eigenaars in de omgeving. Van eind december 2023 tot eind januari 2024 liep een openbaar onderzoek voor het bodemsaneringsproject, voor de sanering van zowel het bronperceel als het grondwater in de omgeving. In principe zullen de werken dit voorjaar kunnen starten. “We wachten op de goedkeuring van de OVAM van het rapport waarin de saneringswerken worden omschreven”, gaat Beatrijs Lambié verder. “Dat bodemsaneringsproject was complexer dan een standaard project. We hebben er dan ook twee jaar aan gewerkt. Zo moest er een milieueffectenrapport worden opgemaakt en kwamen er heel wat specialisten en overleg aan te pas om de vergunningen in orde te krijgen.”

Bij de saneringswerking blijft het verontreinigde materiaal ter plaatse, ingekapseld met folie en kleimatten.

Beatrijs Lambié – Antea Group

De OVAM koos voor een ‘design&build’-aanpak bij de aanbesteding, die een samenwerking tussen een aannemer en studiebureau vereiste. DEME en Antea dienden gezamenlijk een offerte in. “We legden een saneringsconcept neer waarvoor nog een deel haalbaarheidsonderzoek nodig was”, zegt Koen Meskens. “Niet alleen om de echte haalbaarheid na te gaan, maar ook een stuk de dimensionering van de berging, stabiliteitsmaatregelen en de bemaling. Wat hebben we bijvoorbeeld exact nodig om de waterzuivering toe te passen. Net omdat we de resultaatsgarantie moeten bieden, hebben we bijkomende karakterisatie gedaan van het grondwater als op het terrein zelf. Zo konden we onze voorziene ontgraving verfijnder maken dan wat we wisten op basis van eerder onderzoek. Tenslotte hebben we het bestaande grondwatermodel uitgebreid met stoftransport om zowel het effect van de geplande maatregelen als de toekomstige evolutie nadien goed in te schatten.”

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.