In het tweede kwartaal van 2023 brengt Stellantis de eerste lichte bedrijfswagens met een brandstofcel op de Nederlandse markt. Het gaat om waterstof-elektrische versies van de Citroën Jumpy, Opel Vivaro en Peugeot Expert.
De modellen rollen van dezelfde productielijn als de versies met een verbrandingsmotor en batterij-elektrische aandrijflijn. Momenteel worden de voertuigen geproduceerd in het Duitse Rüsselsheim, vanaf 2024 gebeurt dit in de Stellantis-fabriek in Hordain, in het noorden van Frankrijk. Het doel is om daar circa 5.000 waterstof-elektrische bedrijfswagens per jaar te produceren.
Grotere actieradius
Om CO2-emissies verder te reduceren en te voldoen aan de vervoersbehoeften van ondernemingen zet het bedrijf niet alleen in op batterij-elektrische aandrijving, maar ook op waterstof-elektrische aandrijving met een brandstofcel. Vooral voor grotere bedrijfsvoertuigen zijn er voordelen – de grotere actieradius, de snelheid van bijtanken – terwijl de volledige laadcapaciteit behouden blijft.
De aandrijflijn met een brandstofcel, elektromotor en een compacte batterij combineert de voordelen van waterstof- en batterijtechnologie. De brandstofcel zet waterstof om in elektrische energie (en waterdamp) om de elektromotor te voeden, terwijl de batterij extra energie kan leveren voor dynamische prestaties.
Europees waterstof-ecosysteem
De Europese Clean Hydrogen Alliance – waarvan Stellantis deel uitmaakt – kondigde vorig jaar investeringen aan ter waarde van circa 60 miljard euro in de ontwikkeling van een waterstof-ecosysteem.
Het aantal waterstoftankstations in Europa moet groeien naar 2.500 in 2030 en naar 10.000 in 2055. Tegen dan zullen er in Europa naar verwachting zo’n 450.000 lichte bedrijfswagens en 10.000 vrachtwagens op waterstof rijden.
Op basis van de Europese regeling voor infrastructuur van alternatieve brandstoffen komen er verplichte doelen voor alle 27 EU-lidstaten, onder meer dat langs snelwegen om de 100 à 150 kilometer een waterstoftankstation moet komen.
