microplastic

VITO ontwikkelt techniek om micro- en nanoplastics te meten

Om de impact van micro- en nanodeeltjes na te gaan moeten zulke deeltjes eerst gedetecteerd kunnen worden. VITO ontwikkelt daarvoor een speciale meettechniek.

Micro- en nanoplastics kunnen onder andere vrijkomen uit plasticafval dat degradeert door de zon, ze kunnen loskomen uit textiel dat gewassen wordt of uit verfstoffen die reageren met de omgeving.

Specifieke techniek

Op het vlak van de detectie en karakterisering wil VITO de komende jaren uitgroeien tot een internationale referentie. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek maakt daarbij gebruik van de analysemethode single-particle ICP-MS, een speciaal soort massaspectrometrie.

Dankzij snellere uitleesmogelijkheden en een betere verwerking van meetdata kan de methode een duizendtal deeltjesidentificaties per minuut doen. Het kan daardoor alle kleine deeltjes in vloeibare monsters kan detecteren, zelfs in zeer lage concentraties.

Een samenwerking met het atomic & mass spectrometry-team van de UGent leidde bovendien tot de succesvolle karakterisering van ijzeroxide-nanodeeltjes (deeltjes kleiner dan honderd nanometer, ofwel honderd miljoensten van een millimeter).

lees ook

Ngo’s slepen Danone voor de rechter wegens plasticvervuiling

Gezondheidsrisico’s

Doordat het onderzoek naar kleinere plasticdeeltjes zoals micro- en nanoplastics nog in de kinderschoenen staat, is er weinig bekend over de de milieu- en gezondheidsrisico’s. Dat beseft ook de WHO die vorig jaar in een rapport benadrukte dat er nood is aan betrouwbare methoden om de gezondheidsrisico’s door micro- en nanoplastics in kaart te brengen.

Plasticdeeltjes worden vandaag al gemonitord, maar het gaat dan alleen over deeltjes groter dan tien micrometer (één micrometer is één duizendste van een millimeter). VITO focust nu op deeltjes die kleiner zijn.

Wetenschappers vrezen dat de gezondheidsrisico’s bij kleinere deeltjes groter zijn. Zulke deeltjes kunnen namelijk gemakkelijker verder doordringen in het lichaam. Daarbij speelt ook de wijze van blootstelling een rol. VITO onderzoekt die via specifieke projecten: in MS4Plastics wordt naar plasticdeeltjes gezocht in vis en zeevruchten, in CE4Plastics wordt ingezoomd op nanoplastics uit plastic flessen.

Drinkwater

Kleinere plasticdeeltjes komen bovendien in veel hogere aantallen voor in de omgeving dan grotere deeltjes. Uit drinkwateranalyses bleek dat de concentratie van partikels van enkele micrometer groot veel hoger ligt dan bij plasticdeeltjes van enkele honderden micrometer groot. Het valt dan ook te verwachten dat die trend zich doorzet op nanoniveau.

Door de toenemende bezorgdheid rond plasticvervuiling zullen overheden ook de verspreiding van microplastics (deeltjes kleiner dan tien micrometer) willen monitoren. De eerste Europese en internationale standaardmethoden voor de monitoring van microplastics in water worden verwacht in 2024. Standaardmethoden voor de bepaling van nanoplastics zullen waarschijnlijk nog minstens tot het einde van het decennium op zich laten wachten.

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.