Documents
Office employee working with documents at table, closeup - (Beeld: Adobe Stock)

Vlaanderen verspreidt richtlijnen om vergunningsstop te voorkomen na Stikstofarrest

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir heeft via een Ministeriële Instructie richtlijnen rond de stikstofproblematiek aan al haar administraties en alle vergunningverlenende overheden verspreid. Dat was nodig om de periode op te vangen tot de Vlaamse regering een definitief stikstofkader vastlegt, eind 2021.

Een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwisting haalde in februari het voorlopige stikstofkader uit 2016 onderuit, dat werkte met een minimumdrempel van 5% waaronder vergunningen die zorgen voor extra uitstoot mogelijk waren. De Raad oordeelde dat Vlaanderen de voorbije jaren te veel ammoniakuitstoot vergunde zonder de impact op onze waardevolle natuurgebieden voldoende in rekening te brengen.

De voorbije weken werd gewerkt aan tussentijdse richtlijnen om de periode op te vangen tot een definitief stikstofkader, eind 2021. In het weekend van 1 mei verspreidde Demir dan ook een zogenaamde ‘instructie’ aan haar  Vlaamse administraties en vergunningverlenende overheden. Die moet rechtszekere vergunningsbeslissingen mogelijk maken voor alle belangrijke investeringsdossiers door alle verschillende bestuursniveaus.

Uit de instructie: ‘In afwachting van de opmaak en goedkeuring van een definitieve stikstofaanpak biedt deze instructie de adviserende overheden een reeks richtlijnen die kunnen worden aangewend bij de voorbereiding van vergunningsbeslissingen en adviezen. Ook de impact van de recente rechtspraak op lopende vergunningsdossiers en hoe de adviesverlenende besturen daarmee kunnen omspringen, wordt toegelicht.’ 

‘Deze richtlijnen kunnen niet steeds mechanisch worden toegepast. De beoordeling terzake ligt, dossier per dossier, steeds bij de adviesverlenende instantie. Bij twijfel omtrent het significant karakter van de effecten moet een individuele passende beoordeling worden opgemaakt.

Deze instructies gaat uit van het voorzorgsprincipe, in afwachting van het definitieve PAS-kader dat door de Vlaamse Regering zal worden vastgesteld.’

Voor vergunningsaanvragen die leiden tot ammoniakuitstoot (NH3), vooral in de intensieve veeteelt en mestverwerking, bepaalt de instructie dat elk individuele aanvraag via een Passende Beoordeling moet aantonen dat er geen significant negatief effect is op de omliggende natuur en desgevallend moeten maatregelen genomen worden om de ammoniakuitstoot te verminderen.

Voor de uitstoot van NOx, vooral in de industrie- en transportsector, introduceert Vlaanderen een nieuw toetsingskader met een minimumdrempel van 1%. Die drempel werd wetenschappelijk onderbouwd door onder meer VITO. Projecten met minder dan 1% extra belasting van de stikstofwaarden kunnen goedgekeurd worden. Vergunningsaanvragen die zorgen voor meer dan 1% extra belasting van de stikstofwaarden, moeten een Passende Beoordeling ondergaan en aantonen dat er geen significant negatief effect is op de omliggende natuur en desgevallend maatregelen nemen om de emissies tot het minimum te beperken.

De instructie maakt duidelijk dat Vlaanderen erg voorzichtig zal zijn in de vergunningverlening als er een impact is op het stikstofprobleem. Tegelijk kondigt Demir in de instructie alvast enkele maatregelen aan die zorgen voor de vermindering van de uitstoot van stikstof. Er zijn nog veel bijkomende initiatieven en maatregelen nodig om de stikstofuitstoot naar beneden te halen. Die maken voorwerp uit van de verdere politieke onderhandelingen over de definitieve stikstofregeling die later dit jaar klaar moet zijn.

Lees de reacties van VOKA, Bond Beter Leefmilieu, Boerenbond, Algemeen Boerensyndicaat, op de nieuwe richtlijnen.

Voortoets opnieuw beschikbaar

De online tool met betrekking tot ‘eutrofiëring en verzuring via de lucht’, opgenomen in de voortoets, is opnieuw beschikbaar, weliswaar met aangepaste berekeningen op basis van de ministeriële instructie.

Voortoets voor NOx-emissies

voortoets NOx-emissies ministeriële instructie
Voortoets NOx-emissies uit de ministeriële instructie

Geen mogelijkheden voor NH3-emissies

Uit de ministeriële instructie:

‘In tegenstelling tot wat het geval is voor NOx hebben het gebruik van de drempel in de ‘online voortoets’ en de significantiekaders van de hoger aangehaalde omzendbrieven voor NH3 niet geleid tot een afname van de ammoniakemissie, noch van de depositie van ammoniak in de habitatrichtlijngebieden. De afname van de ammoniakuitstoot in Vlaanderen die ingezet was sinds de jaren 1990 is sinds 2007/2008 gestagneerd.

Van alle binnenlandse emissies, hebben ammoniakemissies veruit de grootste bijdrage tot de depositie en tot de overschrijding van de KDW in de habitatrichtlijngebieden.

Bijgevolg kan in afwachting van een definitief PAS-kader in geen geval worden verder gewerkt met de tot nu bestaande drempels uit de ‘online voortoets’ en significantiekaders. Deze hebben immers niet geleid tot merkbare afnames inzake emissies, minstens niet op een wijze dat de hoger aangehaalde (Europese) doelstellingen kunnen worden bereikt.

Het gebruik van de 5%-drempel liet toe dat 97,5% van de landbouwexploitaties, goed voor 93,6% van de stalemissies in Vlaanderen (situatie referentiejaar 2015), hun emissies konden laten toenemen zonder enige verdere afweging in kader van de passende beoordeling. Het verderzetten van deze praktijk zou strijdig zijn met het verslechteringsverbod vermeld in artikel 6, 2de lid van de Habitatrichtlijn.

Om voormelde redenen dient in afwachting van een definitief PAS-kader voor wat betreft de ammoniakdeposities veroorzaakt door veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties steeds een individuele beoordeling te worden gemaakt, waarbij desgevallend een passende beoordeling moet worden gemaakt. Hierbij wordt benadrukt dat bij ieder vergunningsproject maximaal moet worden ingezet op ammoniakreducties, minstens door de inzet van ammoniakemissiearme stalsystemen en maatregelen uit de PAS-lijst.27

Het is sterk aangewezen geen vergunningen meer te verlenen voor exploitaties met een impact hoger dan 50% (rode piekbelasters).

Indien niet-AEA (ammoniak emissie arme) stallen niet worden vervangen, is het aangewezen om de vergunningstermijn van deze stallen te beperken tot 31 december 2030.’

Handhaving zal volgen

Uit de ministeriële instructie:

Eén van de belangrijkste maatregelen die thans wordt gehanteerd om emissies te beperken zijn technologische investeringen (zoals onder meer de introductie van ammoniakemissiearme stallen). Het is evenwel uitermate belangrijk dat ook wordt ingezet op het versterken van de handhaving dienaangaande.

Daarom zullen op zeer korte termijn installaties die technische maatregelen nemen om de emissies te beperken bijkomend worden gecontroleerd.
Hierbij moet worden gecontroleerd of inderdaad de technische maatregelen werden gerealiseerd die de emissies kunnen realiseren. Op deze wijze wordt gegarandeerd dat de voorgenomen stikstofreducties daadwerkelijk worden gerealiseerd.

De volledige ministeriële instructie is hier te lezen.

De Vlaamse overheid verzamelde alle info over stikstof op deze webpagina.

Lees meer ecoTips artikels over de stikstofproblematiek.

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.