Hernieuwbare energie bloeit, maar uitstoot blijft stijgen
De wereldwijde Franse consultancygroep Capgemini publiceerde op 3 november haar 22ste World Energy Markets Observatory (WEMO)-rapport. Volgens het rapport is de energietransitie versneld door vooruitgang in de industriële technologie. Zo wordt er meer energie uit hernieuwbare bronnen geproduceerd en de opslagcapaciteit verbetert snel. Maar verder is de boodschap minder positief. Ondanks de daling van de emissies door de COVID-19-maatregelen, zitten we nog ver achter op het schema voor de langetermijndoelstellingen.
De emissies van broeikasgassen groeiden in 2019 naar een hoogtepunt. Relatief gezien was de emissietoename in de energiesector zelf weliswaar wat lager, door een omschakeling van steenkool naar gas, de groeiende inzet van hernieuwbare bronnen en efficiëntieverbeteringen. Eén van de boosdoeners blijven onze gebouwen, die nog steeds te veel uitstoten. In Europa zorgen gebouwen voor 33% van het energieverbruik en 44% van de broeikasgasuitstoot. En in 2050 zal minstens 75% van de gebouwen die er vandaag staan, er nog steeds staan.
In de OESO-landen daalde de uitstoot weliswaar met 2,8%. Europa slaagde erin de emissies tussen 2015 en 2019 te laten dalen met een povere 0,6%. Met België als één van de vier slechtste volgers. Ons land kende immers een stijging van de uitstoot met 1,3%.
De coronacrisis heeft, door een vermindering van industriële activiteiten, transport en consumptie, gezorgd voor de grootste reductie van broeikasgassen sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar de herneming van de economieën in verscheidene landen heeft al aangetoond dat dat effect van bijzonder korte duur was. De automobiliteit is sinds juli van dit jaar zelfs hoger dan in januari, voor de coronacrisis. Colette Lewiner, Energy & Utilities senior advisor bij Capgemini rekende uit dat we tien jaar lang de maatregelen de we namen tijdens de coronalockdowns moeten aanhouden om de klimaatdoelstellingen te behalen. Dat lijkt niet echt realistisch. Voor de zoveelste keer blijkt dat we heel drastische veranderingen moeten invoeren om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te behalen: maximum 2°C extra opwarming van de aarde en liefst zelfs maximaal 1,5°C. Als de huidige verbruikstrend blijft aanhouden, zal de aarde in realiteit met 3,1 à 3,7 °C opwarmen, volgens het Internationaal EnergieAgentschap.


Hernieuwbare energie
Goed nieuws: wereldwijd gaan investeringen in elektriciteitsproductie voor meer dan de helft naar hernieuwbare bronnen. In landen in volle ontwikkeling zoals China en India neemt de bouw van steenkool- en gascentrales echter ook nog steeds toe. Maar China is tevens een van de grootste investeerders in wind- en zonne-energie. Bij de 10 grootste fabrikanten van zonnepanelen, zijn er 7 Chinees. Vooral in de US en de EU worden wind- en zonne-energie intussen betaalbaarder dan energie uit steenkool. De kosten voor wind- en zonne-energie daalden met meer dan 10% in 2019. Ook de kosten voor lithium-ionbatterijtechnologie daalden met 19%. Inzake batterijtechnologie zijn China, Japan en Zuid-Korea de leidende markten. In China worden momenteel 88 van de 115 ergens ter wereld op stapel staande mega- en gigafabrieken voor batterijen gebouwd. De zeldzame metalen die nodig zijn om batterijen te produceren, bevinden zich voor het overgrote deel buiten Europa. De chemische omzetting van deze metalen gebeurt voor 60 à 100% in China, afhankelijk van het specifieke metaal. Ook de productie van anodes, kathodes en lithium-ionbatterijen gebeurt nu al grotendeels in China.
Europa zet in op ontwikkelingen in waterstoftechnologie. De productie van waterstof kost zelf veel energie en die kan groen zijn (uit zonne- en windenergie), blauw (uit fossiele brandstoffen, met CO2-afvang) of grijs (uit fossiele brandstoffen met klassieke technologie). De Europese Commissie zal tegen 2050 tussen 180 en 470 miljard euro investeren om aan 12-14% groene waterstof te komen in de Europese energiemix. Duitsland voegt daar 9 miljard euro aan toe, Frankrijk 7 miljard euro.

Elektriciteitsnet
Wind- en zonne-energie zijn per definitie weersafhankelijk: bij weinig zon en wind wordt er weinig energie geproduceerd. Wanneer je gebruik maakt van wind- en zonne-energie, kan het elektriciteitsnet plots dus overbelast worden. Die bezorgdheid bij de industrie werd dit jaar ook geïllustreerd: in april was er een drastische vermindering van de energievraag in de US en in de EU. Dat viel samen met zonnig en winderig weer. Hierdoor steeg het aandeel wind- en zonne-energie op het elektriciteitsnet op sommige momenten tot 60 à 70%. Dat zorgde bijna voor black-outs in de UK en in Duitsland. In Californië was het tijdens een hittegolf in augustus zover.
Net- en aanbodstabiliteit vergt regelbare energieopwekking, flexibele verbruikspatronen en opslagmogelijkheid. Capgemini doet een aantal aanbevelingen. Zo moet de opwekking van energie door zon en wind beter voorspeld kunnen worden. De opslagmogelijkheden voor batterijen moeten op korte termijn nog beter en op langere termijn moet de omzetting van overtollige hernieuwbare energie in groene waterstof versneld worden. Het hele energiesysteem zal ook een digitale omslag moeten kennen: opschaling van smart grids, inzet van artificiële intelligentie, beter beheer van de vraagzijde … Netveiligheid kan op sommige momenten ook betekenen: inperken van hernieuwbare energie op het net.
Nucleair?
Een addertje onder het gras: WEMO spreekt over “intensiveren van koolstofvrije energieproductie”, waarbij, tussen haakjes maar toch expliciet, de nucleaire optie opduikt: “renewables but also safe nuclear plants.” Desgevraagd na de persconferentie, bevestigt Collete Lewiner deze keuze “uit noodzaak” voor continue elektriciteitsvoorziening zonder noemenswaardige uitstoot van broeikasgassen. Steenkoolcentrales worden afgebouwd in heel Europa. België is overigens één van de weinige landen die het al een tijdlang doen zonder steenkool. Ook de gasproductie in Europa neemt overal af, behalve in de UK. Dat maakt onze afhankelijkheid van het buitenland, vooral van Rusland, groter. Om een veilig elektriciteitsnet te verzekeren, is een regelbare energiebron echter noodzakelijk. Technisch gezien komt kernenergie dan weer in zicht.
Op dit ogenblik zorgt kernenergie voor 10% van de elektriciteitsproductie wereldwijd. Waar in Europa en Noord-Amerika de investeringen in deze energievorm afgeremd worden, komen er in China, Rusland en de Verenigde Arabische Emiraten grote kerncentrales bij. Intussen wordt er ook gewerkt aan kleine en middelgrote nucleaire centrales, die goedkoper te bouwen zijn, en flexibeler inzetbaar zijn. Per opgewekte kWh nemen ze echter een veel grotere landoppervlakte in. De presentatie van WEMO verwijst expliciet naar het Amerikaanse bedrijf NuScale, dat kleinschalige reactoren van elk 60 kW levert, aan elkaar te koppelen tot 760 MW.
Een aantal landen, waaronder België en Duitsland, hadden kernenergie al weggecijferd uit hun energiemix. De druk om toch opnieuw over de inzet van deze energievorm te praten, neemt toe. Gaan voorstanders te gemakkelijk voorbij aan het probleem van het nucleair afval, mogelijke veiligheidsrisico’s en vooral de gevolgen van een nucleair ongeval? Colette Lewiner is gepokt en gemazeld in de kernenergiesector. Ze had een lange en succesvolle carrière bij Electricité De France (EDF), een prominente leverancier en voorstander van kernenergie, was CEO van SGN Eurisys Group, wereldleider in ‘nuclear fuel cycle engineering’, voorzitter van de European Nuclear Society en oprichtster van de Women in Nuclear Society. Volgens haar zijn de mogelijkheden voor veilige opslag van kernafval bekend. De Europese centrales zouden ook voldoende beveiligd zijn tegen het risico op nucleaire ongevallen. Maar dat zullen de Japanners ongetwijfeld ook gedacht hebben van de reactor in Fukushima.
EU na COVID-19
Van het COVID-19-relancefonds dat de EU voorzien heeft, is een derde – 250 miljard euro – voorbehouden voor duurzaamheids- en energietransitieprojecten. Van de lidstaten wordt eenzelfde inspanning verwacht. Het WEMO-rapport benadrukt dat het belangrijk is om deze fondsen goed op te volgen en de voorwaarden voor toekenning voldoende ‘groen’ te omschrijven.
Een aantal concrete maatregelen die WEMO voorstelt zijn: betekenisvolle kosten aanrekenen voor CO2-uitstoot, waaronder ook taksen op geïmporteerde CO2, betere controle van methaanemissies, koolstofvrije energiecentrales, veilig en gedigitaliseerd netbeheer, elektrificatie van energievoorziening en transport versterken en groene waterstofproductie ontwikkelen
In het jaarlijkse WEMO-rapport geeft Capgemini, een consultancybedrijf in technologie en digitale transformatie, de voornaamste ontwikkelingen en trends weer op de energiemarkten in Noord-Amerika, Europa, Azië (inclusief China en India) en Australië. Het volledige rapport is te raadplegen via deze link.
Beelden: Capgemini)