Aliplast is een Belgische producent van aluminium bouwproducten: allerlei soorten ramen en deuren, veranda’s, gevelbekleding. Het bedrijf levert van Noord- tot Zuid-Europa en stelt in Lokeren 320 mensen tewerk.
De voorbije jaren leverde het bedrijf al heel wat milieu-inspanningen en het gaat verder op die weg.
“Dat we een aantal jaar geleden heel wat inspanningen op vlak van milieu en duurzaamheid geleverd hebben, maakt dat we het nu vrij gemakkelijk hadden om dit bronzen C2C-label te behalen” – Xavier Van Sebroeck
C2C
Aliplast haalde ongeveer anderhalf jaar geleden het C2C-label in de categorie ‘Brons’ voor zes systemen. Vorig jaar kwamen daar nog twee systemen bij. Het gaat om raamtypes voor binnen of buiten en een buitengevelsysteem. “We zijn aan het bekijken of we nog een aantal andere producten ‘Cradle to Cradle’ te kunnen maken”, voegt CEO Xavier Van Sebroeck toe.
Naast het C2C-label voor acht producten, behaalde Aliplast ook het ISO-certificaat 14001 (milieubeheer) en is de certificatie voor ISO 50001 (energiebeheer) voorzien voor dit jaar.
Hoewel C2C in de jaren na 2017 een echte hype was, is de aandacht ervoor de jongste tijd afgezwakt. De basisgedachte achter C2C is het sluiten van kringlopen, op zo’n manier dat de oorspronkelijke samenstellende materialen zonder kwaliteitsverlies ingezet kunnen worden in een volgend productieproces: ‘upcycling’, eerder dan ‘downcycling’, wat vaak het geval is bij recyclageproducten. Ook het vermijden van milieu- of gezondheidsschadelijke emissies uit producten speelt een rol. Xavier Van Sebroeck merkt dat er recent toch weer meer bedrijven en instellingen aan de slag gaan met C2C.
Waarom C2C?
Aliplast koos voor het C2C-label om verschillende redenen. Zo vragen consumenten vaker naar duurzame producten en materialen die passen in de circulaire economie. Ook de Europese wetgeving stuurt fabrikanten in de richting van meer recyclage en materialen die veilig zijn voor de menselijke gezondheid. Xavier Van Sebroeck: “Er zijn een paar redenen waarom we dit doen. Duurzaamheid komt in het algemeen hoger op vele prioriteitenlijstjes. Vooral in Nederland zie je die evolutie. In verscheidene projecten vraagt men daar steeds vaker naar het C2C-label voor bouwmaterialen en toegepaste producten. Ik vermoed dat C2C wel eens een standaard zou kunnen worden voor materialen in overheidsgebouwen.” C2C leidt bovendien tot innovatie in de productsamenstelling en de productieketen en tot innovatieve businessmodellen.
Gelabeld
De gelabelde Aliplast-producten scoorden goed op vijf punten. Ten eerste zijn er geen negatieve gezondheidsgevolgen in de productie, de toepassing in gebouwen en in de recyclage na afbraak. Ten tweede is er het streven naar circulariteit van bij het ontwerp van de producten: alle onderdelen van een gelabeld Aliplast product moeten na afbraak nuttige grondstoffen zijn voor een volgend productieproces. De toepassing van hernieuwbare energie en een positieve koolstofbalans is een derde sterk punt. Als vierde is er rationeel watergebruik en goed beheer van afvalwater. Tenslotte voldoet het bedrijf aan de C2C-normen inzake eerlijk zakendoen en ‘social fairness’ doorheen de hele keten, inclusief de toeleveringsbedrijven.
Recyclage & grondstofbesparing
Een voordeel van aluminium is dat het voor 100% recycleerbaar is zonder kwaliteitsverlies, wat al een voetje voor geeft in de C2C-criteria. Maar een aluminium raam, bijvoorbeeld, bestaat niet enkel uit aluminium en lak, maar bevat ook kunststof afstandshouders, isolatielagen enz.
Bij de afbraak wordt een venster gebroken en gesorteerd: het glas, het aluminium en de kunststoffen worden er apart uitgehaald. Sommige bedrijven gebruiken de kunststoffen in hun smeltprocessen. Het aluminium wordt omgesmolten tot ‘billets’ en terug geleverd aan de aluminiumindustrie. Het voordeel van gerecycleerd aluminium is dat je maar 5% van de energie nodig hebt dan hetgeen je nodig hebt voor de productie van nieuw aluminium uit de grondstof bauxiet. Aliplast komt aan ongeveer 58% gerecycleerd materiaal in haar raamproducten.
De lak smelt onder gecontroleerde omstandigheden mee met het aluminium en stoot geen schadelijke stoffen meer uit.
Door het accuraat voorverwarmen van de extrusiematrijzen met individuele infraroodovens, verlaagde Aliplast het schrootpercentage.
Twee nieuwe spuitcabines in één van de lakkerijen zorgen voor een efficiënter gebruik van lakpoeder. Dat zorgde voor 30% minder poederafval.
Met een nieuwe verpakkingslijn realiseerde Aliplast ook een aanzienlijke vermindering van verpakkingsmateriaal. Voor het integraal afvalstoffenbeheer en selectieve ophaling, werkt Aliplast samen met Renewi.
Alle activiteiten onder één dak zorgt voor meer dan 700 uitgespaarde vrachtwagenritten per jaar (beeld: Aliplast) Dakverankering voor 3.650 zonnepanelen: 1,1 kWh per jaar (beeld: Aliplast) Twee nieuwe lakkerijen besparen 30% op lakpoederafval (beeld: Aliplast)
Aanpassingen?
Heel veel aanpassingen heeft Aliplast niet moeten doen om dit label te behalen: “Het feit dat we een aantal jaar geleden heel wat inspanningen op vlak van milieu en duurzaamheid geleverd hebben, maakt dat we het nu vrij gemakkelijk hadden om dit bronzen C2C-label te behalen. Je hebt als bedrijf ook een verantwoordelijkheid te nemen. Je kunt daar veel theorie over verkopen, maar het zijn de daden die tellen.”
Op energievlak (verbruik en eigen energieopwekking) voldeed Aliplast al aan de C2C-Brons voorwaarden. Ook voor de behandeling van afvalwater was dat het geval. Zo zorgde de optimalisering van de spuitinstallaties voor de vermindering van het volume afvalwater van 80 m3 tot 16m3 per dag.
Volgens de C2C-criteria mogen ramen maximaal 0,01% pvc bevatten. De isolatoren van Aliplast zijn van polyamide of noryl, dat bevat geen gevaarlijke stoffen. Dus ook op dat vlak moest het bedrijf geen aanpassingen meer doen, althans niet voor de acht gelabelde producten.
Energie & transport
Twee jaar geleden installeerde Aliplast zonnepanelen, waarmee het 10 tot 12% van het energieverbruik dekt. Het gaat om 3.650 panelen, in totaal goed voor 1,1 miljoen kWh per jaar. Dat komt neer op 449 T vermeden CO2-uitstoot. “We wilden eigenlijk al onze daken vol leggen met zonnepanelen, maar de constructie van een aantal van onze daken was daar niet sterk genoeg voor”, zegt Xavier Van Sebroeck.
Voor de rest koopt Aliplast sinds november 2020 groene energie aan. Dat contract heeft het bedrijf wel aangepast in de loop van het C2C-traject, hoewel dat niet echt nodig was voor het niveau ‘brons’ van C2C.
Nieuwe energiezuinige extrusie-ovens met warmterecuperatie zorgen voor 55% minder gasverbruik. Door verbeteringen van de ovens in de lakkerij haalde het bedrijf daar eveneens een besparing, met 51% minder gasverbruik als gevolg.
De aanpassing van de vrachtwagens van de EURO-5 norm naar EURO-6, is ingezet: reeds drie vrachtwagens voldoen hieraan. Omdat alles onder één dak gebeurt (extrusie, oppervlaktebehandeling, coaten van profielen, isoleren, verpakken en transporteren), spaart Aliplast meer dan 700 vrachtwagenritten per jaar uit, goed voor een besparing van 126.000 kg CO2-emissies.
De installatie van LED-armaturen bespaarde 58% op de verlichtingskosten.
Verder staan er op de parking van het bedrijf twee laadpalen, goed voor het opladen van vier elektrische of hybride wagens.
Tenslotte kan elke medewerker, waar hij of zij ook woont, een bedrijfsfiets aanvragen. Achttien medewerkers maakten daar al gebruik van.
Trapje hoger?
Voor het bronzen C2C-niveau, heeft Aliplast uiteindelijk weinig aanpassingen moeten doen. Overwegen ze dan naar een volgend niveau, zilver, goud of platina over te stappen? “Dat overwegen we inderdaad”, antwoordt Xavier Van Sebroeck, “maar dat zal wel betekenen dat we nog een aantal onderdelen zullen moeten omzetten naar andere materialen. Op vlak van energie voldoen we nu ook al aan de ‘zilver’-criteria. Mogelijk moeten we nog een project op vlak van social equity opstarten, en een deel van onze CO2-uitstoot compenseren. Voor het allerhoogste niveau platina moet je bovendien een positieve energiebalans hebben en alle onderdelen van de producten moeten volledig recycleerbaar zijn.” Die aanpassingen zijn niet altijd zo eenvoudig. Xavier van Sebroeck: “Als we overgaan naar andere kunststoffen, betekent dat aanpassing van matrijzen, nieuwe certificeringen voor productiesystemen enz. Dat betekent uiteindelijk wel heel wat extra werk en kosten.”
Ook op vlak van eigen energievoorziening wilde Aliplast verdergaan. “We wilden we een windturbine installeren, maar dat kon niet doorgaan omwille een weigering omdat een buur slagschaduw op haar grond gekregen zou hebben. We proberen dat er in overleg toch nog door te krijgen”, besluit Xavier Van Sebroeck.