De micropartikels van verpakkingen van petrochemische oorsprong zijn doorgedrongen tot in de kleinste hoeken van onze planeet. En als er niets verandert dan zal de wereldwijde plasticproductie in de komende tien jaar met 40% toenemen. Er moet dus dringend worden ingegrepen. Precies daarom heeft een groep experts zich op initiatief van Frosch Benelux verenigd om concrete oplossingen te bedenken voor een slimmer en ecologischer plasticgebruik als verpakkingsmateriaal. Plastic heeft heel wat bestaansredenen gezien zijn vele kwaliteiten op het vlak van gebruik en bewaring en zijn aantrekkelijke kostprijs, en de recycleerbaarheid ervan staat dan ook in het middelpunt van de belangstelling. De weg naar een beter gebruik van plastic wordt door Frosch samengevat aan de hand van het principe van de drie ‘R’-en: reduceren, recupereren (voor hergebruik) en recycleren.
Momenteel belandt elk jaar minstens 8 miljoen ton plasticafval in de oceaan en tegen 2030 zou de plasticproductie de kaap van 620 miljoen ton kunnen bereiken[1]. Bovendien mogen we niet vergeten dat de huidige gezondheidscrisis het gebruik van wegwerpproducten, individueel verpakte porties, beschermende uitrusting zoals handschoenen of maskers gestimuleerd heeft.
Toch laat het uitrollen van concrete oplossingen op mondiaal niveau op zich wachten. Daarom heeft de Europese leider in ecologische huishoudproducten enkele belangrijke spelers rond de tafel samengebracht : Niko Vanhaelen, Key Account Manager bij Fost Plus (organiseert en financiert de selectieve inzameling, sortering en recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval in België), Lotte Krekels, packaging manager bij Carrefour, Herman Konings, consumer behaviour psychologist, Karine Van Doorsselaer, specialiste materialen en ecodesign aan de universiteit van Antwerpen en Emmanuel Mossay, expert in circulaire economie.
Het was een levendig debat tussen verschillende belanghebbenden in de sector. Over sommige kwesties liepen de meningen uiteen, over andere kwamen zij overeen. In het onderstaande document vat Frosch de belangrijkste punten van de discussie samen en brengt deze in de conclusie in verband met zijn eigen vraagstukken.
De deelnemers roepen unaniem op tot een sterkere samenwerking tussen alle betrokkenen uit de sector beslissingnemers, distributeurs, producenten, recyclagespecialisten en materiaalontwikkelaars – om van lineair naar circulair te gaan, het duurzaam gebruik van ecologische materialen die niet toxisch zijn voor het leven op aarde te stimuleren, en breder te communiceren om de consument te helpen om geïnformeerde keuzes te maken.
Samen naar een nieuw model
« Samenwerking is de basis van de circulaire economie », benadrukt Emmanuel Mossay.
Samen met de andere specialisten roept de expert in circulaire economie op tot een collectieve inspanning omdat de uitdagingen in verband met de milieu-effecten van kunststoffen maatschappelijk zijn: « De beslissingnemers zouden namelijk snel communicatiecampagnes naar het grote publiek toe kunnen opzetten, evenals initiatieven om binnen de scholen te sensibiliseren en te informeren om hun inzicht in de problematiek en hun rol te vergroten ».
Volgens Lotte Krekels van Carrefour moeten ook de distributeurs deelnemen aan deze dynamiek om de consument te helpen om bewuste keuzes te maken. Herman Konings wijst op zijn beurt op het belang van het delen van kennis en data om de verpakkingsmaterialen en -systemen te laten evolueren. Die filosofie deelt ook Werner & Mertz, het bedrijf dat Frosch produceert en dat samen met zijn industriële partners in 2012 reeds een ‘Recyclate Initiative’ heeft opgezet om een innovatief proces te ontwikkelen om plasticafval om te zetten in kwalitatieve recyclagematerialen. Het merk met de kikker, voorstander van ‘open innovatie’, benadrukt dat andere partners altijd welkom zijn.
Volgens Karine Van Doorsselaer kan een belangrijk deel van de oplossing uiteraard gevonden worden aan de kant van de verpakkingsontwikkelaars: « De ecologische impact van de producten en hun verpakkingen wordt voor 80% bepaald door de keuzes die door de ontwikkelaar worden gemaakt. Het is dan ook van het grootste belang om de principes van ecodesign toe te passen, en daarbij rekening te houden met de volledige levenscyclus van de verpakking en de principes van de circulaire economie : verpakkingen voorkomen, beperken, hergebruiken en ten slotte recycleren. We zullen altijd een compromis moeten zoeken met de andere eisen die aan de verpakking worden gesteld, waarbij we het accent leggen op de optimale bescherming van het verpakte product. »
Werner & Mertz, dat volgens de organisatie Ellen MacArthur een van de weinige bedrijven is die als doelstelling hebben om alle verpakkingen om te vormen tot 100% gerecycleerd materiaal, heeft onlangs een revolutionair zakje in gerecycleerd en recycleerbaar materiaal uitgevonden dat toelaat om het gebruikte materiaal met 70% te verminderen in vergelijking met een klassieke plastic fles.
Bewust maken, niet ingewikkeld maken
Concreet betekent dat de consumenten bij hun consumptiekeuzes moeten worden begeleid om hen bewust te maken van de milieueffecten van verpakkingen, zodat zij nooit vergeten hun recycleerbare plastic verpakkingen in de blauwe zak te doen. Wat de aankoop betreft, heeft Frosch het idee van een Plasti-score opgeworpen, een soort quotering geïnspireerd op de Nutri-score, die het onderscheid maakt tussen de goede en de slechte verpakkingen. Een idee dat vrij goed werd onthaald door de consumenten: 78% van de respondenten bleek bij de peiling voorstander van dit systeem.
De specialisten waren er iets minder voor gewonnen.
Karine Van Doorsselaer geeft aan waarom: « Gaan de criteria waar de score van afhangt duidelijk en goed te begrijpen zijn? Bovendien is het onmogelijk om de complexiteit van goede op slechte verpakkingen in 1 cijfer uit te drukken. Alle LCA-studie’s die dit trachten te doen zijn gebaseerd op 1001 aannames en staan steeds ter discussie ». Sommige experts zetten eerder in op een afbeelding of foto op de verpakking die de plaag van de plasticvervuiling weergeeft of, integendeel, alle mooie dingen laat zien die men kan doen met gerecycleerde materialen. Zo willen ze inspelen op de emoties van de consument, en hem vooral doen begrijpen dat hij een essentiële schakel is in recyclageketen. Ook de piste van statiegeld op de verpakkingen mag volgens sommige experts niet worden uitgesloten.
Niko Vanhaelen wijst erop dat België al een efficiënt inzamelsysteem heeft, via de blauwe PMD-zak. Een tweede systeem toevoegen zou de kosten alleen maar doen stijgen zonder de resultaten te verbeteren. Bovendien bieden de blauwe PMD-zak en de sorteer- en recyclageketen erachter een recyclageoplossing voor alle huishoudelijke plastic verpakkingen, terwijl statiegeld gewoonlijk alleen gericht is op bepaalde soorten verpakkingen zoals drankflessen.
De recyclage: laatste schakel van primordiaal belang
Ook al is het meest ecologische plastic datgene dat we niet produceren, voor verpakking blijft het nog steeds een waardevolle bondgenoot, die uitermate praktisch is, bijzonder goedkoop is voor de producenten, en voor een goede bewaring van het product zorgt. Als we het verstandiger moeten gebruiken zonder het af te schaffen, moet het principe van de drie ‘R’-en dus geïntegreerd worden in de gebruikswijze: het gebruik ervan reduceren waar mogelijk (bulk, verminderd verpakkingsgewicht), de verpakkingen recupereren voor hergebruik en ten slotte ze op grote schaal recycleren aan het eind van hun levenscyclus. Daarom is Fost Plus van mening dat “wanneer verpakking nodig is, een duurzame recyclingoplossing moet worden geboden”.
Expert in circulaire economie Emmanuel Mossay benadrukt dit laatste punt: « Recyclage is de laatste stap op de Ladder van Lansink die in Europa werd aangenomen. Dat zou betekenen dat het verbranden en storten van recyclebare plastiek verboden zou worden, zowel hier als buiten Europa. »
In België werden aanzienlijke inspanningen gedaan op het vlak van recyclage. « We zijn binnen Europa zelfs de beste leerling van de klas met een recyclagepercentage van 51% voor plastic verpakking in 2020, vijf jaar vroeger dan de Europese termijn die een recyclagegraad van 50% van de plasticverpakkingen voorziet voor 2025 », stelt Niko Vanhaelen van Fost Plus, « alle verpakkingen die wij inzamelen, worden in België of in de buurlanden gerecycleerd tot nieuwe secundaire grondstoffen, waardoor vervoer over lange afstanden wordt vermeden.
Door in België nieuwe sorteercentra en recyclagefabrieken voor kunststoffen te bouwen, dragen wij bij tot de economische activiteit en de werkgelegenheid in ons eigen land ». Fost Plus wil een recycling oplossing bieden voor alle huishoudelijke verpakkingen, maar waarschuwt: « Bepaalde producenten zwichten ook voor de druk van de publieke opinie en vervangen in sommige gevallen plastic in hun verpakkingen dat perfect recycleerbaar is door alternatieven die niet of nauwelijks te recycleren zijn of met een aanzienlijk milieu-effect ». Bij Frosch werd al lang geleden gekozen voor 100% gerecycleerde en recycleerbare flessen, maar het merk ontwikkelt ook geconcentreerde producten. Met als gevolg: kleinere verpakkingen die dus van bij de start minder plastic materiaal vergen (zoals de nieuwe zakjes ontwikkeld door Werner & Mertz).
Een geostrategische uitdaging
Een ander negatief gevolg van dit massale gebruik van plastic verpakkingen is verbonden met de productieplekken van deze materialen (onontgonnen), voornamelijk in Azië en het Midden-Oosten, waardoor we sterk afhankelijk zijn van deze landen en wat een transportkost met zich meebrengt die kan oplopen tot 60% van de totaalkost van het product. Een economische, maar evenzeer een ecologische anomalie vanwege de ecologische voetafdruk van dit vervoer. Door te recycleren op Belgische bodem, zoals Fost Plus bepleit met 5 nieuwe recyclagecentra specifiek voor plastic materialen uit de blauwe zakken, stellen we secundaire grondstoffen ter beschikking van de lokale productie-industrie.
Frosch concludeert dat, als we naar een wereld willen die vrij is van deze plasticvervuiling die als een kankergezwel blijft woekeren, dan moeten we dringend onze verantwoordelijkheden opnemen en globale en collectieve oplossingen vinden. Aan de beslissingnemers vraagt Frosch om ernstig na te denken over fiscale hefbomen of andere mechanismes die de producenten ertoe kunnen aanzetten om bij het ontwikkelen van hun verpakkingen te kiezen voor het implementeren van de principes van ecodesign systeem- en levenscyclusdenken.