Borealis en Eneco sloten een tweede tienjarige stroomafname-overeenkomst (PPA) voor de levering van hernieuwbare elektriciteit aan de productieactiviteiten van Borealis in België.
Eneco neemt de volledige output af van offshore-windpark SeaMade in de Belgische Noordzee. Door 100 procent van de output van SeaMade te kopen, komt Eneco dichter bij zijn doelstelling om tegen 2035 volledig klimaatneutraal te worden. Vanaf 2024 zal het bedrijf bovendien tien jaar lang jaarlijks ongeveer 150 gigawattuur (GWh) leveren aan Borealis.
De extra hernieuwbare elektriciteit brengt Borealis dichter bij de realisatie van zijn doelstelling om tegen 2030 100 procent hernieuwbare elektriciteit te gebruiken voor zijn polyolefinen- en hydrocarbons-afdelingen.
Seastar en Mermaid
Met een totale operationele capaciteit van ongeveer 487 megawatt (MW) is SeaMade het grootste windpark in de Belgische Noordzee. Het telt twee offshore-concessies: Seastar (252 MW) en Mermaid (235 MW).
De 58 windturbines van het park, elk met een vermogen van 8,4 MW, bevinden zich op ongeveer 45 kilometer van Oostende. Samen kunnen Seastar en Mermaid elk jaar het equivalent van een 500.000-tal Belgische huishoudens van stroom voorzien.
De eerste stroomafname-overeenkomst tussen Borealis en Eneco werd ondertekend in oktober 2020 en omvat de levering van windenergie van Mermaid aan de Belgische activiteiten van Borealis sinds januari 2021.
22.300 ton per jaar
De nieuwe, tweede overeenkomst omvat de levering van hernieuwbare elektriciteit aan Borealis vanuit windpark Seastar. De hernieuwbare elektriciteit die wordt opgewekt in het kader van de tweede PPA – ongeveer 1,5 terawattuur (TWh) over tien jaar – zal de Scope 2-uitstoot bij de Belgische activiteiten van Borealis met ongeveer 22.300 ton per jaar verlagen. (Scope 2 zijn broeikasgasemissies die afkomstig zijn uit de opwekking van energie die door Borealis wordt aangekocht.)
De PPA’s brengen Borealis een stap dichter bij zijn doelstelling om tegen 2025 het aandeel hernieuwbare energie in de elektriciteitsmix op te trekken tot 40 procent. Ook zorgen ze ervoor dat tegen 2030 100 procent van de elektriciteit die wordt gebruikt voor de polyolefinen- en hydrocarbons-activiteiten, van hernieuwbare oorsprong is.