Nederland trekt zijn beslissing in om de internationale financiering van fossiele brandstoffen vanaf dit jaar stop te zetten. Ook Italië en Duitsland lijken op eerdere beloftes terug te komen.
Nederland verbreekt een belofte om de financiering van internationale projecten voor fossiele brandstoffen eind dit jaar stop te zetten. Het zal dergelijke projecten in 2023 blijven steunen. Ook Italië heeft een ministeriële verklaring om de belofte na te komen, die door tien Europese landen is ondertekend, intussen afgezwakt. Duitsland heeft de uitvoering van de verbintenis uitgesteld wegens interne verdeeldheid.
Alle drie de landen hebben vorig jaar op COP26 een verklaring ondertekend om tegen eind 2022 een einde te maken aan nieuwe directe overheidssteun “voor de internationale energiesector die op fossiele brandstoffen draait”. Maar sinds Rusland in februari Oekraïne binnenviel, was de stormloop op gasleveringen uit alternatieve bronnen nefast voor dat engagement. “De oorlog in Oekraïne heeft de uitvoering ervan nog moeilijker gemaakt, vooral in Duitsland”, zegt Gerlind Heckmann, adjunct-directeur bij het Duitse ministerie van Economische Zaken en Klimaatactie.
Energiecrisis
Europese ministers van Economie en Financiën zijn vorige donderdag in Berlijn bijeengekomen om te bespreken hoe zij hun exportfinanciering kunnen afstemmen op de klimaatdoelstellingen. Duitsland, Italië, Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk, Finland, Nederland, Spanje, Zweden en Denemarken namen deel aan de top over exportfinanciering voor de toekomst (E3F). In een verklaring benadrukte de groep dat “de energiecrisis niets verandert aan hun engagement voor de uitvoering van de COP26-belofte”.
Tijdens de vergadering wilden de E3F-leden een gemeenschappelijke definitie vaststellen van de activiteiten die vanaf begin 2023 moeten worden uitgesloten van internationale overheidsfinanciering, en een gezamenlijke aanpak voor de uitvoering daarvan. De ministers kwamen overeen de internationale financiering van exploratie, productie, vervoer, opslag, raffinage en distributie van kolen, olie en gas te beëindigen.
Afgezwakte teksten
Maar Italië heeft herhaaldelijk druk uitgeoefend om de tekst van de verklaring af te zwakken, zo vertellen bronnen dicht bij de besprekingen. De verklaring staat toe dat elk land zijn eigen aanpak kiest voor de uitvoering, met gezamenlijke controle.
De verklaring “erkent de lopende ontwikkeling van nationale benaderingen” en laat de ministers de ruimte “om te beslissen over een mogelijke beleidsafstemming tussen landen”. Een passage waarin staat dat uitzonderingen op het verbod op fossiele brandstoffen verenigbaar moeten zijn met een beperking van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad, is geschrapt.
Tijdens de G7-top eerder dit jaar heeft Italië samen met Duitsland de slotverklaring afgezwakt door te zeggen dat tijdelijke investeringen in gas “noodzakelijk” zijn om de energiecrisis aan te pakken. Beide landen overwegen om steun te verlenen aan een bedrijf dat in Argentinië gas vloeibaar maakt om gas, gewonnen door fracking, naar Europa te transporteren. Dat is volgens campagnevoerders in strijd met het engagement dat ze in Glasgow zijn aangegaan.
Verbroken beloftes
De Nederlandse regering heeft donderdag haar beleid bekendgemaakt om steun voor fossiele brandstoffen uit te sluiten van haar exportfinanciering. Bedrijven en banken zullen niet langer in aanmerking komen voor steun voor nieuwe projecten voor fossiele brandstoffen die niet compatibel zijn met 1,5 graad opwarming. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) waarschuwde dat de ontwikkeling van nieuwe kolen-, olie- en gasvelden onverenigbaar is met de doelstelling.
Laurie Van der Burg, campagnevoerder bij Oil Change International legt uit dat de tekst een achterpoortje voorziet onder het mom van energiezekerheid. Er is namelijk sprake van een overgangsperiode waardoor in 2022 ingediende voorstellen tot eind 2023 kunnen worden goedgekeurd. Tien projecten wachten op goedkeuring. “Dit is een grote teleurstelling”, aldus Van der Burg. “De mazen in de wet scheppen een slecht precedent voor andere landen die hun beleid nog moeten publiceren”, zegt ze.
Duits intern dispuut
De ministers van Italië, Duitsland en Spanje hebben nog niet bepaald hoe ze de belofte van COP26 gaan vervullen, maar lieten al weten dit voor het einde van het jaar te zullen doen. Voor het Duitse gastland was dit echter een doorn in het oog. Duitsland heeft namelijk de publicatie van zijn beleid uitgesteld wegens interne strijd over hoe ver het moet gaan.
Naar verluidt dringen sommige functionarissen erop aan dat de steun voor het transport van gas, onder meer via LNG-installaties, wordt voortgezet. Bondskanselier Olaf Scholz heeft zijn steun uitgesproken voor het gebruik van Senegalees gas voor de export.
“Op het ministerie van Klimaat klopt ons hart aan de groene kant. Dat is duidelijk”, aldus Heckmann. Ze voegt eraan toe dat de besprekingen op federaal niveau er “levendig” aan toegaan. Eventuele uitzonderingen op de belofte zouden volgens haar “zeer strikt, concreet en op korte termijn” zijn en in overeenstemming met het netto nul-scenario van het IEA. Actievoerders zeggen dat vrijstellingen voor exploratie- en transport van fossiele brandstoffen Duitsland in het kamp van de achterblijvers zou plaatsen.
Alle andere overheden die de internationale financiering van fossiele brandstoffen beperken, sluiten productie- en transportactiviteiten uit, ook voor LNG, volgens een analyse van Oil Change International.