Jan De Nul en partners hebben in het toegangskanaal van Guayaquil, Ecuador, hun eerste ‘AquaForest’ mangrove-eiland gerealiseerd. Dit unieke project gebruikt lokaal gebaggerd materiaal als fundament en dient als blauwdruk voor toekomstig mangroveherstel.
Mangrovebossen bieden bescherming aan kustgemeenschappen tegen erosie en fungeren als waterfilters en koolstofopslagplaatsen. Ze ondersteunen daarnaast de biodiversiteit en bieden ruimte voor sociaaleconomische activiteiten zoals ecotoerisme. Ondanks hun waarde zijn mangroves wereldwijd bedreigd, ook in Ecuador waar de afgelopen decennia 50% van deze bossen verloren ging door aquacultuur, houtoogst en verstedelijking.
Jan De Nul wil hier verandering in brengen met het AquaForest-project. Het 50 hectare grote eiland is gebouwd met lokaal materiaal uit het kanaal en ligt op een getijdenvlakte in de delta van de Guayas-rivier. Het project biedt door het circulaire gebruik van baggermateriaal een economisch voordeel, waardoor het aantrekkelijk is voor grootschalige toepassing.
lees ook
Jan De Nul haalt Brits kabelcontract binnen
Lokale betrokkenheid en duurzaam ontwerp
Om de leefomgeving van de mangrovebossen duurzaam te ontwikkelen, wordt gebruikgemaakt van ‘eco-engineering’. Onderzoek legde de ideale condities vast voor mangrovegroei, waarna het eiland werd aangelegd zonder dat er langdurig menselijke tussenkomst nodig is. Jan De Nul werkte intensief samen met lokale gemeenschappen, die betrokken werden bij elke stap van het project en nu een actieve rol spelen in het beheer van het eiland. Hiermee willen de partners de sociaaleconomische waarde van het ecosysteem versterken en verankeren in de lokale gemeenschap.
Grootschalige toepassingen in de toekomst
Het project biedt een nieuwe methode voor natuurherstel, die Jan De Nul ook op andere locaties wil implementeren. Het bedrijf blijft de ecologische voordelen van het project opvolgen en onderzoeken hoe mangroves bijdragen aan bescherming tegen overstromingen en erosie, en sociaaleconomische ontwikkeling stimuleren. Door baggermateriaal circulair in te zetten, wordt het eilandconcept financieel aantrekkelijk, wat de kans op wereldwijde toepassing vergroot.