Kopenhagen staat wereldwijd model voor steden die willen vergroenen. Nu blijkt dat de Deense hoofdstad de belofte om tegen 2025 CO2-neutraal te zijn, niet zal kunnen nakomen. Wat ging er mis? Een analyse door universitaire onderzoekers Kirstine Lund Christiansen en Inge-Merete Hougaard.
Kopenhagen wordt vaak geroemd als een van de groenste steden ter wereld vanwege haar fietscultuur en veel andere milieuvriendelijke initiatieven. Onlangs werd echter duidelijk dat de Deense hoofdstad haar belofte om tegen 2025 CO2-neutraal te worden, niet kan nakomen.
Deze mislukking in de wereldwijde race naar netto nuluitstoot (wanneer de totale CO2-uitstoot van een organisatie, stad of land lager is of gelijk aan de CO2 die ze uit het milieu verwijdert), kan een voorbode zijn voor het terugdraaien van andere klimaatdoelen. Dat geeft aan dat gemaakte klimaatbeloftes meer controle vereisen.
Eerste klimaatneutrale stad ter wereld
Sinds 2012, toen Kopenhagen zijn plan lanceerde om tegen 2025 de eerste CO2-neutrale stad ter wereld te worden, kreeg de stad daarvoor internationale erkenning. Het gaf een belangrijke boost aan Kopenhagen als ‘merk’. De stad verwacht de uitstoot met 80 procent te verminderen door bijvoorbeeld voor haar elektriciteits- en stadsverwarmingssystemen over te schakelen op biomassa, wind en zon. Gebouwen worden gerenoveerd met het oog op meer energie-efficiëntie, het openbaar vervoer wordt verbeterd.
De resterende emissies zouden worden opgevangen door de installatie van CCS-technologie (Carbon Capture and Storage) in de plaatselijke afvalenergiecentrale. Hierdoor zou CO2 uit de schoorsteen worden verwijderd nog voor ze in de atmosfeer wordt uitgestoten, zodat ze later ondergronds kan worden opgeslagen.
Maar begin augustus 2022 kondigde het semi-overheidsbedrijf dat de centrale beheert, Amager Resource Center (ARC), aan dat het niet in aanmerking kwam voor nationale CCS-financiering. Deze financiering zou hen anders in staat hebben gesteld om CO2 af te vangen die wordt gegenereerd door het verbranden van het afval van de stad. En dus heeft Kopenhagen zijn belofte laten varen.
Ikea en Apple
Steden als Glasgow en Helsinki, landen als Zweden en Groot-Brittannië, en bedrijven als Ikea en Apple hebben soortgelijke beloftes gedaan om in 2030, 2045 of 2050 ‘netto nul’ te zijn. Dit wekt de indruk dat er voldoende maatregelen in de maak zijn om de klimaatverandering aan te pakken.
Toch suggereren verschillende rapporten en studies dat deze beloftes vaak vaag blijven over belangrijke details, door geen voortgangsrapporten op te nemen of de emissies te specificeren waarop ze zich richten. Critici hebben gewaarschuwd dat het idee van nuluitstoot vooral dient om reputaties te vergroenen of de urgentie rond decarbonisatie af te zwakken.
Het is onwaarschijnlijk dat Kopenhagen de laatste stad zal zijn om zijn netto nulbelofte niet na te komen. Het voorbeeld van de stad om te vertrouwen op een technologie die nog in de kinderschoenen staat en op externe financiering geeft aan hoe vergelijkbare klimaatplannen in de toekomst uiteen kunnen vallen.
Onvolwassen technologie
De ervaring van Kopenhagen brengt twee problemen aan het licht die andere netto nulstrategieën zouden kunnen ondermijnen.
Ten eerste de afhankelijkheid van de stad van onvolwassen technologie.
Het plan van Kopenhagen om netto nuluitstoot te bereiken omvatte niet altijd CCS. Toen de stad in 2012 haar doelstelling voor 2025 aankondigde, had het Deense parlement juist een aanvraag afgewezen van het Zweedse energiebedrijf Vattenfall om CCS in te zetten in haar kolencentrale in Noord-Jutland. Deense politici wilden ervaringen met CCS in het buitenland afwachten voordat ze het in Denemarken toestonden.
In plaats daarvan was het netto nulplan van Kopenhagen in 2012 gebaseerd op de verwachting om de uitstoot van de energie-tot-afvalfabriek te verminderen door meer plastic afval te recyclen en de verhouding organisch afval te verhogen. Maar toen in 2021 het derde en laatste stappenplan voor de transitie van Kopenhagen werd voorgesteld, was er een kloof voor 430.000 ton CO2.
Naast andere maatregelen zou CCS – in lijn met nieuw nationaal beleid – in de fabriek worden geïnstalleerd om deze kloof te overbruggen en uit te komen op 390.000 ton CO2 minder. Het nutsbedrijf dat de fabriek beheert, suggereerde dat de technologie tot 500.000 ton zou kunnen opvangen.
Geloof in CCS
Kopenhagen is niet de enige die CCS opneemt in zijn klimaatstrategie. De naburige hoofdsteden Oslo en Stockholm verwachten er ook netto nul mee te bereiken. De nationale klimaatstrategie van Denemarken verwacht nog altijd dat CCS tegen 2030 tussen 3,5 miljoen ton en 8 miljoen ton CO2 zal wegwerken.
Ondanks het vertrouwen, heeft de technologie voor het afvangen van CO2 nog niet bijster veel bewezen. Uit een nieuwe studie van de denktank Institute for Energy Economics and Financial Analysis bleek dat CCS-projecten vaak ondermaats presteren op vlak van doelstellingen rond emissiereductie.
Toegezegde investeringen voor de technologie verliepen ook traag. Als gevolg hiervan wordt CCS grotendeels gebruikt om de houdbaarheid van fossiele brandstoffen te verlengen, omdat afgevangen CO2 kan worden geïnjecteerd in oliebronnen om extra olie te winnen. Deze en andere problemen werden aan de overheid in Kopenhagen gemeld als substantiële risico’s voor de 2025-doelstelling.
Gebrek aan aansprakelijkheid
Het tweede probleem betreft de kwestie van de aansprakelijkheid. Wie is er uiteindelijk verantwoordelijk voor het niet-behalen van de netto nuldoelstelling? Toen het nutsbedrijf ARC voor het eerst zijn plan aankondigde om CCS in 2021 in de afvalenergiecentrale in te zetten, rekende het op externe financiering en een ondersteunend beleidskader.
Nu is er kritiek van het hoofd van de technologie- en milieucommissie van de stad op nationale politici omdat ze willens en wetens financiële criteria stellen waaraan het nutsbedrijf niet kan voldoen, waardoor de stad op weg naar klimaatneutraliteit wordt belemmerd. En zo wordt het stokje van verantwoordelijkheid doorgegeven.
Uitstootdoelstellingen moeten gebaseerd zijn op geloofwaardige maatregelen die binnen de bevoegdheden vallen van degenen die ze toezeggen. Er moeten duidelijke manieren zijn om verantwoordelijkheid toe te wijzen als die plannen mislukken. Wanneer organisaties opscheppen over toezeggingen die uiteindelijk afhankelijk zijn van de acties van anderen om te slagen, heeft het publiek gelijk om hun geldigheid in twijfel te trekken.
De burgemeester van Kopenhagen suggereerde dat de stad in 2026, 2027 of 2028 nog steeds klimaatneutraliteit kan bereiken. Toch laat deze casus zien hoe gemakkelijk plannen voor nuluitstoot uit elkaar kunnen rafelen.
Het legt de gevaren bloot van de huidige ongecoördineerde aanpak om netto nul te bereiken. Elke organisatie is vrij om haar eigen opvallende belofte te doen zonder volledig verantwoording af te leggen over het succes ervan. Wat we nodig hebben, is dat politieke en zakelijke besluitvormers met geloofwaardige plannen afkomen voor de noodzakelijke verregaande decarbonisatie van de samenleving.
Kirstine Lund Christiansen en Inge-Merete Hougaard doen onderzoek naar Politieke Ecologie aan respectievelijk de universiteiten van Kopenhagen en Lund (Zweden).