Vlaamse champignontelers kunnen hun nevenstroom inzetten in de lokale productie van chitosan. Dat blijkt uit het CHampITINE-project van VITO en Inagro. De bio-actieve stof in de voetjes van de paddenstoelen wordt onder meer gebruikt als bloedstelpend ingrediënt in verbanden.
Chitine komt vooral voor in de harde delen van weekdieren, kreeftachtigen en insecten, maar ook in algen en fungi of paddenstoelen. Chitosan, het afgeleide product van chitine, wordt gebruikt in veevoeder, chemie, de agro-industrie, cosmetica en farmaceutische producten.
De eigenschappen zijn legio: het is antibacterieel, antioxiderend, ontstekingsremmend, hydraterend, UV-afstotend en kan een eetbare, beschermende film vormen.
Planten en cosmetica
Planten die behandeld worden met chitosan, groeien opvallend sneller. Aardbeienplanten die ermee besproeid worden zijn niet alleen resistenter tegen ziektes maar geven ook mooiere vruchten. In de cosmetica komt chitosan vooral voor in producten zoals haargel. De vraag blijft groeien en zou volgend jaar de kaap van 110.000 megaton per jaar overschrijden, vooral voor verzorgingsproducten.
Geneeskunde
Chitosan heeft echter ook een bijzondere meerwaarde in de geneeskunde. Zo zorgde de oorlog in Oekraïne voor een enorme stijging in de vraag naar chitosan-verbanden. “De bloedstelpende werking van chitosan zorgt ervoor dat levensbedreigende bloedingen in een paar minuten kunnen gestelpt worden”, vertelt Dominiek Viaene van Protex Healthcare.
Maar chitosan wordt vooral vervaardigd in het Verre Oosten en de VS wat zorgt voor afhankelijkheid van hun productie. Bovendien is de geproduceerde chitosan bijna allemaal van dierlijke oorsprong – van garnalen, krabben en kreeften. Bij een patiënt met een schaaldierallergie is dat nefast.
Lokaal potentieel
De nood aan lokaal geproduceerde chitosan van niet-dierlijke oorsprong is dus groot. Tijdens het CHampITINE-project werd er gekeken naar de mogelijkheden van het winnen van chitine uit paddenstoelen-nevenstromen ofwel de voetjes die achterblijven na de paddenstoelen-oogst.
De Vlaamse paddenstoelenkwekers zijn goed voor zo’n 23.000 ton paddenstoelen per jaar, met 1.800 tot 5.500 ton nevenstroom die kan dienen als basis voor chitosan. De kastanjepaddenstoel, de oesterzwam en de witte paddenstoel hebben veel te bieden. De Vlaamse paddenstoelenkwekers werkten daarom mee aan dit project.
“Het CHampITINE-project is er niet alleen in geslaagd om uit de nevenstroom van champignons chitosan te halen, maar heeft ook het potentieel van het Vlaamse champignonaanbod in beeld gebracht en met alle partijen bekeken of en hoe Vlaamse champignontelers hun nevenstroom kunnen inzetten in de lokale productie van chitosan”, zegt Leen Bastiaens, projectverantwoordelijke bij VITO.
Vervolgproject
Het werk is nog niet af, maar ook de Vlaamse overheid beseft het potentieel ervan. Ze ondersteunt daarom het VALORCHAMP-project dat verder nagaat hoe paddenstoelenresten kunnen opgewaardeerd worden als ingrediënten voor voeding (spreads, smaakversterkers, proteïnebronnen) en bioactieve componenten (zoals chitosan).