De teloorgang van bijen en andere bestuivende insecten heeft al een impact op de volksgezondheid, stelt de Universiteit van Harvard. Minder bestuivers betekent minder gewassen als fruit en groenten. En minder aanbod van die gezonde voeding leidt tot meer aandoeningen en meer sterfgevallen.
Elk jaar daalt de insectenpopulatie wereldwijd met 1 tot 2 procent. Dat is niet alleen een milieuprobleem, want veel insecten spelen een rol als bestuiver van gewassen in de landbouw. Vooral voor de teelt van gezond voedsel zoals fruit, groenten en noten zijn ze onmisbaar.
Wereldwijd gezondheidsprobleem
De gevolgen van de teloorgang van insecten zijn daarom nu al voelbaar in de volksgezondheid, stelt onderzoek aan de Universiteit van Harvard. Ze schatten de schade voor de productie van fruit, groenten en noten op een totaal verlies van 3 tot 5 procent. Dat betekent dus dat er minder gezond voedsel beschikbaar is, en dat heeft consequenties voor het aantal hartaandoeningen, beroertes, diabetes en bepaalde vormen van kanker.
De wetenschappers kunnen zelfs een cijfer plakken op het aantal extra sterfgevallen als gevolg daarvan: 427.000 extra overlijdens per jaar.
“In de discussie over biodiversiteit zien we de directe verbanden met de volksgezondheid vaak over het hoofd”, zegt hoofdonderzoeker Samuel Myers. “Dit onderzoek stelt vast dat het verlies van bestuivers de volksgezondheid al beïnvloedt, op een schaal die vergelijkbaar is met andere wereldwijde gezondheidsproblemen zoals prostaatkanker of druggebruik.”
Rijke landen
Uit de resultaten blijkt dat de verloren voedselproductie weliswaar geconcentreerd is in lage-inkomenslanden, goed voor een verlies van 10 tot 30 procent. Maar de gevolgen voor de volksgezondheid blijken groter in midden- en hogere-inkomenslanden. Daar ligt het aantal niet-besmettelijke ziekten zoals diabetes ook hoger.
Inspanningen om wilde bestuivers te beschermen zijn dus niet alleen een milieukwestie, maar ook een gezondheids- en economische kwestie, zeggen de auteurs.
