Een recent rapport van de World Meteorological Organisation (WMO) stelt dat de temperaturen in Europa de voorbije 30 jaar met meer dan twee keer het wereldwijde gemiddelde gestegen zijn.
Tussen 1991 en 2021 zijn de temperaturen in Europa aanzienlijk opgewarmd, aan een tempo van ongeveer een halve graad per decennium. Daarmee is Europa de snelst opwarmende regio ter wereld. Het gevolg: smeltende gletsjers en ijskappen, dodelijke weers- en klimaatgebeurtenissen. Ongeveer 84 procent van de klimaatgerelateerde voorvallen waren overstromingen of stormen.
Er is een klein lichtpuntje: in de Europese Unie daalde de uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2020 met 31 procent. Het netto reductie-objectief tegen 2030 is 55 procent. Toch zijn de uitdagingen enorm. “Europa toont een live beeld van hoe een opwarmende wereld eruitziet en herinnert ons eraan dat zelfs goed voorbereide samenlevingen niet veilig zijn voor de gevolgen van extreme weersomstandigheden”, aldus WMO-secretaris-generaal Petteri Taalas.
Hittegolven
Het rapport State of the Climate in Europe bevat input van nationale meteorologische en hydrologische diensten, klimaatexperts, regionale organen en VN-partnerorganisaties. Het werd gepubliceerd in de aanloop naar COP27, de jaarlijkse VN-onderhandelingen over klimaatverandering die momenteel in Egypte plaatsvinden.
De dodelijkste extreme klimaatgebeurtenissen in Europa zijn hittegolven, vooral in West- en Zuid-Europa. De combinatie met verstedelijking en vergrijzing vergroot de kwetsbaarheid voor hitte nog. Ecosystemen zullen ten prooi vallen aan frequentere, intensere en verwoestende branden – met aanzienlijke sociaaleconomische en ecologische gevolgen. Veel transportinfrastructuur is niet bestand tegen de huidige extremen.
Luchtvervuiling
De toenemende aanwezigheid van pollen en sporen brengt bovendien meer allergische aandoeningen met zich mee. Bijna een kwart van de Europese volwassenen lijdt aan verschillende allergieën, waaronder astma. Bij kinderen is dat aandeel 30 à 40 procent en dat stijgt nog.
De luchtvervuiling door fijne deeltjes – vaak het resultaat vat de verbranding van fossiele brandstoffen – zorgt voor vroegtijdige sterfgevallen. Ongeveer 138.000 vroegtijdige sterfgevallen per jaar zouden vermeden kunnen worden door verminderde koolstofemissies.