Met vier havens in Vlaanderen tikt de vervuiling van de scheepvaart aan in de uitstoot van ons land. De havens proberen de impact te beperken met duurzame initiatieven. Dat moet ook van regelgevende instanties.
Europa kijkt er streng op toe dat havens duurzamer worden. De deadlines komen dichterbij en in de havens bepalen verduurzamingsprojecten de dagelijkse taken. Grote projecten vragen tijd en terwijl de ene haven nog volop werkt aan duurzame initiatieven, zijn projecten al in gebruik bij een andere.
Antwerpen en Zeebrugge: krachten bundelen
De fusie van de havens van Antwerpen en Zeebrugge naar de Port of Antwerp-Bruges werd nog maar in april beklonken. De gefuseerde havens blikken al vooruit op wat hun op ecologisch vlak te wachten staat.
De ambitie – “een wereldhaven worden die economie, mens en klimaat verzoent” – klinkt alvast veelbelovend. Het zijn grote ambities en heel belangrijke gezien de invloed van de Port of Antwerp-Bruges op het klimaat. “Samen vormen de havens van Antwerpen en Zeebrugge de grootste exporthaven, de grootste haven voor overslag van voertuigen en de belangrijkste chemische hub van Europa”, vertelt Annick De Ridder, havenschepen van de Stad Antwerpen en voorzitter van de raad van bestuur van Port of Antwerp-Bruges, tijdens de viering van de fusie.
CO2 hergebruiken
Wat bij alle havens terugkeert, is CO2 verminderen of hergebruiken en deels overstappen naar waterstofgas. Al staat het nergens zo centraal in de milieudoelstellingen als bij deze haven.
Het belangrijkste initiatief daarin is Antwerp@C dat door de haven van Antwerpen al op poten werd gezet, in samenwerking met zeven spelers uit de chemie- en energiesector. De doelstelling van dit initiatief is de CO2-uitstoot tegen 2030 te halveren. Om een idee te geven van de omvang: volgens de haven werden er in 2017 18,65 miljoen ton broeikasgassen uitgestoten in het Antwerpse gedeelte.
In 2021 nam de haven het project nog eens grondig onder de loep in een haalbaarheidsstudie. Daarop volgde de beslissing om met de engineering te starten. Het project bevindt zich vandaag nog in die fase. Die moet tegen het einde van dit jaar voltooid zijn, waarna een definitieve investeringsbeslissing volgt.
Concrete doelstellingen om dit plan te halen werden met de fusie op papier gezet: “Via Antwerp@C zal in 2025 de eerste 2,5 miljoen ton CO2 worden afgevangen van de havenindustrie. Die CO2 wordt opgeslagen en op termijn hergebruikt als grondstof voor verschillende toepassingen.” De opgeslagen CO2 zal bijvoorbeeld dienen voor de creatie van blauwe waterstof. Een ander deel van de afgevangen CO2 wordt dan weer naar het buitenland geëxporteerd.
De deadline in 2030 van Antwerp@C komt overeen met de deadline die de Europese Unie (EU) oplegt om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Als tussentijdse doelstelling moet binnen de EU 55 procent van de broeikasgassen gereduceerd zijn tegen 2030. Twintig jaar later moet klimaatneutraliteit in de EU behaald zijn.
“Tegen 2028 wil Port of Antwerp-Bruges de eerste groene waterstofmoleculen kunnen ontvangen op haar platform”
Groene waterstof
Bij de fusie greep Port of Antwerp-Bruges het moment aan om ook hun ambities in de waterstofeconomie aan te kaarten: “Tegen 2028 wil Port of Antwerp-Bruges de eerste groene waterstofmoleculen kunnen ontvangen op haar platform.” Het gaat hier om waterstof die geproduceerd is met hernieuwbare energie.
Verder legt de haven nog uit wat er concreet nodig is om deze doelstelling te behalen: “Daarvoor maken we werk van de uitbreiding van de terminalcapaciteit voor bestaande en nieuwe waterstofdragers op beide havensites. Een waterstofpijpleiding tussen de twee sites en richting het Europese hinterland moet ervoor zorgen dat het hele havengebied en, met uitbreiding, het hele land en een groot deel van Europa kunnen gebruikmaken van deze belangrijke drager voor hernieuwbare energie.”
Waar de waterstof voor kan dienen, weet de haven al. Zo moet tegen het einde van dit jaar een sleepboot klaar zijn die op een combinatie van waterstof met diesel wordt aangedreven.
Aansluiting op walstroom uitbreiden
In de haven kunnen binnenvaartschepen en sleepboten zichzelf al aansluiten op een van de talrijke beschikbare aansluitingspunten. Hierdoor kunnen de boten hun eigen vervuilende scheepsmotoren uitschakelen en overschakelen op lokale stroomvoorziening. Voor de eigen vaartuigen wordt de omschakeling altijd gemaakt eens aangemeerd, waardoor jaarlijks 1.500 ton CO2-uitstoot wordt vermeden.
De komende jaren wil de haven het gebruik van walstroom opschalen. Tegen 2028 moeten de grootste containerschepen zo walstroom kunnen gebruiken.
Circulariteit stimuleren
Naast zelf werk te maken van een duurzame scheepvaart, stimuleert de haven nabijgelegen bedrijven om materialen te hergebruiken.
Ze ondersteunt bijvoorbeeld de industrie om grondstoffen te hergebruiken als basis voor nieuwe chemische processen en producten. Verder onderzoekt de haven in samenwerking met de Universiteit Antwerpen welke bedrijven water kunnen hergebruiken of uitwisselen om droge periodes te overbruggen.
Enerzijds probeert de haven nieuwe spelers aan te trekken die willen meebouwen aan een circulaire economie. Anderzijds stimuleert ze de aanwezige bedrijven in het havengebied om de transitie naar een circulaire economie te maken.
Oostende: kleine pionier
Enkele projecten zorgen ervoor dat de bedrijven die zich op de havensite gevestigd hebben bewuster omgaan met het milieu. Zo werden vorig jaar verschillende laadpalen geïnstalleerd voor elektrische wagens. De haven van Oostende is voorbereid op de komst van elektrische wagens nu de Belgische wetgeving bedrijven dwingt in de komende jaren naar deze voertuigen over te stappen.
“Verder hebben we een kleine windmolen. Die is sinds 2018 operationeel en kan wat groene stroom toevoegen aan ons elektriciteitsnetwerk”, vertelt Jan Allaert, commercieel directeur van AG Haven Oostende. Buiten op de dokken voorziet ledverlichting de avondshiften binnenkort van licht.
Door de steun van de Vlaamse overheid beschikt de haven van Oostende ook over een zonnespiegelpark. In het project worden drie installaties op verschillende locaties in Vlaanderen geplaatst. Die moeten in totaal tussen 1.260 en 1.390 MWh groene warmte per jaar produceren. Het eerste zonnespiegelpark dat operationeel werd, ligt in het Antwerpse havengebied.
Een project waarbij alleen nog de laatste loodjes moeten worden afgelegd, is de walstroom. “Tegen de zomer zullen kleine schepen hun vervuilende dieselgeneratoren uitzetten eens ze aan wal liggen.” Schepen kunnen zo lang ze aan wal liggen operationeel blijven op groene stroom.
Al zijn er in de praktijk beperkingen op het type schepen dat de duurzame stroom kan gebruiken: “Voor grote schepen en schepen met onregelmatige trajecten is het voorlopig onhaalbaar. Het hoogspanningsnet van Elia is daar niet op voorzien. Als een cruiseschip bijvoorbeeld walstroom zou willen gebruiken, is dat voor het net het equivalent van het aansluiten van een nieuwe onderneming.”
Tot slot begint de haven van Oostende aan een project om schepen waterstof te laten tanken. Allaert vertelt dat de bouwvergunning momenteel is ingediend. Als alles volgens plan verloopt, wordt de tank in het voorjaar van 2023 geplaatst en kunnen schepen waterstof tanken in het najaar van 2023. Iedere dag is er capaciteit om vier schepen bij te tanken.
Gent: takenlijst verder afvinken
Samen met de Nederlandse havens in Terneuzen en Vlissingen vormt de Vlaamse haven van Gent North Sea Port. Hoewel de Gentse haven dus de definitie van ‘Vlaamse haven’ wat overstijgt, nemen we ook bij deze grote speler een kijkje.
Net als in de andere havens zijn ook in Gent de reductie van de CO2-uitstoot en het gebruik van waterstof doelstellingen die nog op de takenlijst staan. Al is er op het grote gebied dat de haven van Gent beslaat ook plaats voor hernieuwbare energiebronnen in de vorm van windparken en zonneparken. Die parken zijn allebei al actief en brengen volgens de haven jaarlijks 390 megawatt op.
Bedrijven in het havengebied installeerden zelf in de meeste gevallen ook zonnepanelen op de daken van hun gebouwen. Daar kunnen ze al een deel van hun eigen energiebehoeften mee opvangen. Om nog meer op duurzame energie te draaien wekken tal van bedrijven in het havengebied “elektriciteit op met warmtekrachtkoppelingen op basis van biomassa, of met een biogasinstallatie op basis van restproducten van de landbouwsector”, laat de haven weten.
De grootste ambities rondom hernieuwbare energie koestert de haven in het gebruik van waterstofgas. Ze wil namelijk de grootste groene waterstofcluster van Nederland, Vlaanderen en Europa worden. De industrie in de regio zou tegen 2050 klimaatneutraal moeten opereren.
Dankzij datasysteem Enigma+ en een sluisplanningstool weten schepen precies wanneer ze kunnen aanmeren of door de sluizen kunnen
Uitstoot van schepen verminderen
Walstroom werd al aangehaald als ambitie van de Oostendse haven en staat ook in Gent bij de duurzame initiatieven. De installatie om binnenvaartschepen van walstroom te voorzien, is al in gebruik in Gent. “Zo hoeven ze hun dieselmotoren niet te laten draaien om elektriciteit te hebben”, wat de uitstoot vermindert. Bovendien tapt deze installatie alleen elektriciteit gegenereerd uit hernieuwbare bronnen.
Met behulp van technologie kan de haven nog verder gaan in het duurzaamheidsluik. Eigen ingenieurs ontwikkelden het datasysteem Enigma+ en een sluisplanningstool. Beide technologieën doen de uitstoot van schepen dalen. “Zeeschepen en binnenvaartschepen weten precies wanneer ze aan een kade kunnen aanmeren of door het sluizencomplex in Terneuzen kunnen varen. Zo kunnen ze onderweg voor anker gaan of trager varen en sparen ze brandstof uit. Binnenvaartschepen kunnen onderweg dan bijkomend nog aan een kade aanmeren in afwachting van hun passage door de sluis.”
Aanmoedigen en belonen
Naast eigen initiatieven moedigt de Gentse haven ook aanwezigen in het havengebied aan om duurzaam te ondernemen. Zo is North Sea Port lid van de Environmental Ship Index. “Schone schepen die in North Sea Port aanmeren, krijgen daardoor een korting op hun havengeld.”
Verder stimuleert de haven bedrijven in de omgeving om CO2 die vrijkomt bij de productieprocessen op te vangen en in andere processen te hergebruiken. De haven geeft als voorbeeld dat “de CO2-uitstoot van een van de grootste bioraffinaderijen wordt opgevangen om bubbels te maken voor bruisende dranken.”
Wat de ene als afval beschouwt, kan voor de ander een nuttige grondstof zijn. De haven van Gent zet daarom in op recycling. Afgedankte auto’s, wagons en ontmantelde schepen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor de staalindustrie. Op het vlak van recycling steekt de haven ook zelf de handen uit de mouwen: “Bestaande pijpleidingen tussen bedrijven willen we zoveel mogelijk hergebruiken. Zo werd een twaalf kilometer lange in onbruik geraakte aardgasleiding geschikt gemaakt voor het veilige en efficiënte vervoer van waterstof.”
Tot slot engageert de Gentse haven zich nog in samenwerkingsprojecten. Specifiek voor de regio Gent zit er een project bij waar de stad, de haven, de provincie, de universiteit, Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Vlaanderen en i-Cleantech Vlaanderen de handen in elkaar slaan. Doel van het project: de regio Gent tegen 2030 laten gelden als actief cleantech ecosysteem. “Met een sectoroverschrijdende aanpak maken we het verschil op het vlak van energie, materialen, water en mobiliteit.”