Eten doen we dagelijks en iets wat je vaak doet, doe je beter goed. Vlees en dierlijke eiwitten zijn bijvoorbeeld ontzettend belastend voor het milieu, terwijl ze prima te vervangen zijn.
Plantaardige voeding vinden we niet langer alleen in de biowinkel. Restaurants raken meer vertrouwd met het assortiment plantaardige voeding en ook supermarktketens vullen vaker de rekken en koelcellen met plantaardige alternatieven.
Voor de natuur is dat maar goed ook. Het Vlaams Instituut Gezond Leven verklaart op zijn website waarom dat zo is: “Vee wordt op grote schaal gekweekt voor consumptie, en de dieren krijgen grondstoffen te eten die we als mens ook kunnen consumeren, zoals soja en graan. De intensiviteit waarmee we vandaag aan veeteelt doen, brengt een hoge uitstoot van broeikasgassen met zich mee, vereist veel land en heeft een grote impact op de wereldwijde biodiversiteit, in vergelijking met plantaardige eiwitbronnen.”
Dat is een hele boterham en maakt duidelijk waarom het belangrijk is werk te maken van een kleinere veestapel. In België zijn er een aantal aanbieders van plantaardige voeding, die met man en macht meer mensen proberen te overtuigen om dierlijke producten vaker links te laten liggen.
Gepassioneerde chefs
Kevin Storms en Paul Florizoone zijn twee ondernemers, elk met een eigen plantaardig product. Ze delen beiden een passie voor koken en rolden van daaruit in de plantaardige keuken. Volgens Storms is dat minder evident voor Belgische chefs, want: “Plantaardig koken leer je niet op de koksschool.”
Storms doet R&D, productie en logistiek bij Pa’lais, waar zakelijke partner Laurent Jadot hem ondersteunt voor de sales. Dat merk heeft momenteel twee gamma’s lopen, spreads en culinaire sauzen. Al wist Storms al voor de start van Pa’lais plantaardige sauzen aan de man te brengen in zijn eigen pop-up restaurant. Inspiratie opdoen deed Storms in Amerika, waar al een veel grotere traditie van plantaardig koken te vinden is. “Gasten reageerden heel positief op de plantaardige sauzen, ze wilden het zelf maken.”
Daar gaf Storms tips voor in zijn kookworkshops, al zag hij dat mensen al snel tegen problemen aanliepen eens ze wilden experimenteren met de plantaardige keuken. “Ik heb altijd gezegd dat je op 20 minuten lekker moet kunnen koken. Mensen die net beginnen met plantaardige voeding lukt dat doorgaans niet. Het duurt vaak langer en dan is het uiteindelijk toch niet lekker.”
Storms deed er zelf ook jaren over voor er een lekkere saus in zijn kookpot zat. Om mensen te behoeden van teleurstelling, zette hij de kennis die hij opdeed als chef om in een product waar mensen eenvoudig mee aan de slag kunnen.
Paul Florizoone is zelf wel nog actief in de horecawereld. Hij is één van de oprichters en bedenkers van Greenway. Oorspronkelijk startte het merk als restaurant in Gent. Ondertussen is het merk verder gegroeid en zijn de plantaardige vleesvervangers ook te vinden in verschillende koelafdelingen.
Net als bij Pa’lais probeert Greenway mensen warm te maken voor de plantaardige keuken, vertelt Florizoone: “De bedoeling van Greenway is om te tonen dat plantaardige voeding even lekker is als vlees en dat het helemaal niet moeilijk is om af en toe vlees te laten en vegetarisch te eten. Zo kunnen we tezamen makkelijk een positieve bijdrage hebben op klimaatverandering en dierenwelzijn.”
Rustig kennismaken
Storms en Florizoone zijn allebei tevreden met wat hun merk al heeft bereikt. “Gedragsverandering gaat niet van de ene dag op de andere. Toch staan de meeste mensen vandaag al open om af en toe eens vegetarisch te eten. Dus ja, we gaan de goede groene weg op”, vat Florizoone samen.
Greenway-producten bieden een plantaardig alternatief voor vlees. Het is een goede zaak dat het animo van deze producten de laatste jaren groter wordt. De gemiddelde Vlaming eet namelijk graag een stukje vlees, blijkt uit cijfers van het Vlaams Instituut voor Gezond Leven. “Een derde van de mannen eet minstens twee keer per week rood vlees, tegenover een vierde van de vrouwen. Voor wit vlees liggen de cijfers omgekeerd.” Vlees eten we bovendien niet alleen bij de avondmaaltijd, één op de zes Vlamingen belegt zijn boterhammen dagelijks met vleeswaren.
Corona-perikelen
Corona heeft veel negatieve zaken op zijn naam en ook bij Pa’lais kwam de crisis roet in het eten gooien. Storms vertelt dat het niet eenvoudig was om klanten te overtuigen van zijn product dat net voor de pandemie op de markt verscheen: “Door de crisis hebben wij niet de opportuniteit gehad om mensen ons product te laten proeven. Daar kijken we ontzettend naar uit want proevertjes zijn een enorme springplank. Als mensen geproefd hebben, dan zijn ze overtuigd.”
Voor cateraars gaat datzelfde verhaal op en daarom biedt Pa’lais kookworkshops aan voor restaurants die met plantaardige producten aan de slag willen.
Van keuken naar winkel
Zowel Greenway als Pa’lais ontstonden vanuit chefs met een passie voor de plantaardige keuken. Bij de overstap van het bord naar een verpakking, hielden zowel Storms als Florizoone nog altijd rekening met de milieu-impact van hun keuzes. Voor de verpakking koos Greenway voor een gerecycleerde PET-verpakking, zonder kartonnen omhulsel. Storms vertelt dat hij op zoek was naar een verpakking die volledig bio-afbreekbaar is.
Bovendien moeten producten in de winkel langer houdbaar zijn. Dat wordt door producenten vaak eenvoudig opgelost door de toevoeging van E-nummers, maar om het gezond te houden voor de consument, bleven Pa’lais en Greenway daarvan weg.
Door deze keuze was het alleen niet mogelijk om Pa’lais-producten in een bio-afbreekbare verpakking aan te bieden. “Onze sauzen pasteuriseren wij zodat de houdbaarheidsdatum gegarandeerd is. Tijdens dat proces bevindt het product zich al in de uiteindelijke verpakking. Dat maakte het moeilijk om een geschikte verpakking te vinden.”
Plantaardig alternatief
Zowel Florizoone als Storms maken er dus werk van de milieubelasting van hun product zo laag mogelijk te houden. Al zijn plantaardige alternatieven zonder deze extra initiatieven al een milieubewustere keuze, vertelt Florizoone: “Door plantaardige producten te maken hebben we sowieso al een enorme vermindering van onze klimaatimpact. Greenway-vegan-producten zijn gemiddeld tot 94 procent klimaatvriendelijker dan hun dierlijke alternatieven.”
Greenway-producten worden vervaardigd van groenten. Erwteneiwitten zorgen ervoor dat je als consument niet tekortkomt op vlak van eiwitinname. Het hoofdingrediënt van Pa’lais-producten zijn dan weer noten. Storms is zelf gek op de producten met cashew, maar ook amandel is de basis voor enkele producten.
“Cashew is geen lokale grondstof en onze noten komen dan ook uit Vietnam. Dat is milieutechnisch gezien een nadeel van ons product, waar we niet echt omheen kunnen. Dat betekent niet dat we het niet belangrijk vinden waar ons hoofdingrediënt momenteel vandaan komt. We werken met een aanbieder die een SMETA-certificaat draagt.”
Sedex Members Ethical Trade Audit ofwel een SMETA-certificaat garandeert ethische arbeidsomstandigheden van de werknemers op de plantage. De controle daarvoor gebeurt op vlak van gezondheid, veiligheid en arbeidsnormen. Dragers van het certificaat kunnen ervoor kiezen of de controle zich ook toespitst op de milieu-impact en de bedrijfsethiek. Laat een bedrijf dit toe, dan evolueert de SMETA 2-Pillar audit naar een SMETA 4-Pillar audit.
De initiatieven zijn uitstekend, maar als niemand het product koopt dan is alle moeite voor niets. Vraag je de ondernemers hoe ze anderen willen overtuigen van hun product, dan hoor je van beide kanten: “Proberen!”
Dat is ook mogelijk in restaurants of grootkeukens, de producten van Greenway en Pa’lais worden namelijk beide aangeboden aan bedrijven.