De uitstoot van CO2 verminderen is niet voldoende om een catastrofale klimaatverandering te vermijden. Ook de uitstoot van methaan en andere stoffen moet flink naar beneden om de klimaatcrisis te stoppen, stelt Amerikaans onderzoek.
Als de hele wereld de klimaatinspanningen blijft focussen op CO2, zoals de meeste overheden nu doen, kan de temperatuurstijging niet meer tot 1,5 graad Celsius beperkt worden. Dat blijkt uit onderzoek aan de Amerikaanse Duke Universiteit. Zelfs de absolute drempel van 2 graden wordt dan erg onzeker.
“Uit onze analyse blijkt dat uitstoot zoals methaan, lachgas, zwarte koolstof, ozon en fluorkoolwaterstoffen bijna evenveel bijdragen aan de klimaatopwarming als het langer levende CO2”, zegt Andrew Shindell, hoogleraar Aardwetenschappen aan de Duke Universiteit. “Gezien de meeste van die stoffen minder lang in de atmosfeer blijven, hebben ingrepen tegen hun uitstoot ook sneller effect dan andere strategieën.”
Terugslageffect
Een bredere kijk op broeikasgassen heeft nog een bijkomend voordeel, omdat het een “terugslageffect” op korte termijn tempert. Fossiele brandstoffen bevatten immers ook sulfaataerosolen, die het klimaat zeer kort – dagen tot weken – lichtjes afkoelen.
De nieuwe studie houdt rekening met dit effect en concludeert dat uitsluitend focussen op fossiele brandstoffen zou kunnen leiden tot een “zwakke opwarming op korte termijn”. Maar het gelijktijdig verminderen van zowel CO2 als andere broeikasgassen werkt dat effect weg, waardoor de kans om onder de 1,5 graad Celsius te blijven aanzienlijk toeneemt.
“De strijd tegen CO2 is cruciaal om de klimaatdoelen te halen, maar het is niet genoeg”, zegt Shindell. “Om de klimaatverandering te vertragen en het lijden onder hittegolven, droogte, superstormen en bosbranden te stoppen, moeten we dit decennium ook de andere uitstoot aanpakken.”