Een nieuwe studie, uitgevoerd in zes landen op drie verschillende continenten, wijst uit dat de impact van aangekochte CO2-compensaties toch niet zo groot is als gehoopt of verwacht.
Het is een trend die al even aanhoudt, de mogelijkheid om te betalen voor projecten die ergens anders uitstoot verminderen, als compensatie voor eigen acties of gedrag. Denk bijvoorbeeld aan iets extra betalen bij een vliegticket. Het gebeurt ook bij ontbossing, maar een nieuwe studie die werd uitgevoerd in zes landen op drie verschillende continenten, leert dat dat daar niet veel uithaalt. Eigenlijk is het vooral een lucratieve vorm van greenwashing.
Uitgebreide studie
In totaal werden 26 projecten onder de loep genomen, allemaal claimden ze ontbossing te vertragen. Een claim die bij de meesten niet terecht bleek en waar dat wel zo was, in veel mindere mate dan gedacht. Rekenen op die compensatieprojecten is dus duidelijk niet voldoende, aldus Thales West, de hoofdauteur van de studie. Die ging vooral uit van de universiteit van Cambridge.
De zes betrokken landen waren Cambodja, Colombia, de Democratische Republiek van Congo, Peru, Tanzania en Zambia. Amper acht van de 26 projecten hadden een minimale impact op ontbossing en die was dan telkens een pak minder dan geafficheerd. Slechts achttien van de projecten konden de nodige cijfers voorleggen over hoeveel compensatie ze nu net genereren. De onderzoekers schatten dat amper 6,1 procent van de verkochte compensaties effectief ook voor minder uitstoot zorgen.
Het onderzoek focust zich op het vrijwilligersproject REDD+, gewijd aan het verminderen van uitstoot door ontbossing. Dat zijn onafhankelijke initiatieven die buiten het framework voor klimaatverandering van de VN vallen. De auteurs van de studie roepen op om de methodes te herbekijken die zorgen voor de certificaten van zulke projecten. Volgens West beseffen bedrijven die die compensaties verkopen niet altijd dat er iets mis is, omdat ze uitgaan van de info van derde partijen. Daarom moet er dringend iets worden gedaan aan die certificering.
Praktisch
Heel wat projecten werken hypothetisch en kijken naar de historische ontbossing van een regio. Dat is geen goede methode, volgens West. De onderzoekers keken zelf naar gelijkaardige regio’s, waar geen compensatieprojecten aanwezig zijn en vergeleken de ontbossing daar met regio’s waar er wel projecten actief waren geweest, tijdens dezelfde periode.
In principe zou de ontbossing bij die eerste groep groter moeten zijn, maar dat was dus niet het geval. De methode is wel bekritiseerd door Verra, de grootste aanbieder van certificaten voor CO2-compensatie.
Samengevat
De conclusie van de onderzoekers is dat er meer investeringen moeten komen in effectieve projecten die ontbossing tegengaan en dat fondsen voor bosbeheer niet mogen verminderen. De klimaatcrisis aanpakken zonder de bossen te redden is volgens hen onmogelijk.
Zaken als CO2-compensatie, waarbij je in principe betaalt voor zielenrust, die gaan het niet doen. Het ene veegt het andere niet uit en ze moedigen eigenlijk aan om gewoon verder te doen. Ze moeten bovendien beter worden gemonitord, om toch een vorm van impact te kunnen hebben.