Vlaamse kmo’s zien duurzaam ondernemen vooral als een manier om hun imago te verbeteren. Dat blijkt uit de Duurzaamheidsbarometer 2024 van het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM), uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse departement WEWIS.
Minder geloof in concurrentievoordeel, meer rapportering
Uit de bevraging van 1.614 kmo’s blijkt dat het belang van duurzaamheid als imago-instrument verder toeneemt. Ondernemers linken duurzame initiatieven steeds vaker aan betere relaties met leveranciers en andere stakeholders. De overtuiging dat duurzaam ondernemen ook een concurrentieel voordeel oplevert, daalt echter. Meer bedrijven dan vorig jaar ervaren duurzaamheid als een kostenpost of als een afleiding van hun kerntaken.
Toch tonen de resultaten ook positieve evoluties. Zo identificeren meer kmo’s actief hun stakeholders en hun belangen. Ook het aantal bedrijven dat rapporteert over duurzame acties stijgt. Daarmee zetten ze stappen naar meer transparantie, wat aansluit bij bredere verwachtingen van klanten, partners en overheden.
Kennis blijft beperkt, nood aan ondersteuning
De algemene kennis over duurzaam ondernemen blijft eerder laag, vooral bij kleinere kmo’s. Voor veel van hen is duurzaam ondernemen nog geen strategisch onderdeel van de bedrijfsvoering. Dat maakt de nood aan begeleiding en toegankelijke ondersteuning duidelijk. Specifieke kennis en praktische tools kunnen helpen om duurzame keuzes beter te integreren in het bedrijfsbeleid.
De Duurzaamheidsbarometer wijst zo niet alleen op het belang van imago en samenwerking, maar ook op de uitdagingen rond kostenperceptie en beperkte kennis. Vlaamse beleidsmakers en sectororganisaties worden daarmee aangemoedigd om gerichte ondersteuning aan te bieden aan kmo’s die hun duurzaam pad nog moeten uittekenen.
lees ook
Europa vereenvoudigt duurzaamheidsregels voor bedrijven