Europa heeft voldoende ruimte om wind- en zonne-energie uit te breiden zonder de voedselproductie of de natuur in gevaar te brengen. Vooral op het Europese platteland is ruimte te vinden.
Voor windmolenparken en zonnepanelen is veel ruimte nodig, en sceptici vrezen dat daardoor de druk zal toenemen op de landbouw en op waardevolle natuurgebieden.
Maar uit een analyse door milieudenktank EEB blijkt dat er geen conflict hoeft te zijn: om de EU tegen 2040 klimaatneutraal te maken, is maar de helft van al het land nodig dat geschikt wordt geacht voor hernieuwbare energie.
Volgens de analyse is maar 2,2 procent van de totale Europese oppervlakte nodig om huidige en toekomstige zonne- en windprojecten in staat te stellen zowel fossiele brandstoffen als kernenergie geleidelijk af te schaffen en tegen 2040 klimaatneutraliteit te bereiken.
Dat is heel wat minder dan de 5,2 procent die volgens cijfers van het Gemeenschappelijk Europees Centrum voor Onderzoek (JRC) technisch ‘geschikt’ is voor zonne- en windenergie, op basis van strikte criteria voor de landbouw en het milieu.
Platteland
Vooral plattelandsgebieden zijn geschikt voor zonnepanelen (78 procent) en windmolenparken (83 procent). Enkel daken voorzien van zonnepanelen is niet voldoende: stedelijke en industriële gebieden alleen kunnen niet aan alle behoeften aan zonnecapaciteit voldoen.
Er is echter voldoende verarmd landbouwgrond beschikbaar om zonne-energie uit te breiden, zonder de landbouwproductie te verstoren. Dat kan in synergie met voedselproductie en herstel van de bodemgezondheid, stelt de studie. Bovendien is ook de combinatie mogelijk van zonnepanelen met landbouw, de zogenaamde “agri-PV”.
Wel zal solidariteit tussen de lidstaten essentieel zijn om de doelstellingen te halen. Willen ze hun meest productieve landbouwgebieden en meest waardevolle natuurgebieden houden, dan beschikken landen als Duitsland en Italië bijvoorbeeld niet over voldoende ruimte. Spanje en Roemenië daarentegen hebben een overvloed aan plaats.
Supergrid
Een Europees “supergrid” is essentieel om producenten en de grootste verbruikers met elkaar te verbinden, de energieverdeling in evenwicht te brengen.
“Hernieuwbare energieën kunnen floreren zonder de voedselvoorziening of natuurlijke habitats te schaden”, besluit Cosimo Tansini van de EEB. “De cijfers tonen dat Europa voldoende land heeft voor een duurzame uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen, waarbij zones met veel biodiversiteit en productieve landbouwgronden buiten schot blijven. Dankzij participatie en begeleidende maatregelen kunnen we de milieueffecten tot een minimum beperken en hernieuwbare energie zelfs gebruiken om land te herstellen, gemeenschappen te helpen en plattelandseconomieën te ondersteunen.”